• darkblurbg

10-03-2019: De preek van de eerste zondag van de Veertigdagentijd 2019
De Vastentijd of Veertigdagentijd is begonnen. We zijn veertig dagen – zondagen en feestdagen niet meegerekend – op weg naar Pasen, maar de verrijzenis van de Heer Jezus Christus. De Veertigdaagse Vastentijd is een tijd om even in je te keren “waar ben ik mee bezig?” Het is een tijd om naar Gods Stem te luisteren, om de bekoringen van de kwade te overwinnen en de waarheid over jezelf te vinden. We zijn allemaal kinderen van onze tijd: je kunt een eigen mening hebben, een onafhankelijk karakter, je kunt zelfs een totaal andere mening hebben dan wat gebruikelijk is. Op een aantal terreinen laat je horen en zien dat je een vertegenwoordiger bent van deze tijd. Een tijd gekenmerkt door voorspoed, stoffelijke welvaart, materiële dingetjes. Niet alle, maar toch de meeste mensen kunnen vele verlangens realiseren. We doen dat op alle terreinen van het leven: eten en drinken, het inrichten van onze woning, het indelen van onze werkweek, het kiezen van ontspanning, het aanschaffen van spulletjes. We proberen ons hele leven zo aangenaam mogelijk te maken en daar is niets mis mee. In zo’n sfeer, in zo’n tijd is het bijna belachelijk om te vasten en om over ‘onthouding en versterving’ te spreken. ‘Onthouding, versterving’ (het zijn oude woorden, maar) toch spreekt onze Kerk in de vastentijd over onthouding en versterving. De Kerk gaat mee met haar tijd, tot op zekere hoogte, maar de principiële dingen staan als een huis. Je zou van de Kerk kunnen zeggen dat ze een tijdloos element vertegenwoordigt in ons tijdelijk leven. Terwijl alles in en rondom ons stroomt en vloeit, is de Kerk als een rots die niet meedrijft. Dat wat God geopenbaard heeft over Zichzelf spoelt nooit weg, door geen tijdsgeest bewogen, door geen maatschappelijke ontwikkelingen van welke sterke stroming ook. Onze tijd, ook ons leven, is een voorbijgaande episode. Daarom nemen we het advies van Paulus ter harte. Hij schrijft aan zijn medewerkers Timóteus en Titus: “Bewaar wat u is toevertrouwd en blijf vasthouden aan wat jullie geleerd is”. Als we vasthouden wat ons is overgeleverd staan we op rotsgrond, sterker nog, zoals Paulus tot de Christenen van Rome schrijft: “Als uw mond belijdt dat Jezus de Heer is, als uw hart gelooft dat God Hem van de doden heeft opgewekt, zult gij gered worden (…) alwie de Naam van de Heer aanroept zal gered worden”. Geweldige beloften waar we in deze Veertigdaagse Vastentijd ons in kunnen verdiepen.

De Kerk gaat met haar tijd mee, tot op zekere hoogte. Er is bijvoorbeeld een grotere mate van vrijheid in de keuze van vasten, verstervingen en onthoudingen. Vroeger was vasten van dag tot dag tot in detail beschreven (snoeptrommel), het ging vooral over eten. De eerste van de drie bekoringen die Jezus moet doorstaan begint met eten: “Als Gij de Zoon van God zijt, verander die steen in brood”. Jezus antwoordt met een woord uit de Bijbel: “Een mens leeft niet van brood alleen.” Om gelukkig te zijn is er meer nodig dan brood of materiële welvaart. De tweede bekoring is de bekoring van de macht. De duivel toont Jezus alle koninkrijken van deze wereld en zegt: “ik geef het aan U als Ge mij aanbidt”. Jezus verwijst naar God, Hem aanbidden en dienen. Om gelukkig te zijn is macht niet belangrijk, geen aanbidding van macht, het maakt je eerder ongelukkig, maar aanbidding van God, de Bron van waarheid, liefde en vrede. Ook geen macht om mensen te onderdrukken, maar om te dienen, elkaar te helpen en dienstbaar te zijn. De laatste bekoring gaat over het ego: “Gij Jezus, spring van de tempelmuur, laat zien wat Je kunt, zodat iedereen vol bewondering voor Jou is”. Om gelukkig te worden hoef je zelf niet altijd in het centrum te staan. Kijk naar wat je voor een ander kunt doen, het begint met gewoon luisteren.

Ja, tegenwoordig kunnen we zelf kiezen hoe we vasten. Een goede raad: probeer deze Veertigdaagse Vastentijd met Jezus Christus te beleven, door je geloof te verdiepen, door wat meer te bidden, door aandacht te hebben voor medemensen, door een beetje onthouding en versterving, de beheersing van lichamelijke verlangens die de weg tot God en de naaste kunnen versperren. We kunnen wat letten op eten en drinken, tv-kijken of sociale media, “mag het wat minder zijn, eenvoudiger”. We kunnen bidden, Bijbellezen, elkaar helpen en bemoedigen, “mag het wat meer zijn!” Moge Moeder Maria ons helpen om het juiste evenwicht te vinden in het leven. Laten wij beginnen deze Veertigdaagse Vastentijd met vreugde beleven en ingaan. Dan kunnen we straks het nieuwe leven van Pasen vieren, een nieuw begin op weg naar de eeuwigheid.

Amen.