29-11-2020: De preek van de eerste zondag van de advent 2020
Een tijdje geleden bracht ik iemand een bezoek die zeker wist dat ze moest sterven. Om in voetbaltermen te spreken: de negentig minuten waren voorbij en ze zat in de extratime. Ik zag een beetje op tegen het bezoek en ging met lood (Loodts) in de schoenen ernaartoe: hoe zou het met haar gaan? zou ze bedroefd zijn? misschien boos? Het viel allemaal mee. Ze zei dat ze nu veel kon bidden, ze had de tijd nu, en Onze Lieve Heer mocht haar komen halen. Zij verlangde zelfs naar het einde, want dan zou ze Jezus en Maria zien en ook de mensen die haar lief waren en in de Hemel zijn. Naar aanleiding van dat bezoek heb ik eens nagedacht over het leven en de dood. Eigenlijk zijn we allemaal veroordeeld tot de dood. Niemand van ons weet wanneer de negentig minuten om zijn en of je al in de extratijd zit. Zoals Maradonna, de beste voetballer van de wereld die onverwachts gestorven is. Van één ding zijn we zeker, zoals Jezus zegt: “gij weet niet wanneer het ogenblik daar is.” Wanneer klinkt het laatste fluitsignaal? We weten het niet. We hopen dat het nog jaaaaren gaat duren voordat het fluitsignaal klinkt, maar als we niet oppassen denken we er nooit aan. Als we niet oppassen, ja, want af en toe moet je er even aan denken. Zoals deze zondag. Jezus zegt: “Weest op uw hoede, weest waakzaam”, zorg dat de Heer u “niet slapend vindt”. Dat we verlangen naar het leven, dat we toekomstplannen maken is goed en normaal, maar we mogen de raad van onze Heer Jezus niet uit het oog verliezen die dikwijls waarschuwt: “Weest waakzaam, want ge kent dag noch uur!” Zoals we weten: aan alle levende wezens, alle dieren en zelfs de planten, komt een einde. Alles is vergankelijk en sterfelijk, maar van alle schepselen is de mens het enigste wezen dat wéét dat er eens een einde is. Dieren en planten zijn daar niet mee bezig, voor hen is sterven een stoffelijk gebeuren en ze keren terug tot stof. Het menselijk lichaam keert ook terug tot stof, maar de mens heeft ook een ziel. De ziel is onstoffelijk, door God geschapen en gemaakt voor de onsterfelijkheid. We zijn geschapen voor de Hemel. Of we in de Hemel komen hangt van ieder persoonlijk af. Ieder mens heeft de vrijheid om in te gaan op Gods liefde, om Zijn liefde handen, voeten en stem te geven in de wereld, om tijd te verkwisten of om zich nuttig te maken, om goed te doen of niet.
De Advent is begonnen, een nieuw begin. Adventus betekent ‘komst’. Jezus komt met Kerstmis, God wordt geboren in de tijd, ook in onze tijd om een nieuwe start voor ieder van ons mogelijk te maken. Vorige zondag vierden we ‘Jezus Christus, Koning van het Heelal’ die terugkomt op het einde van de tijd, bij het Laatste Oordeel. Maar als je de Heer uitnodigt komt Hij in jouw leven, Hij leeft ‘in’ je en Hij roept je om jouw hart te verheffen tot Hem. God zelf heeft tijd voor ons! Hij is met ieder van ons bezig, heel persoonlijk. God geeft ons ook de tijd om iets goeds te doen met de tijd die we krijgen. De oproep van deze zondag “weest waakzaam” is prachtig, een uitnodiging. Want op het uur dat God kent, op het eind van het leven, word je geroepen om te vertellen wat je gedaan hebt in het leven: hoe ging je om met de dingen, het aardse bezit? heb je berouw/spijt over jouw zonden? wat heb je voor een ander gedaan? heb je tijd gemaakt voor God, onze lieve Hemelse Vader?
Maria kan ons daarbij helpen. In de Advent is Maria zwanger van Jezus, Ze vormt Hem in haar schoot tot Hij geboren wordt. Wij kunnen ons leven toevertrouwen aan Maria; Zij is onze Moeder en als een goede Moeder vormt Zij ons in dit leven om straks ‘geboren’ te worden in de Hemel. Laten we tot Maria bidden; bidden dat Ze ons helpt zodat we waakzaam blijven en niet verdrinken in de dagelijkse drukte. Het beste gebed is dan het Weesgegroet. Het begint met de groet van de Engel: “Wees gegroet Maria, vol van genade, de Heer is met U”; daarna een uitroep van Elisabeth: “Gij zijt de gezegende onder de vrouwen en gezegend is (Jezus) de vrucht van uw schoot”. Tenslotte vragen we: “Heilige Maria, Moeder van God, bidt voor ons, nu en in het uur van onze dood”. Het zijn de twee belangrijkste momenten van het mensenleven. ‘Nu’ is nu, maar straks als we Maria opnieuw het Weesgegroet bidden is het weer ‘nu’; het ‘uur van onze dood’ kennen we niet, maar het is het belangrijkste uur van ons leven. We hopen natuurlijk dat dat ‘uur’ nog ver weg is, maar Moeder Maria wil ons bij de hand nemen om van het leven iets moois te maken op weg naar de Hemel. Deze Adventstijd, vier weken voor Kerstmis, is een gezegende tijd om je bewust te worden van wat echt belangrijk is in het leven. We mogen geloven dat God in onze tijd komt. Vanuit de Hemel is Hij gekomen en Hij komt nog steeds. Laten we waakzaam zijn en ons hart voor Hem openen én voor elkaar, want Hij leeft in ieder mens.
Amen.