14-07-2019: De preek van de vijftiende zondag door het jaar 2019
De tweede lezing van vandaag uit Paulus’ brief aan de Christenen van Kolosse, vind ik persoonlijk een van de mooiste teksten uit de Bijbel. Het begint met: “Christus Jezus is het beeld van de onzichtbare God”. Paulus kwam uit een cultuur, de Joodse, waarin men God niet mocht afbeelden. Men mocht geen beelden maken van God. Als God dan mens wordt is dat letterlijk een ‘eye-opener’ voor Paulus. God de Zoon is mens geworden, zichtbaar geworden, Jezus is het beeld van de onzichtbare Vader-God. Daarom waren Christenen niet bang om God de Zoon af te beelden; in het begin met geschilderde iconen, later op schilderijen en met houten beelden. We mogen Jezus zien. We kunnen Jezus zien. Vaak zijn die afbeeldingen, in hout of op papier, hulpmiddelen om makkelijker tot Hem te bidden. Het is zoals een foto. Je plaatst foto’s van je geliefden in jouw nabijheid om met hen verbonden te zijn.
Veel van de afbeeldingen van Jezus lijken op elkaar. Hoe zou dat komen? In het begin was er de lijkwade van Turijn, daarop kun je o.a. het gezicht van Jezus zien. De eerste geschilderde iconen leken daar op. Ook is Jezus verschillende keren verschenen, o.a. in Paray-le-Monial (Frankrijk 1675) en aan zuster Faustina (Polen 1931). Aan de hand van die verschijningen heeft men afbeeldingen gemaakt van Jezus Christus. Mooie afbeeldingen. We kunnen ons de Verrezen Heer dus voorstellen als we tot Hem bidden. Bidden is soms moeilijk, maar zo’n afbeelding maakt het wat makkelijker. Pater Pio, de gestigmatiseerde heilige uit de 20ste eeuw, heeft eens gezegd: “Denk je eens in hoe mooi het Gelaat van Jezus is, hoe zacht Zijn ogen zijn en hoe weldadig het is dicht bij Hem te blijven.” Ja, vooral als we het stilletjes maken om ons heen, kan het een hulp zijn om Jezus met onze fantasie ‘voor te stellen’, ‘af te beelden’ in gedachten en dicht bij Hem te blijven. Want Hij is echt bij ons is en Hij houdt van ons. Door dat wat de Kerk leert weten we wel dat Hij van ons houdt en bij ons is, maar het contact kan levendiger worden als we de Heer in gedachten ‘voor ons zien’. Zoals Pater Pio zei: “Probeer je voor te stellen: de beminnelijke majesteit van Zijn Aanwezigheid, het aantrekkelijke gezag van Zijn spreken, de waardigheid van Zijn lopen, de zachtheid van Zijn Gelaat. Stel je Zijn indrukwekkende en zachte gelaatsuitdrukking voor waarmee Hij de mensen tot Zich trok. De mensen verlieten hun woningen, Hij leidde hen naar de bergen, de bossen, de eenzame plaatsen en de verlaten oevers van het meer; ze vergaten eten, drinken en hun dagelijkse zaken.” En dan zegt Pater Pio: “Doe je uiterste best steeds meer op Hem te gelijken, zo veel als maar mogelijk is, om eens in de Hemel helemaal op Hem te gelijken.” Beste mensen, We mogen Jezus vóór ons zien in gedachten. Dan zullen wij geraakt worden zoals de mensen toen, 2000 jaar geleden. Zijn wij dan ook bereid om even eten, drinken en dagelijkse zaken achter ons te laten om Jezus te volgen en tot Hem te bidden?
Toch wil de Heer met ons nog verder gaan. Hij wil Zijn afbeelding in ons drukken. De Heer Jezus wil dat wij steeds meer op Hem gelijken, in woorden en gedachten, in doen en laten. Wij mogen als ‘was’ worden, zodat Jezus Zijn Afbeelding in ons kan drukken. Als de mensen u zien en horen, moeten ze eigenlijk Jezus zien en horen. Wij worden zo iconen, afbeeldingen van Jezus in deze wereld, oftewel: Christenen, dragers van Jezus Christus, Hij in ons. Weet dat als we de Heilige Communie ontvangen we Jezus ontvangen en dat Hij ons zo steeds meer op Hem doet gelijken. Daarom, laten we veel ‘kijken’ naar Jezus, voor Hem staan in geloof en gebed, Hem ontmoeten in de Heilige Communie en ons hart openen voor Zijn barmhartige liefde. Wij kijken naar Hem en wij mogen geloven dat Hij met Zijn liefdevolle ogen naar ons kijkt.
Nog even iets over het Evangelie: we kunnen Jezus ook zien in onze naaste. Wie is onze naaste? Het is de mens die liefde, zorg en aandacht nodig heeft. Tussen haakjes: we hebben ha allemaal nodig. Daarom, kijk naar jouw medemens, dichtbij en veraf, en hoor dan wat Jezus zegt: “Gij zult uw God beminnen met heel uw hart, heel uw ziel, met al uw krachten en heel uw verstand; en uw naaste gelijk uzelf.” En “Al wat ge voor een ander doet, heb je voor Mij gedaan.” De rovers in het Evangelie hadden het niet begrepen, ze plunderden en mishandelden een naaste, een medemens. De priester en de leviet ook niet, ze liepen met een boog om hun naaste heen. De barmhartige Samaritaan had het begrepen, hij was zelfs een vreemdeling, maar hij had oog voor zijn naaste en gaf liefde, zorg en aandacht. Ja, de Heer onze God leeft in ieder mens in meer of mindere mate. Stel uw hart open voor de Heer zodat Hij groot kan worden in uw leven en je steeds meer op Hem lijkt. Zodat je zelf een beeld wordt van God in deze wereld.
Amen.