11-04-2021: De preek van de tweede zondag na Pasen 2021
In het Evangelie van vandaag staat een paar keer het woordje ‘zien’. De leerlingen, maar vooral Thomas wilde Jezus zien, echt zien met zijn ogen en hij wilde Jezus aanraken, voelen. Thomas wordt ‘Didymus’ genoemd en dat betekent ‘tweeling’, maar eigenlijk is Thomas onze tweelingbroer, want wij willen God ook zien en aanraken, voelen ook. Tenminste, ik wel! Het is voor mij niet voldoende te weten dat God bestaat, het is voor mij ook niet voldoende te geloven dat Hij Verrezen is. Een verre God, ook al is Hij Heilig en rechtvaardig, trekt mij niet aan. Een afstandelijke God vervult mijn leven niet. Neen, ik weet niet hoe het bij u is, maar ik heb het nodig God te zien, aan te raken en te voelen. Zoals Thomas, mijn tweelingbroer.
De vraag is: hoe kun je God zien? Is dat mogelijk? Ja, kijk dan naar het Kruis, naar Jezus’ handen en voeten, naar Zijn wonden. Als je daar naar kijkt, dan begrijp je hoe groot Zijn liefde is. Aan het Kruis hangen is geen pretje, dat doe je niet voor het plezier, neen, de Heer ging aan het Kruis hangen uit liefde, uit liefde voor u. Ook al had iemand Hem verraden, een ander Hem verloochend en was de rest gevlucht, Hij beminde en vergaf. Jezus’ Hart loopt over van liefde, voor u, voor ieder van ons. We zien de Lieve Heer aan het Kruis en Zijn liefde kun je soms ervaren en voelen. Ja, dat is allemaal aardig, we kunnen veel mooie dingen zeggen over ons mooie Christelijke geloof, maar kan het nog concreter? Zoals de leerlingen en Thomas willen wij Jezus écht zien en Hem écht aanraken. Alleen dan vinden wij echte liefde, vrede en vreugde, alleen dan wordt alle geloofstwijfel overwonnen. Want nadat Thomas de gewonde handen en voeten van Jezus zag, riep hij uit: “Mijn Heer en mijn God!” Dat is nogal een uitspraak: ‘mijn’ God; is God dan van mij? Kun je beslag leggen op God? Ja, God wil van ons zijn, van mij, van u. Het is zoals in de liefde: “Gij, God, Gij zijt voor mij mens geworden, Gij zijt voor mij gestorven, Gij zijt voor mij Verrezen; Gij zijt dus ‘mijn’ God, mijn leven. In U, God, vind ik de liefde die ik zocht en in U vind ik nog veel meer; in U vind ik alles wat ik nodig heb.” Ja, God wil dat we Hem vertrouwen en van Hem houden. In het boek Exodus lezen we: “Ik, Jahwe ben uw God en Ik ben een jaloerse God” (20,5). De Heer wil op de eerste plaats staan. Doe dat dan, zet Hem op nummer één en dan kan alles om u heen instorten, maar dan blijft Hij uw God, mijn God. Thomas wordt door Gods aanbod van liefde overrompeld en roept uit: “Mijn Heer en mijn God!” Ik bid dat u ook verliefd wordt op God, op de Heer Jezus, en dat u Hem op de eerste plaats zet. Want wat gebeurt er als u God op de eerste plaats zet? Dan zal Hij uw leven ordenen, dan zorgt Hij er voor dat u aandacht hebt voor uw medemensen, zeker voor uw dierbaren; dan zorgt Hij er voor dat alle puzzelstukjes van uw leven op een goede plaats komen te liggen.
Ja, ik/wij willen God zien en voelen. Dat kan dus in liefde-vol geloof. Maar soms gebeurt het echt. In 1933 verscheen Jezus aan zuster Faustina. Deze zuster ziet Jezus met een wit gewaad en een opgeheven hand om te zegenen, met de andere hand wijst Hij naar zijn Hart waar twee stralen uitkomen, een rode en een witte straal. Tijdens die verschijning zegt Jezus: “Schilder een afbeelding naar het voorbeeld dat je ziet, met daaronder het opschrift: Jezus, ik vertrouw op U! Ik wil dat deze afbeelding over de hele wereld wordt vereerd. Ik beloof dat de ziel die deze afbeelding vereert niet verloren zal gaan.” De daaropvolgende jaren verschijnt Jezus nog veertien keer aan zuster Faustina en Hij zegt dat er een feest moet komen van de Goddelijke Barmhartigheid, de zondag na Pasen. Jezus wil ook dat de priesters zouden spreken over de grote Goddelijke Barmhartigheid. Bij deze dus. De verering van de Goddelijke Barmhartigheid verspreidde zich razendsnel, maar pas in het jaar 2000 werd de zondag na Pasen de ‘Zondag van de Goddelijke Barmhartigheid’, voor de hele wereldkerk. Vanaf toen ging het nog sneller. De afbeelding vind je in steeds meer huizen, bij mensen thuis en in kerken (ook in onze kerk). Jezus’ woorden: “Ik wil dat deze afbeelding over de hele wereld vereerd wordt” worden zo steeds meer vervuld. God zij dank, want de verwarring neemt steeds meer toe in onze wereld, mannen en vrouwen weten niet meer wie ze zijn, de onrust stijgt in onze samenleving. Je kunt zeggen dat het aan corona ligt, maar volgens mij is er meer aan de hand. Het hart van mensen slaat zonder de Heer op hol en/of gaat op slot. Ook als Christen gedragen we ons soms zoals de leerlingen in het Evangelie: ons opsluiten, de deuren op slot. De leerlingen in het Evangelie waren bang. Maar het enigste waar we echt bang voor moeten zijn is de zonde, en zonden worden door de barmhartige God graag vergeven. Weet dat het sacrament van de vergeving nog altijd bestaat. Weet ook dat de Heer door ‘gesloten deuren’ kan binnenkomen, zelfs wanneer er zware balken op de deur liggen kan Hij binnenkomen. Laten we daarom, zoals Thomas, God herkennen en zeggen: “Mijn Heer en mijn God” en “Jezus, ik vertrouw op U”. Dan kan Hij uw hart bewerken en wonden genezen en wonderen van vrede en liefde tot stand brengen.
Amen.