28-04-2019: De preek van Beloken Pasen 2019
Thomas, de ongelovige Thomas genoemd, gelooft niet alles. Dit heeft nadelen, maar ook voordelen, want als Thomas tot geloof komt zal het niet lichtgelovig zijn. Veel vrienden van Thomas waren al tot geloof gekomen: Maria Magdalena, een aantal vrouwen, de leerlingen van Emmaüs, Petrus, Tien apostelen en – last but not least – Maria, de Moeder van Jezus. Allemaal hadden ze Thomas gezegd dat Jezus uit de dood was opgestaan, dat ze Hem gezien, ontmoet, gesproken, met Hem gewandeld en gegeten hadden. Thomas had dat niet meegemaakt en hij had stevige argumenten om niet te geloven. Misschien hadden ze wel een dubbelganger van Jezus gezien. Of misschien was Jezus ‘opgestaan’ in hun fantasie. Om dat uit te sluiten stelde Thomas twee eisen: hij wilde de vinger in de wonde van Jezus’ hand en zijn hand in de wonde van Jezus’ zijde leggen. Een dubbelganger met zo’n wonden is nergens te vinden en als het fantasie is, dan was het ook snel duidelijk. Maar… de Verrezen Heer gaat in op deze eisen van Thomas. De zondag na Pasen verschijnt Jezus speciaal voor Thomas. Jezus had na een mirakel dikwijls tegen de mensen gezegd: “Uw geloof heeft u gered”, nu verschijnt Hij aan de ongelovige Thomas. Jezus nodigt hem uit van ongeloof naar geloof te gaan en zegt zijn vinger en zijn hand in de wonden te leggen. Deze ervaring is sterker dan de woorden van zijn vrienden. Bijna twintig mensen hadden Thomas proberen te overtuigen met woorden. Het was niet gelukt. Eén ontmoeting met Jezus en Thomas valt op zijn knieën en roept uit: “Mijn Heer en mijn God.” Van de meest ongelovige wordt hij plots de meest gelovige in de kring van Jezus’ vrienden. Jezus zegt daarna wat het belangrijkste is: “Gij gelooft omdat gij gezien hebt? Zaliger die geloven zonder gezien te hebben.” De nobelste, de edelste manier om te geloven is door niets gezien te hebben. Maar… allemaal rond de kring van Jezus hebben Jezus gezien! Dat is toch niet eerlijk! Alvorens te geloven in de Verrijzenis zag Maria Magdalena Jezus bij het graf, net zoals Johannes en Petrus. Jezus was ook verschenen aan de andere Apostelen en aan die twee die op weg waren naar Emmaüs. Ze hadden allemaal Jezus gezien alvorens te geloven. Dan is het wel heel makkelijk om te geloven dat Jezus leeft!
Beste mensen, en u? Heeft u Jezus gezien? Ik vermoed dat de meesten van u de Heer niet gezien hebben, ik ook niet. Hoe bent u dan tot geloof gekomen? Hoe komt het dan mensen geloven in Jezus Christus, of in Maria als Moeder van God? Hoe komt het dat mensen in de Hemel geloven en in Engelen? Mogen wij geloven in iets dat we niet zien en niet wetenschappelijk kunnen bewijzen? Ons verstand vraagt inzicht, inzicht in het geloof. In ieder mensenleven zijn er kleine aanwijzingkjes, kleine feitjes, kleine dingetjes die op zichzelf genomen niet doorslaggevend zijn, maar samen genomen toch zekerheid kunnen verschaffen. Het is als een kabel. Een kabel bestaat uit vele kleine draadjes. Elk draadje is dun en zwak, maar samengenomen zijn ze ijzersterk, een sterke kabel. De kabel van aanwijzingkjes, feitjes, dingetjes leidt tot zekerheid. En ja, van ongeloof naar geloof is een sprong, maar wel een sprong die te rechtvaardigen is.
Om Jezus te ontmoeten, om Zijn aanwezigheid te vatten en te voelen, moet je vertrouwd raken met de Bijbel, het Evangelie, de geschiedenis van de Kerk, het leven van Heiligen, het leven van gelovige mensen. Daarin zie je God aan het werk. Ook je eigen leven is een vindplaats van God. Het belangrijkste is de Heilige Mis waar alles samenkomt. Maria Magdalena, de vrouwen, de leerlingen van Emmaüs, Petrus, de Tien apostelen, allemaal hadden ze Jezus gezien, ontmoet, gesproken, met Hem gewandeld en gegeten. In de Mis maken wij dat ook mee. We mogen Jezus zien in onze medechristenen, Hij leeft in ieder mens; we luisteren hier naar de Bijbel, het Evangelie, en we horen de Heer zelf aan het woord; we ontmoeten Jezus in de natuur, maar nog beter in het gebed, we spreken met Jezus als we bidden; we wandelen met de Heer Jezus als we van hier vertrekken, de wereld in; we eten met de Heer tijdens de Heilige Communie. In de Mis, in gebed en Heilige Communie voedt de Verrezen Heer ons met Zijn geloof, hoop en liefde. Ondertussen maken we van alles mee. Een ongelovig iemand, zo iemand als Thomas, zou zeggen: “Toeval!” Maar dat is het niet. Al die aanwijzingkjes, kleine feitjes, kleine dingetjes, alles samen zijn ze stuk voor stuk ‘bewijzen’ van Jezus’ aanwezigheid in uw leven. Natuurlijk zouden de bewijzen helderder kunnen zijn, maar het zijn bewijzen voor degene die zich laat raken door de Heer. Daarom, open uw hart voor de Barmhartige Heer en zeg: “Jezus, ik vertrouw op U”. Of misschien bent u zoals de ongelovige Thomas. Durf dan zoals Thomas de Heer uitdagen. Vraag Hem iets. Want de Verrezen Heer wil u ontmoeten. Als dat gebeurt, vergeet dan niet te zeggen: “Mijn Heer en mijn God.”
Amen.