03-02-2019: De preek van de vierde zondag door het jaar 2019
We hoorden in het Evangelie dat Jezus vertrok, Hij ging gewoon weg nadat ze Hem probeerden in de afgrond te gooien. Hij moest weg, Hij kon niet anders want ze wilden niets meer met Jezus te maken hebben. Jezus zei dingen en deed dingen die ze niet konden verdragen. Het lijkt wel of er in onze tijd hetzelfde gebeurt. Vele mensen die gedoopt zijn komen niet in de kerk, stoelen blijven leeg, als vrijwilligers stoppen omdat ze oud worden is het moeilijk om hun taken door iemand anders te laten overnemen. Het lijkt of God in de afgrond gegooid wordt, uit het zicht, niet nodig in onze moderne maatschappij. Alles wat met geloof te maken heeft wordt geschrapt, uitgewist; kruisbeelden verdwijnen uit scholen, ziekenhuizen en openbare gebouwen. Als excuus: we mogen niemand choqueren; er zijn andersgelovigen en ongelovigen die niets met het Christendom hebben, dus halen we de kruisbeelden weg. Er zijn maar weinig mensen die dit erg vinden. De Christelijke inspiratie verdwijnt, verdampt. Het is zoals bij Jezus. Zoals men probeert Hem in de afgrond te duwen, zo duwen velen hun geloof in de afgrond, zand erover. Volgens mij doen de meeste mensen dit niet eens met opzet. Het gebeurt gewoon, geleidelijk, onopvallend. En zo groeien we langzaam naar een samenleving zonder Jezus Christus. Als gelovige Christenen moeten we daar ook voor oppassen. We zijn onderdeel van deze moderne maatschappij. In België is een paar weken geleden een filosoof overleden, Etienne Vermeersch. Hij was atheïst, geloofde niet in God, maar hij zei: “Als God bestaat, is Hij het belangrijkste wat er is. Er is dan niets groters dan God en dan moeten we ons leven daarnaar inrichten”. Ja, er is zoveel afleiding, er is zoveel te doen. Heeft God nog een plaats in uw leven? Een tip: doe de dingen met God, met Jezus Christus. Betrek Hem in alles wat je doet. Hij is een Vriend die wil helpen, inspireren tot in de kleinste details van ons leven. Met de Heer Jezus wordt het leven liefde-vol, vreugde-vol, vrede-vol, je bent dankbaar ook.
In 2001, naar aanleiding van de aanslagen van 11 september op de W.T.C.-torens in New York, vroeg een journalist aan een Christen : “Hoe heeft God dit kunnen laten gebeuren?” Deze Christen gaf dit antwoord : “Sinds vele jaren vragen we God onze scholen te verlaten, uit de regeringen weg te gaan en te verdwijnen uit ons leven. Heer als Hij is, trekt Hij zich rustig terug. Maar hoe kan Hij ons zegenen en beschermen als we aandringen ons met rust te laten? In vele scholen wordt de Bijbel niet meer gelezen waarin staat: ‘Ge zult niet doden, ge zult niet stelen, heb de ander lief zoals jezelf, vergeef de ander’. Nu vragen we ons af hoe het komt dat er mensen zijn die geen onderscheid kunnen maken tussen goed en kwaad, die zelfs in staat zijn de ander om zichzelf van het leven te beroven.” In het Evangelie van vandaag lezen we dat Jezus midden tussen hen doorging en vertrok. Gelukkig dat God blijft bestaan, dat Jezus Verrezen is en leeft. Hij komt terug langs vreemde wegen. De geschiedenis van de Kerk leert ons dat de Heer elke keer weer terugkomt. Maar je moet dan wel iets doen. Wat moet je doen? Bidden. Zijn hulp vragen. Dan komt Jezus terug. Hopelijk leren jonge mensen te bidden tot Jezus en geven ze Hem een plaats in hun leven. Laten wij volhouden en God vragen om tussen te komen in ons eigen leven, in het leven van mensen, in de wereldproblematiek.
In het Evangelie van vandaag spreekt Jezus over de melaatse Naäman. Hij was ziek, gekwetst in lichaam en ziel. Hij voelde zich onrein. Toch werd hij gereinigd, genezen. Of die weduwe te Sarepta, ze werd gered van de hongersnood doordat ze brood kreeg. Wij kunnen onze geestelijke honger stillen door de Heilige Communie, het Brood van Leven dat het leven herstelt. De Heer onze God houdt van ons, zoals we hoorden in de 1ste lezing: “Voordat Ik u in de moederschoot vormde, kende Ik u; voordat ge geboren werd”. Kortom, niemand kan zeggen: “Ik ben alleen op de wereld”. God is er. De apostel Paulus leert ons vandaag naar de hoogste gaven te streven, niet naar het vergankelijke maar naar het eeuwige, naar geloof, hoop, liefde. De liefde is de grootste. Als we straks in de Hemel zijn hoeven we niet meer te geloven en te hopen. Dan zien we God, Jezus Christus. En de liefde blijft. God is liefde. Richt uw leven in naar de lieve God. Laten we ons geloof niet in de afgrond duwen, maar ervan leven. Dat ons geloof mag groeien en sterker mag worden zodat we bewust zijn dat de lieve Heer bij ons is.
Amen.