• darkblurbg

01-11-2020: De preek van Allerheiligen 2020
Vandaag vieren we alle heiligen. Bij heiligen denken we misschien aan mensen die buiten de gewone werkelijkheid staan. Een beetje bijzondere types, met een aureooltje, een stralenkransje om hun hoofd, mensen die met hun voeten niet op de grond staan. Maar eigenlijk zijn heiligen mensen die kwaliteitsvol leven en geleefd hebben. En dan gaat het niet over mensen die willen scoren, gezien willen worden, op de voorgrond willen staan ten koste van anderen. Heiligen zijn mannen en vrouwen die hun gaven en talenten gebruiken tot opbouw van hun medemensen en zo tot eer van Gods Koninkrijk op aarde. Heiligen zijn mensen die zich laten bezielen door de Geest van Jezus Christus en die zo iets van Jezus laten zien in deze wereld. Dat heeft uitstraling! In de Bijbel lezen we over ‘een menigte geloofsgetuigen’, “een menigte die niemand tellen kon uit alle rassen en stammen en volken en talen; zij stonden voor de troon van het Lam”. Voor alle duidelijkheid: het ‘Lam’ is Jezus Christus, het “Lam Gods dat ze zonden van de wereld wegneemt”. De ‘menigte’ gaat over veel meer mensen dan zij die via een kerkelijke procedure officieel ‘heilig verklaard’ zijn. We vertrouwen er op dat onze overleden dierbaren ook bij die ‘menigte’ aanwezig zijn, dat ze “voor de troon van het Lam” staan.

Ondertussen blijven we als gelovige niet steken bij de mooie herinneringen aan een overleden dierbare, maar we vertrouwen erop dat onze dierbare verder leeft, over de grens van dit leven in het eeuwig leven, bij God onze Vader, bij Jezus onze grote Broer, bij Maria onze Hemelse Moeder. Meestal komen mensen de eerste keer in aanraking met de dood als een opa of oma sterft. Als de kleinkinderen dan nog klein zijn, wordt in gelovige gezinnen gezegd dat opa of oma naar de Hemel is. Kinderen zijn daar heel ontvankelijk voor. Maar zo is het ook! We moeten niet blijven steken in herinneringen en pijn om het afscheid. Er is meer. We mogen vertrouwen in wat de apostel Paulus schrijft: “We willen u niet in onwetendheid laten over het lot van hen die gestorven zijn; gij moogt niet bedroefd zijn zoals de andere mensen, die geen hoop hebben. Wij geloven dat Jezus is gestorven en weer is opgestaan; evenzo zal God hen die in Jezus zijn gestorven levend met Hem meevoeren”. Zo’n geloof kan het verdriet verzachten, zo’n geloof maakt het verdriet anders en geeft troost en hoop op een weerzien. Als mensen vol verdriet zijn stellen ze wel eens de vraag: “Waar was U, God, toen de mens waarvan ik hield gestorven is?”, dan mogen we God horen fluisteren: “Mijn kind, toen het lichaam van jouw dierbare het begaf door ziekte of ouderdom of door een ongeluk of wat dan ook, is hij of zij in Mijn Handen gevallen en Ik heb hem of haar gedragen naar de nieuwe Hemel en de nieuwe Aarde en van daar uit bijft jouw dierbare jou nabij”. Als we in de Kerk samenkomen rond de Verrezen Heer Jezus Christus, dan mogen we geloven dat onze dierbare overledenen – die leven bij de Heer – ook aanwezig zijn. We geloven namelijk ‘in de gemeenschap van de heiligen’. Geloof dat u niet allen bent. U hoeft niet alles alleen te dragen, dat is trouwens onmogelijk. De Heer zelf, de gemeenschap van de heiligen van God beschermt, steunt en draagt u. Als u wilt tenminste. Daarom, open uw hart voor de Heer. Nodig Hem uit om aanwezig te zijn in uw leven. Spreek met Hem, van mijn part ‘mopper’ op Hem. Maar zorg dat je een levende relatie met de Heer hebt. In de ‘gemeenschap van de heiligen’ is ruimte voor mensen van alle soorten en tijden; zorg dat je erbij bent. Zo houd je hoop op de toekomst en zo breng je ook hoop in deze wereld, en kunnen we vanuit ons geloof anderen bijstaan.

We hoorden vandaag de zaligsprekingen, het zijn richtingwijzers. Zalig zijn we als we – zo goed we kunnen – ons leven aan de Heer geven en elkaar helpen en bijstaan. Al wat niet zalig is zal eens wegwaaien zoals bladeren in de najaarswind. Daarom, geef God een plaats in uw leven. We kunnen dan vruchten dragen, vruchten van bekering, geduld, verzoening met God en de naasten, vruchten van vrede en liefde. Ondertussen vertrouwen we erop dat de Heer Jezus ons helpt; en onze broeders en zusters, de heiligen die ons voorgegaan zijn, vaders en moeders die ons voorgegaan zijn, ze bidden voor ons. Zalig zijn we als we niet de avond van ons leven afwachten, maar nu al ons leven zetten op de weg van de Heer.

Amen.