01-06-2020: De preek van Tweede Pinksterdag 2020
De coronamaatregelen zijn wat versoepeld, maar we zijn er nog niet helemaal vanaf. Straks is de coronacrisis zoiets als de Tweede Wereldoorlog. We beseffen dat we kwetsbaar zijn, dat we elkaar nodig hebben, hopelijk beseffen we dat we God nodig hebben. Elke crisis is ook een oproep. Als u de Bijbel een beetje kent, dan komen daar ook crisissen in voor. Het volk van God gaat op weg, ze vergeten God, ze wijken af van de weg, er ontstaat een crisis, profeten en profetessen roepen het volk op om te keren, na veel trekken en duwen gaan ze weer op weg en het gaat weer goed, ze vergeten God opnieuw en het proces begint weer van voor af aan. Dat gaat zo de hele Bijbel door. Van de ene crisis naar de andere, maar ze komen er wel weer uit. Het inzicht dat God aanwezig is, waakt en veel zorg besteedt aan ieder mens, het hele jaar door, van de eerste tot de laatste dag, wordt wel eens vergeten. Tweede Pinksterdag vieren we ook Maria, Moeder van de Kerk. Zij helpt ons om op de goede weg te blijven.
De goede weg, de route ligt er, helemaal voor ons uitgeschreven in de Bijbel, maar er is meer nodig. Wat is er nog nodig? U heeft het allemaal wel eens gezien: een auto met een chauffeur er in en twee of drie anderen die de auto met moeite vooruit duwen en in gang proberen te lopen. De auto schokt even, ze stoppen, ze vegen het zweet van hun gezicht en ze duwen opnieuw. En dan, ineens, de motor slaat aan, de auto rijdt weg. Degenen die duwden staan blij blazend rechtop. Zoiets gebeurt ook in het Christelijk leven. Door moeizaam te duwen gaat men op weg, op de goede weg, ja, maar niet snel. Toch hebben we allemaal een stevige krachtige motor: we zijn gedoopt, gevormd. We hebben “de kracht uit den hoge”, maar de motor moet aanslaan. Pinksteren, met de hulp van Maria, Moeder van de Kerk, zou onze ‘motor’ in gang moeten krijgen. In de Handelingen van de Apostelen lezen we: “zij allen bleven eensgezind volharden in gebed, samen met (…) Maria”. Het geheim van Pinksteren heet ‘gebed, samen met Maria’. Dan slaat de motor aan, dan hoeven we niet puffend en hijgend door het leven te gaan. Jezus heeft beloofd dat God de Vader de Heilige Geest zou geven aan hen die er om vragen. Daarom, vraag de Heilige Geest te komen, open uw hart voor de Heilige Geest, nodig Hem uit, vraag het op voorspraak van Maria, de Moeder van de Kerk.
Nog een voorbeeld: begin van vorige eeuw emigreerde een gezin naar de Verenigde Staten. Ik weet niet meer of het een Belgisch of een Nederlands gezin was, maakt niet veel uit, maar ze hadden niet genoeg geld om op het schip nog eten te kopen. Daarom namen ze eten mee: brood en kaas. Ze waren al enkele weken op zee, het brood was verdroogd en de kaas beschimmeld. De zoon hield het niet meer vol en begon te huilen. De ouders namen het beetje geld dat ze hadden, gaven het aan de zoon zodat hij in het restaurant kon gaan eten. Hij ging, at en toen hij terug bij zijn ouders kwam huilde hij nog steeds. Wat was er aan de hand? De ouders zeiden: “We hebben je alles gegeven zodat je goed zou eten en nu is het nog niet goed!” De zoon zei: “Ik huil omdat ik ontdekt heb dat wij heel de reis op brood en kaas geleefd hebben, maar dat in het reisbedrag één volle maaltijd per dag inbegrepen is.” Tot zover het verhaal. Wat kunnen we daarvan leren? Veel mensen leven op ‘brood en kaas’, zonder de gaven van de Geest ten volle te ervaren: liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing, solidariteit en nog zoveel meer. We hebben allemaal geestelijke gaven nodig. Er is altijd wel iets wat ontbreekt in ons leven. In geestelijke zin kunnen wij elke dag genieten van alles wat in ‘het reisbedrag van de Christen inbegrepen is’. Wat moeten we doen om die gaven te ontvangen? Bidden, samen met Maria. Bidden op voorspraak van Maria, Moeder van de Kerk. Zij kan ons helpen op de goede weg te blijven en geïnspireerd door de Geest blijmoedig op tocht te gaan. Ondertussen geeft de liturgie van Pinksteren ons prachtige woorden, ik bid ze voor:
Kom, o Geest des Heren, kom.
Kom uit het Hemels heiligdom waar Gij staat voor Gods aangezicht.
Kom o Trooster, kom daal neer en schenk ons Uw gaven, Heer.
Kom en wees in de harten licht.
Kom, o Trooster, Heil’ge Geest, zachtheid die de ziel geneest.
Kom verkwikking zoet en mild, rust die alle onrust stilt.
Kom o vrede in de strijd, lafenis voor ’t hart dat lijdt.
Licht dat vol van zegen is, schijn in onze duisternis, neem de harten voor U in.
Zonder Uw geheime gloed is er in de mens geen goed, is de ziel niet rein van zin.
Was wat vuil is en onrein, overstroom ons dor domein, heel de ziel die is gewond.
Maak weer zacht wat is verstard, koester het verkilde hart, leid wie zelf de weg niet vond.
Geef uw gaven zevenvoud aan ieder die op U vertrouwt en zich geheel op U verlaat.
Sta ons met uw liefde bij, dat ons einde zalig zij. Geef ons vreugd die niet vergaat.
(Pinkstersequentie)
Als we zo bidden ontvangen we de gaven van de Heilige Geest. Misschien dat er niet direct iets verandert, maar na een tijd, als we terugkijken op ons leven zien we dat er toch iets veranderd is. Kortom, laten we ons hart openen voor de Heer, voor Zijn Heilige Geest en bidden we op voorspraak van Maria.
Amen.