• darkblurbg

26-05-2019: De preek van de zesde zondag van Pasen 2019
In ieder mens leeft het verlangen naar het goede, het ware en het schone. Ieder mens ziet uit naar veiligheid, rust en liefde. In ieder mens is er een grenzeloos heimwee naar vervulling. Augustinus wist het mooi te schrijven: “Gij God hebt ons voor U geschapen en ons hart is onrustig totdat het mag rusten in U.” De vraag is: leeft dat heimwee, die hunkering naar God, in uw hart? Leeft het in ieder mensenhart? Als je om je heen kijkt zou je er aan kunnen twijfelen. Want God is voor velen de grote Onbekende. En toch, ieder mens verlangt naar méér. Vele mensen die God niet kennen, zoeken hun honger te stillen op allerlei manieren: werk, vakanties, hobby’s, sport, vriendschappen, en in sommige gevallen: seks, drank, drugs en rock en roll. Maar die aardse dingen blijken surrogaat, zoethoudertjes, ze kunnen dat gat in ons hart nooit vullen. Slechts één is groot genoeg om dat oneindig groot gat in ons hart te vullen: de Oneindige God die Zich geopenbaard heeft in Jezus Christus. Vandaag zegt Hij in het Evangelie dat Hij de Helper zal sturen, “de Heilige Geest, die de Vader in mijn Naam zal zenden, Hij zal u alles leren en u alles in herinnering brengen wat Ik u gezegd heb.” En dan zegt Jezus er zo fijntjes bij: “Vrede laat Ik u na; Mijn vrede geef Ik u. Niet zoals de wereld die geeft, geef Ik hem u”. Zonder Jezus Christus, zonder Zijn Heilige Geest, zonder Zijn vrede, zijn we zoals sommige baby’s die nooit verzadigd raken en altijd honger hebben naar méér.

Over baby’s gesproken. In de buik van een zwangere vrouw zaten eens twee kinderen, een tweeling. De ene was een kleine gelovige, de andere een kleine ongelovige. Aan het einde van hun negen maanden in de schoot van hun moeder spraken ze over de toekomst. De kleine ongelovige vroeg: “Geloof je nu werkelijk in een leven na de geboorte?” “Jazeker!” antwoordde de kleine gelovige. “Ons leven hier is alleen maar bedoeld om te kunnen groeien en ons voor te bereiden op het leven na de geboorte, zodat we dan sterk genoeg zijn voor wat ons daar te wachten staat.” De kleine ongelovige antwoordde: “Onzin, hoe ziet het leven na de geboorte er uit?” De kleine gelovige liet zich niet van de wijs brengen: “Dat weet ik ook niet precies. Maar het zal daar lichter zijn dan hier. Misschien kunnen we daar rondvliegen en eten met de mond.” “Onzin. Rondvliegen dat kan niet, eten met de mond… wij worden door de navelstreng gevoed. Trouwens, er kan geen leven na de geboorte zijn, want de navelstreng is nu al veel te kort.” De kleine gelovige hield vol: “Ik weet zeker dat het er is. Het zal gewoon anders zijn.” De kleine ongelovige zei: “Er is nog nooit iemand na de geboorte teruggekomen. Na de geboorte is het leven voorbij. Het leven is alleen maar donker en benauwend.” Tja, alles wees in die richting, maar de kleine gelovige liet zich niet ontmoedigen: “Hoe het leven na de geboorte eruit ziet weet ik niet, maar we zullen in elk geval onze moeder zien en zij zal voor ons zorgen.” Dat ging de kleine ongelovige veel te ver: “Moeder? Geloof jij in moeder? Waar is zij dan?” Met een zekerheid die elke twijfelaar zou overtuigen, antwoordde de kleine gelovige: “Ze is overal om ons heen. We zijn en leven door haar, met haar, in haar. Zonder haar bestaan we niet eens”. Dat was voor de kleine ongelovige een paar stappen te ver: “Ik heb nog nooit iets van moeder gemerkt en dat komt omdat ze niet bestaat.” De kleine gelovige had door zijn gelovig openstaan iets mogen ervaren van wat de toekomst zou brengen: “Soms, als we stil zijn, kun je moeder horen zingen, of voelen als zij onze wereld streelt. Ik geloof echt dat er een leven na de geboorte is en dat ons echte leven nog moet beginnen!” Tot zover het verhaal.

Neen, zoals daar in de moederschoot worden hier op aarde onze verlangens nooit volledig vervuld. Daar is de aarde en het aardse te klein voor, te beperkt, donker en benauwend soms. Technologie en wetenschap lossen ook niet alles op. Al het aardse gaat voorbij. We hebben Iemand nodig: God, Jezus Christus, en Zijn Geest die ons inspireert om van het leven – hier en nu – iets moois te maken. Hij helpt gelovige mensen boven zichzelf uit te stijgen zodat ze niet alleen voor zichzelf leven, maar ook voor anderen in vergeving, naastenliefde, dienstbaarheid en solidariteit. Laten wij, zoals Paulus en Barnabas in de eerste lezing, ons geheel en al inzetten voor de Naam van onze Heer Jezus Christus. Laten wij die Naam – Christen – met ere dragen. Laten wij zoals die kleine gelovige in de schoot van moeder getuigen van ons geloof in God onze Vader, Jezus Christus onze Grote Broer, Maria onze Hemelse Moeder, en dat alles onder inspiratie van de Heilige Geest die we over veertien dagen met Pinksteren verwachten. Laten we ons daar op voorbereiden.

Amen.