Wie ziek is heeft op een bijzondere wijze Gods genade nodig. Daartoe kan het sacrament van de ziekenzalving steun en hulp bieden en de genade van de heilige Geest geven aan de zieke, en mensen die om de zieke heen staan. Aan zieken, aan mensen die voor een levensgevaarlijke operatie staan of aan mensen die hun levenseinde zien naderen kan het sacrament van de ziekenzalving worden toegediend. Het sacrament is bedoeld om kracht te geven in het lijden. Het evangelie getuigt van de zorg van Jezus voor de zieken. Jezus geeft ook de opdracht om hulp en aandacht te besteden aan de zieken. Het sacrament van de ziekenzalving is door Christus ingesteld en in de brief van de apostel Jakobus aanbevolen. In de brief van Jakobus staat dat de zieken met olie moet worden gezalfd met het doel dat zij worden gered.
Het sacrament van de ziekenzalving geeft de zieke de genade van de heilige Geest. Het geeft de mens hulp en steun, het schenkt hem hoop en vertrouwen in God en het helpt tegen de angst voor de dood en eigen zonden. De kracht van het sacrament komt tot uiting doordat het de zieke helpt het lijden te dragen of te bestrijden.
Het sacrament kan worden herhaald, telkens als de noodzaak aanwezig is, bijvoorbeeld bij herhaaldelijke operaties of bij mensen op zeer hoge leeftijd waarvan de gezondheid is achteruitgegaan. Het verdient aanbeveling het sacrament niet te lang uit te stellen. Het is zowel voor de zieke als voor aanwezige familieleden en dierbaren fijner wanneer de zieke de viering van het sacrament in het volle bewustzijn kan meemaken en de kracht ervan mag ervaren.
De viering van het sacrament
De openingsritus bestaat uit de begroeting en een besprenkeling met wijwater. Na de schuldbelijdenis volgt een (eigen gekozen) schriftlezing en de voorbede. Vervolgens zegent de priester de zieke onder een handoplegging. Hierna worden het voorhoofd en de handen van de zieke gezalfd. Indien mogelijk volgt er een eucharistieviering waarin de zieke en de overige aanwezigen de communie ontvangen.