21-03-2021: De preek van de vijfde zondag van de Veertigdagentijd 2021
Het wordt lente, lang leve de lente! We laten de dagen met weinig licht en de duisternis graag achter ons. We willen de vensters openen, ook de vensters van ons hart zodat er frisse wind kan binnenkomen. We gaan naar buiten, in het licht, de zon, de warmte. Heerlijk. Nieuw leven: gras, bloemen, bomen worden groen, lenteleven, alles wordt als nieuw. De natuur wordt nieuw, maar… de mensen. Hoe zit het met de mensen? En als je oud bent, wat dan?
Als mensen oud worden, zijn er gebreken. Sommige dingen kan men repareren: een versleten knie of heup bijvoorbeeld kun je laten vervangen door een nieuwe knie of heup. Maar soms zal de dokter zeggen: “Je moet er mee leren leven.” Sommige pijntjes gaan niet meer weg, daar kan een dokter niets aan doen. “Ge moet er mee leren leven” is makkelijk gezegd, maar als je altijd pijn hebt... Er zijn mensen die overal naartoe lopen om geholpen te worden, ik weet niet of het helpt, maar van één ding ben ik zeker: het kost soms veel geld. “Je moet er mee leren leven…” maar waar je zeker niet mee moet leren leven, is de dood. Daarover gaat het vandaag in de Bijbel. Er zijn wel eens mensen die zeggen: “We worden geboren om te sterven”, maar dat klopt niet. Ons leven eindigt niet in een graf of in een oven. Wij zijn leerlingen van Jezus, Hij is onze Meester, en Hij wacht op ons aan de overkant van dit leven. Durf je dat te geloven? Het is toch geweldig! In de komende weken vieren we dat Jezus aan het Kruis gestorven is en weer is opgestaan uit de dood en dus leeft. Wel, u bent gedoopt, u gelooft in Jezus, u houdt van Hem, u probeert Hem te volgen door uw manier van leven, je zult eens sterven maar dat is niet het einde. Het is een nieuw begin in de Hemel. Geloof je dat echt? Ik wel. Vandaag zegt Jezus in het Evangelie: “Wil iemand Mij dienen? Volg Me dan!” en Hij belooft: “Waar Ik ben, daar zal ook Mijn dienaar zijn.” Wanneer ons lichaam oud is en er pijntjes zijn, wanneer ons hart stopt met kloppen, mogen we thuis komen bij Jezus Christus. Een geweldige belofte horen we vandaag. Soms als er iemand gestorven is en we dan met de familie samenkomen in de kerk, hoor ik wel eens iemand zeggen: “Je bent pas dood als de mensen je zijn vergeten.” Maar dat is maar de halve waarheid. God vergeet ons nooit, mensen kunnen je vergeten, God niet. En we mogen verder leven, eeuwig leven bij God. Geloven in Jezus is daarom belangrijk, heel belangrijk, het is een zaak van leven of dood. En de Blijde Boodschap is dat als je Jezus volgt je voor altijd mag blijven leven in de Hemel. Ik kom wel eens bij mensen die heel ziek zijn en die weten dat ze niet meer beter worden, en dan vragen ze wel eens aan mij: “Kapelaan Karel, hoe zou het daar zijn in de Hemel?” Ik heb geen fotoboek waarin je kunt zien hoe het er daar uitziet, met een inkomhal en een eetzaal en kamers en een zwembad. We kunnen het ons niet voorstellen, net zoals een kindje in de buik van een moeder niet kan voorstellen hoe het buiten de moederschoot is. Je moet eerst geboren worden om het te zien. Om iets duidelijk te maken gebruikt Jezus een beeld uit de natuur: een graankorrel die in de aarde valt, daar sterft, en ontkiemt, een plantje wordt en heel vruchtbaar wordt. Dat begrijpen we: als je een graankorreltje in de grond steekt, verandert het in de grond helemaal, het begint te groeien, het wordt groot, een plantje dat vruchtbaar wordt, de oorspronkelijke korrel is helemaal veranderd. Zo anders en groter en mooier zal het eeuwig leven aan de Overkant zijn. Durf je dat te geloven?
Ondertussen leven we hier en zijn we reizigers, onderweg met een doel: de Hemel. Als we het doel voor ogen houden zijn de kleine moeilijkheden en ongemakken van de reis onbelangrijk, omdat we aan het eind ons doel zullen bereiken: in de Hemel ontmoeten we de mensen die vóór ons geleefd ‘gereisd’ hebben. De wereld waarin we leven en de reis die we maken vinden hun voltooiing bij God, bij Jezus in de Hemel, waarin alle teleurstellingen van het leven veranderen in vreugde. In de Hemel wordt ook duidelijk waarom dingen gelopen zijn zoals ze nu lopen. Ondertussen zijn we nog onderweg, op reis, voetje voor voetje, stap voor stap. Het enige wat we kunnen doen is ons richten op ons doel: Jezus Christus die met ons meegaat. Ja, de lente komt eraan. Een tijd van licht, warmte, groene bladeren en mooie bloemen, nieuw leven. Maar met Pasen wordt de lentevreugde groter en dieper, stralender. Want in de Verrijzenis van Jezus zien we de grote liefde van God. God is lief en heeft beloofd ons te redden van duisternis en dood. Jezus leeft en is bij ons. Hij is de Zon die onze harten doet openbloeien, die ons doet groeien in liefde voor God en voor elkaar. Samengevat: de Heer is het Licht dat onze duisternis verlicht en ons leidt langs goede en veilige wegen, naar ons doel.
Amen.