• darkblurbg

17-01-2021: De preek van de tweede zondag door het jaar 2021
Abraham werd geroepen, Mozes werd geroepen, en vandaag wordt Samuel geroepen. Geen volwassen man dit keer, maar een jongen. ( De naam Samuel heeft twee delen ‘samu’ en ‘el’. ‘El’ betekent God; ‘Samu’ komt van het werkwoord ‘horen’. De naam ‘Samuel’ betekent dan ‘God hoort/verhoort’ of ‘Hoor naar God’. ) De jonge Samuel kende God nog niet en hij moet de wereld nog ontdekken en leren wat God wil. Waar is Samuel? In de Tempel, dicht bij God, maar Samuel slaapt. Drie keer roept God en Samuel weet niet wat hem overkomt. Maar wanneer Samuel ontdekt dat God het is die hem roept, zegt hij: “Spreek Heer, uw dienaar luistert!” Door te luisteren naar God zal hij een groot profeet worden en veel goed doen en de mensen tot bij God brengen zodat ze gelukkig worden en er vrede in hun hart is. In het Evangelie worden de eerste leerlingen van Jezus geroepen. Johannes heeft het opgeschreven toen hij heel oud was en het moment dat Jezus hem riep was zo’n bijzonder moment dat hij zelfs het uur onthouden heeft: “het was ongeveer het tiende uur”. Johannes wist nog precies hoe het gebeurde. Wanneer Jezus ziet dat twee mensen Hem volgen, vraagt Hij: “Wat verlangt gij?” Jezus is de specialist van het mensenhart en Hij ziet dat die twee jonge mensen vanbinnen onrustig zijn. Deze jonge mensen verlangen en zoeken naar méér, ze vragen zich af wat ze met hun leven moeten doen. Wat is de zin van het leven en mijn leven? Jonge mensen zoeken. Als jonge mensen niet zoeken zijn ze op pensioen, oud voor hun tijd. Maar ook oudere mensen kunnen zoeken. Als Jezus zoekende mensen ontmoet, zet Hij hun hart in vuur en vlam. Die twee jonge mensen waren Johannes en Andreas, en het is het begin van een grote vriendschap met Jezus, een vriendschap zo sterk dat ze Jezus volgen. Het mooie van die twee leerlingen (Johannes en Andreas) is dat ze de vriendschap met Jezus niet voor zichzelf houden en vertellen tegen Simon en Jakobus: “Wij hebben de Messias gevonden”. Johannes en Andreas zijn zo enthousiast dat ze Simon en Jakobus tot bij Jezus brengen. De ontmoeting met Jezus doet iets met je. Hij is pure liefde en Hij zet jouw hart en heel jouw leven in vuur en vlam.

Beste mensen, Hoe kun je nu jouw eigen roeping ontdekken? Het begint zoals bij Samuel. Hij luistert naar God. In het Evangelie gaat het over vriendschap met Jezus, je door Hem laten raken, blij zijn dat je een vriend of vriendin van Jezus bent. Huwelijk, religieus leven als zuster of broeder, priesterschap, of als Christen op een andere manier dienstbaar aanwezig, alle roepingen beginnen na een ontmoeting met Jezus. Hij geeft liefde, vreugde en hoop op een mooie toekomst. Jezus leidt je door alle moeilijkheden en beproevingen heen. Als het goed is groeit de band met Jezus. De Heer Jezus Christus zal niemand roepen tegen zijn of haar zin. We zijn vrije mensen en we kunnen Hem volgen of niet. Maar als je Hem volgt moet dat te zien zijn in jouw daden én op jouw gezicht. In het Frans bestaat er een uitdrukking: “un saint triste est un triste saint” (een triestige heilige is een triestige heilige). Kortom, door vreugde en geluk uit te stralen, bereik je dikwijls meer mensen dan met woorden alleen. Eigenlijk moet je als gelovige, als Christen – zoals Maria – verliefd zijn op Jezus. Ja, er zullen moeilijkheden zijn in het leven, beproevingen, momenten van tegenwind, zelfs bitterheid, maar je gaat dóór omdat je weet dat Jezus bij je is. Er is een vuur, Zijn vuur, dat in jouw hart brandt. Dat vuur moet wel gevoed worden door te bidden, door de Bijbel te lezen, door Jezus te ontmoeten in de Heilige Communie. Zo blijft het vuur van de liefde en vriendschap branden.

Samuel en de leerlingen in het Evangelie laten zien dat je het niet alleen moet doen. Zoek gelovige vrienden en vriendinnen. Ga naar de kerk omdat Jezus je wil voeden met Zichzelf in de Heilige Communie. Er was eens een man die niet meer naar de kerk ging en thuis bleef. De pastoor ging naar hem toe, werd binnengelaten en ze gingen aan de warme kachel zitten. Het was winter en in die tijd waren er nog kolenkachels. De pastoor pakte een grote tang en nam een gloeiend warme rode kool uit het vuur. Er werd niet veel gezegd, maar langzaam werd de kool zwart. Het vuur doofde uit. Toen de kool helemaal zwart en koud geworden was, pakte de pastoor de kool en gooide ze weer in het vuur. Meteen begon die weer te branden natuurlijk. Zo is het ook met onze hoop, ons geloof en onze liefde voor God en de mensen. Zorg dat je dicht bij Jezus blijft. Hij zorgt er voor dat het vuur van het geloof en de liefde blijft branden en Hij helpt ons te hopen en te werken aan een mooie toekomst.

Amen.