Dit sacrament wordt traditioneel geassocieerd met de biechtstoel en vaak nog steeds ‘de biecht’ genoemd. De biechtstoel wordt in de meeste Nederlandse Katholieke Kerken niet meer gebruikt, meestal vindt het sacrament plaats na gesprekken met de priester. In dit sacrament ontmoet de berouwvolle gelovige Onze Lieve Heer die hem steeds weer vergeeft. Het is aan Jezus Christus om je zonden te belijden en het is dan ook Hij die vergeving geeft, via de priester die de biecht hoort. Het gaat hier om een sacrament, omdat Christus zelf de zonden vergeeft.
Vallen en weer opstaan
God heeft de band tussen Schepper en schepping gemaakt. Hij wil een onverbrekelijk verbond tussen de mens en Hem, een liefdesverbond dat goed is omdat Hij het heeft geschapen. God gaf aan Mozes de Wet, een wijze van leven die goed is. Het zijn de Tien Woorden (geboden), algemene richtlijnen om je leven in te richten. Zonde leidt tot afzondering en verwijdering van dat wat God bedoelt. Het verbreekt de relatie tussen God en de mens. De zonde tast ook de relatie met de kerkgemeenschap aan. God wil zich altijd weer opnieuw met de mens verbinden. In dit sacrament bekeert de mens zich opnieuw tot God en vraagt God één-op-één om vergeving om zo de relatie met God en mensen te herstellen. Het sacrament is gericht op heelmaking: heelmaking van de relatie God-mens én heelmaking van de mens zelf die gebukt gaat onder schuldgevoel. Het sacrament wil een nieuwe start maken, vanuit hoop en vertrouwen dat mensen bij God terecht kunnen. Vanuit dit vertrouwen gaat de mens de wereld in, en zal ook daar met mensen een nieuwe start kunnen maken. De biecht is dan vooral ook een sacrament dat nieuwe kracht geeft. Het sacrament werkt genezend en helend.
Het sacrament van boete en verzoening kan men zo vaak ontvangen als nodig is. De leer van de Katholieke Kerk vraagt mensen om minimaal eenmaal per jaar - liefst rond Pasen - de zonden te belijden. Dit kan in de vorm van een gesprek met een priester en eventueel het ontvangen van het sacrament. Veel geloofsgemeenschappen kennen de vorm van een boeteviering, meestal vóór Kerstmis en vóór Pasen. In een dergelijke viering richt de gehele geloofsgemeenschap zich op het besef dat we niet alles goed doen in ons leven. De gemeenschap vraagt in gebed God en elkaar om vergeving.