21-07-2019: De preek van de zestiende zondag door het jaar 2019
Jezus is niet zomaar iemand die doelloos rondtrekt. Jezus is geen doler, maar heeft een doel. Hij verlaat Galilea en trekt naar Jeruzalem, waar Zijn aardse leven zal eindigen. Aan zijn apostelen heeft Hij zijn lijden en sterven voorspeld. Ondertussen trekt Jezus van stad naar stad, van dorp naar dorp, op weg naar Jeruzalem. Overal waar Jezus komt verkondigt Hij zijn Blijde Boodschap. Zo komt Hij in het dorp waar Marta en Maria wonen. Maria luistert en zit aan de voeten van Jezus; haar zus Marta is druk bezig in de keuken. Marta moppert omdat haar zus niets doet. Maar uit Jezus’ opmerking blijkt dat Maria het beste deel gekozen heeft: even rustig aan, aan de voeten van Jezus, bezinning. Natuurlijk waardeert Jezus wat Marta doet, dat ze de gasten goed ontvangt met koffie, thee en koekjes, maar Hij signaleert het gevaar dat ze in haar werk teveel opgaat en het wezenlijke vergeet.
Ik kijk dan naar onze samenleving, hier en nu. Jezus Christus trekt nog steeds rond. Vele mensen kennen of herkennen Hem niet. Ze weten niet waar Hij te vinden is. Velen vinden het niet meer belangrijk om te bidden, om naar de kerk te gaan, om even stil te zijn aan de voeten van de Heer. Ook tegen hen zegt Jezus: “Stel je open voor Mij, luister naar Gods Woord in de Bijbel, maak het stil en bid.” Waarom? Het is een bron van inspiratie voor jouw werk. Het geeft je kracht om je voor anderen in te spannen. Als we alleen maar bezig zijn met ons werk, of geld verdienen, of hobby’s en materiële dingen, het is allemaal nodig, maar als we daar teveel door worden beheerst, is dat heel vermoeiend, onze accu raakt dan leeg. Met stilte, gebed, bezinning, aan de voeten van de Heer, laden we onze accu op. We worden even uit onszelf getrokken en richten ons op de Heer die ons weer inspireert, bemoedigt, kracht geeft. Kortom, om evenwichtig in het leven te staan is het ‘ora et labora’, bidden en werken. Want we hebben geen onbekende God die ver van ons af leeft. God heeft Zich aan ons geopenbaard. Door deze God – er is geen andere – zijn we gewild en geschapen. Door Hem en voor Hem leven we, en we zijn op weg naar Hem. We kunnen ons leven zien als een pelgrimstocht, op weg naar de Verrezen Heer Jezus Christus. Hij is het doel. Wij zijn geen dolers. Dolers hebben geen doel, die doen maar wat, dwalen maar wat rond zonder doel, genieten van dit en dat, voorbijgaande genoegens, maar niets dat blijft. Dolers draaien in een rondje zonder doel en uiteindelijk gaat alles voorbij. Als Christen ben je geen doler. Christenen hebben een doel: de Heer Jezus Christus, onze Heer en God. Neen, onze levenstocht verloopt niet vlekkeloos zoals we allemaal weten. Er zijn ups en downs, stevige bochten en steile hellingen langs soms diepe afgronden. Er zijn hoopvolle periodes met een warm zonnetje en een heerlijk briesje; er zijn ook moeilijke tijden. Het Kruis is niet ver weg, eigenlijk altijd wel aanwezig. En toch, we trekken verder. En hoe verder we trekken hoe lichter het wordt. Misschien niet licht in de zin dat het minder zwaar wordt, maar wel lichter in de zin dat Jezus Christus bij ons is en onze levensweg verlicht met Zijn aanwezigheid. Het is het geheim waarover Paulus spreekt in de tweede lezing: “Dit geheim bestaat hierin: ‘Christus in u’ en ook: hoop op de eeuwig heerlijkheid.” We mogen geloven dat, als we eens op onze bestemming zijn, alles licht wordt. Dan zijn we aangekomen bij de Heer van het Leven, in het eeuwige licht, bij de Heer die er altijd is en zal zijn, en wij zijn dan bij Hem. Ondertussen is er het Kruis, ja, in dit leven is het er al-tijd, maar als we het Kruis goed dragen leidt het ons binnen in het licht van Christus.
Broeders en zusters, Wij zijn geen dolers maar pelgrims onderweg naar onze Heer. Laten wij, zoals Maria in het Evangelie, het beste deel kiezen en regelmatig aan de voeten van de Heer zitten. Dan zullen we de inspiratie krijgen om iets moois van ons leven en van onze omgeving te maken. Dan groeit er verdraagzaamheid, vrede, vreugde, vriendschap, en… dan zal Hij ons nooit ontnomen worden.
Amen.