• darkblurbg

08-03-2020: De preek van de tweede zondag in de Veertigdagentijd 2020
Uit Nederland vertrokken vele mannen en vrouwen, missionarissen, naar verre landen om de Blijde Boodschap te verkondigen. Ze brachten Jezus’ licht waar duisternis heerste. De missionarissen trotseerden hitte, koude, allerlei ongemakken, jarenlang. Tot de Heer hen naar de Hemel riep, naar het Vaderhuis. Aan die missionarissen moest ik denken bij de eerste lezing. God zegt tegen Abraham: “Trek weg uit uw land, uw stam en uw familie, naar het land dat Ik u zal aanwijzen”. Abraham vertrok uit een stad waar hij jaren geleefd had. Het was een stad met cultuur en aanzien, er was welvaart. Abraham was een belangrijke inwoner van die stad, maar hij pakte zijn boeltje bij elkaar en vertrok. Van iemand werd hij niemand: niet meer gekend, zonder zekerheid, overgeleverd aan de gevaren van de woestijn en de natuurelementen. Zijn stadsgenoten zullen met hun hoofd geschud hebben en gedacht: “Abraham is gek geworden”. Je moet een beetje gek zijn om te luisteren naar God, om dingen achter te laten, om met God op stap te gaan naar een onzekere toekomst. In het Evangelie zie je nog drie gekkies: Petrus, Jacobus en Johannes. Ze trekken met Jezus mee, de berg Tabor op. Wat was daar te zien? Waren ze niet beter bij hun boot gebleven, bij hun netten? Vissen! dat konden ze. Neen, ze gaan met Jezus de berg op. Hoeveel verdient dat? Geen geld, geen eer, geen roem. Ze zochten iets anders. Ze zochten naar de binnenkant van het leven, naar de zin van het leven. Boven op de berg zien ze wie Jezus werkelijk is. Hij verandert van gedaante: “Zijn gelaat begon te stralen als de zon en zijn kleed werd glanzend als het licht”. Nu zien ze wie Jezus werkelijk is: Zoon van God. Petrus, Jacobus en Johannes veranderden ook: hun toekomst, hun verlangen, hun doen en laten, hun liefde… van bijziend worden ze verziend, alles krijgt meer kleur als je met Jezus op stap gaat. Zo was het voor die leerlingen van Jezus, zo was het voor Abraham, zo was het voor de missionarissen. Ze hebben God tot hen horen zeggen: “Dit is Mijn Zoon (…) luistert naar Hem”.

Er is een probleem: er zijn bijna geen missionarissen meer. Maar, wacht eens even… wij zijn toch ook gedoopt! wij volgen Jezus toch ook! wij houden van Hem, wij kennen Hem, wij kunnen toch ook spreken over de Blijde Boodschap dat Jezus leeft! Heel Tilburg en omstreken is ons missiegebied. De Heer nodigt ons uit om Zijn missionarissen te zijn. Misschien voelt u angst in uw hart nu u uitgenodigd wordt om zoals Abraham ‘weg te trekken’, om zoals Petrus, Jacobus en Johannes ‘de berg te bestijgen’. Ik kan begrijpen dat je daar bang van wordt. Daarom staat er in het Evangelie: “Jezus ging naar hen toe, raakte hen aan en zei: ‘Staat op en wees niet bang’.” Dat gaat zo met iedereen die door Jezus wordt uitgenodigd om Hem te volgen. De Heer raakt je aan en gaat met je mee. De wereld verklaart je voor gek. Maar Abraham heeft het beloofde Land bereikt, de apostelen en de missionarissen hebben de Hemel bereikt. Trouwens, misschien vraagt u zich af of u moet wegtrekken uit Nederland en uit Tilburg. Neen, heel West-Europa is een missiegebied geworden, uw eigen stad, straat en familie incluis.

Broeders en zusters, Op het eind van dit Evangelie zegt Jezus: “Spreekt met niemand over wat ge hebt gezien voordat de Mensenzoon uit de doden is opgestaan.” Jezus is al bijna 2000 jaar Verrezen, opgestaan uit de dood, dus, wij moeten niet meer zwijgen, wij mogen spreken, we moeten spreken. Jaren geleden, toen de vele missionarissen uit Nederland vertrokken naar verre streken, kenden de meesten Nederlanders Jezus Christus en Zijn Blijde Boodschap. In deze tijd (2020) bent uzelf de beste missionaris in uw omgeving. O ja, de wereld verklaart je gek dat je op zondagmorgen in de Kerk zit, uw buren verstaan het niet, uw eigen familie schudt met het hoofd. Maar u bent de missionarissen van vandaag, de apostelen van vandaag, u bent Abraham. Ieder van u is geroepen om Jezus Christus – die onbekend is in onze samenleving – bekend te maken als Verheerlijkte Heer, als Levende Heer, als Verlosser en Geneesheer van lichaam en ziel. Wij mogen de Heer bekend maken, zodat mensen kunnen zien Wie Hij is, zodat ze vanuit de Hemel God de Vader horen zeggen: “Dit is Mijn Zoon (…) luistert naar Hem. Hij zal u gelukkig maken en u helpen van het leven iets moois te maken”. Zo gaan onze medemensen vanuit duisternis naar het Licht van de Heer.

Amen.