22-09-2019: De preek van de vijfentwintigste zondag door het jaar 2019
Jezus vertelt graag parabels. Parabels maken dingen duidelijk. Maar er zijn zo van die parabels die meer problemen scheppen dan dat ze iets duidelijk maken. De parabel die we net gelezen hebben, over de onrechtvaardige rentmeester, is daarvan het beste voorbeeld. De rentmeester is een oplichter, een dief, en dat kan Jezus niet goedpraten. Wat de rentmeester doet kan echt niet. Jezus noemt hem dan ook een ‘onrechtvaardige rentmeester’. Toch prijst Jezus hem ook, omdat de rentmeester weet wat hij niet kan: “Spitten kan ik niet”, om te werken is hij waarschijnlijk te lui; “bedelen wil ik niet”, dat wil niemand. En dan beseft die rentmeester wat hij wel kan. Hij roept de klanten van zijn baas bij zich en vermindert hun schuld. Dat vinden die klanten wel goed. En de ‘onrechtvaardige rentmeester’ vertrouwt er op dat de klanten van zijn baas hem straks wel zullen helpen. Zijn toekomst is zeker… denkt hij.
Neen, Jezus keurt dit niet goed, maar Hij prijst de onrechtvaardige rentmeester wel. Waarom? Omdat hij slim is. Jezus maakt ons duidelijk dat de rentmeester – als kind van de duisternis – om zijn hachje te redden, vindingrijk is, creatief en slim. En zo moeten ook de kinderen van het licht zijn. De kinderen van het licht – de volgelingen van Jezus – moeten zich ten volle inzetten voor gerechtigheid, liefde, solidariteit en vrede. We stellen vast dat de kinderen van het licht – de Christenen – zich niet altijd ten volle inzetten voor het goede. Op dat punt zouden wij nog veel kunnen leren van misdadigers en dieven. Zij doen en laten heel veel om zichzelf te verrijken. Jezus maakt duidelijk dat wij best wat gemotiveerder en creatiever mogen zijn, in het zoeken naar wegen om de Blijde Boodschap door te geven, om de vrede en het goede in de wereld te doen groeien. Dat is het wat Jezus met deze parabel ons wil leren.
Concreet nu. Wat kunnen wij doen? We hoorden Paulus in zijn brief aan Timoteüs: “God wil dat alle mensen gered worden en tot de kennis van de waarheid komen.” Ja, we zijn gedoopt en de Heer roept elke gedoopte om te groeien in kennis, om te groeien in geloof, hoop en liefde. De vraag is: hoe laat ik dat groeien? Het begint met te erkennen dat God bestaat, dat Hij de Heer is van jouw leven, én tegelijk andere mensen aanvaarden als broer of zus zonder verdeeldheid, rivaliteit, onbegrip en egoïsme. God beminnen en de naastenliefde. In kranten of op tv zie je vaak verdeeldheid. Er woeden kleine en grote oorlogen in wijken, werkplaatsen, zelfs in gezinnen: onverdraagzaamheid, jaloezie, men gunt elkaar het licht in de ogen niet. Wij mogen aan Jezus vragen dat Hij ons de weg van de liefde leert. Want het is mooi om elkaar als broers en zussen te beminnen. Natuurlijk, met sommige mensen klikt het beter dan met anderen, maar de grondhouding is de liefde en die kunnen we vragen aan de Heer: “Heer Jezus, help me God en mijn naaste te beminnen!” Als we die grondhouding hebben, zijn wij een teken van Gods liefde, dan zijn we als gist dat het deeg doet rijzen, als zout dat smaak geeft en beschermt tegen bederf, als licht dat verheldert en verlicht. Rondom ons – kijk maar in de krant of op tv – zie je het kwade (de kwade) aan het werk. Maar God is sterker! Gelooft u dat? Weet u waarom God sterker is? Omdat Hij de Heer is, Heer van het leven, Schepper en Herschepper. Hij kan alles nieuw maken.
Kortom, laten wij slim zijn zoals die ‘onrechtvaardige rentmeester’ die zijn intelligentie gebruikte. De ‘onrechtvaardige rentmeester’ gebruikte zijn talenten om er kwaad mee te doen. Laten wij onze talenten ten goede gebruiken zodat in ons leven het Licht van Jezus Christus schijnt en zodat het Rijk van God groeit in deze wereld. Samen, als broers en zussen, brengen we dan het licht van het Evangelie in deze wereld. Want er zijn mensen in deze wereld die zich verloren voelen en zoeken naar antwoorden, hoop missen, die aanmoediging nodig hebben en nieuwe kracht. Mogen de Christenen en de Kerk een plaats van barmhartigheid en hoop zijn, waar mensen zich aanvaard, bemind en vergeven weten, en dat ze door ons aangemoedigd worden om het goede leven van het Evangelie te leven. Mogen zoekende mensen door ons Jezus Christus leren kennen die (zoals Paulus schrijft) “Zichzelf gegeven heeft als losprijs voor allen”. Hier in de Heilige Mis geeft Jezus zich aan ieder van ons in de Heilige Communie. Het is de Heer zelf die ons de kracht geeft om te leven en lief te hebben. Hij schenkt ons hier de inspiratie om straks als gezegende mensen door de kerkdeur naar buiten te gaan om het Evangelie te beleven.
Amen.