• darkblurbg

30-09-2018: De preek van de zesentwintigste zondag door het jaar 2018
Onlangs vroeg een man of ik de tekst van de ‘oefening van geloof’ had. Hij had dat gebed vroeger wel geleerd, maar was het voor een groot stuk vergeten. De ouderen onder ons, en ook een aantal jongeren, weten wel waar het over gaat. Er is een oefening van geloof, een oefening van hoop, een oefening van liefde en een oefening van berouw. In België noemt men die gebeden geen oefeningen maar akten. Akten zijn waarheden die in de vorm van een gebed geformuleerd worden. Die acten/oefeningen/gebeden geven weer wat geloof, hoop, liefde en berouw inhoudt. Want wat geloven wij als Katholieken? In de oefening van geloof staat: “Mijn Heer en mijn God, ik geloof vast al wat Gij geopenbaard hebt en dat wat de Kerk mij voorhoudt te geloven. In dit geloof wil ik leven en sterven. Amen.”

In onze tijd is het moeilijk om te zien waar de Kerk voor staat. Onlangs was er een mevrouw die me zei: “Ik heb tegenwoordig moeite om tijdens de geloofsbelijdenis te bidden ‘ik geloof in de Katholieke Kerk’.” Tja, tegenwoordig is erin de Kerk veel ruis. Ook, als je met mensen over geloof spreekt, hoor je wel eens: “Ik geloof wel dat er iets is”. Toch is dat te weinig, iets kan vanalles zijn. Als Katholieke Kerk geloven we niet in iets, maar in Iemand, een Persoon. Er zijn ook mensen die zeggen dat het allemaal niet zoveel uitmaakt wat je gelooft en dat alle godsdiensten op hetzelfde neerkomen. Maar wie zich verdiept in de verschillende godsdiensten zal ontdekken dat er grote verschillen zijn en zal een andere conclusie moeten trekken. De vraag is dan: waar geloven we als Christen in? We geloven in één God die Zich geopenbaard heeft als ‘Vader, Zoon en Heilige Geest’; Hij laat Zich in de Bijbel kennen en de Katholieke Kerk is de vertaalster. En ja, het grondpersoneel van de Katholieke Kerk laat wel eens steken vallen, maar we mogen geloven dat de Katholieke Kerk in deze wereld ‘Gods spreekbuis’ is. Heel concreet geloven we dat er één God is die mens geworden is. Jezus is de Zoon van God en Hij heeft ons van zonden en dood verlost door Zijn kruisdood. Jezus heeft ons Zijn Heilige Geest gegeven die ons inspireert tot daden van geloof, hoop en liefde. Met Gods hulp mogen wij van deze wereld een goede wereld maken, Gods Rijk op aarde. We geloven dat God de beloner is van het goede en de straffer van het kwade. We geloven dat Jezus Christus ons Zijn Moeder gegeven heeft, Moeder Maria. We geloven dat er een Hemel is waar we verwacht worden en weer samen komen. We geloven dat Jezus aanwezig is in de Heilige Communie. Er zijn nog wel belangrijke punten, maar dit is ongeveer de kern van ons geloof, bewaard en uitgelegd door de Katholieke Kerk. Kennis.

Kennis. En toch gaat het vooral om daden. Als we ons geloof daadwerkelijk in praktijk brengen door daden van naastenliefde zijn we een gelovige. Met daden staat of valt een gelovig leven. Soms zijn er wel eens van die mensen die zeggen: “Wat heb je aan geloof? Wat heb je aan godsdienst? Wat heb je aan de Kerk?” Dat zei ook eens een zeepfabrikant tegen zijn gelovige buurman. “Kijk eens naar de ellende in de wereld. Al die honderden jaren van godsdienst heeft niet geholpen”. De gelovige buurman zei: “Kijk eens naar buiten”. Er waren kinderen aan het voetballen. “Zie je die kinderen? We hebben al honderden jaren zeep, maar ze zijn zo vuil als roet. Zeep heeft niet geholpen.” “Hou, wacht eens even” zei de zeepfabrikant, “zeep moet je wel gebruiken”. “Precies” zei de gelovige buurman, “met godsdienst is het ook zo.” Godsdienst en geloof moet je gebruiken, handen en voeten geven. Elke zondag wil een levende ontmoeting zijn met God: Vader, Zoon en Heilige Geest. We vieren dan dat Jezus is opgestaan uit de dood en, sterker nog, wij mogen met Hem opstaan. Als gelovige Christenen mogen wij Jezus – hier en nu, vandaag – in die verrijzenisbeweging volgen. We ontmoeten hier in de kerk de Heer, we ontvangen Gods inspirerende Geest die ons in beweging brengt. Soms zijn er mensen van ‘buiten’ de Kerk die daar beter in slagen dan wij. Ja, Gods Geest is ook werkzaam buiten de Kerk en er zijn mensen die ons, Christenen, nog iets kunnen leren. Dit mag ons niet jaloers maken. Jaloezie is een slechte raadgever. We ontdekken hoe groot God is, hoe groot Zijn schatten zijn. Schatten die Hij aan de Kerk heeft gegeven om te behoeden en door te geven. Dat er goede mensen buiten de Kerk zijn, moet ons prikkelen. Wij mogen onszelf onderzoeken hoe we in het leven staan en als gedoopte leven. Dan zal gebeuren wat Mozes hoopte: “Ik zou willen dat heel het volk (…) profeteerde en dat de Heer Zijn Geest op hen legde.”

Laten wij als gedoopten en gelovigen ons geloof, de hoop en de liefde in praktijk brengen, handen en voeten geven door dienstbaarheid en daden van Christelijke naastenliefde. Laten we vasthouden wat de Heer onze God geopenbaard heeft en dat wat de Kerk ons voorhoudt te geloven. De Heer Jezus zal ons in de Katholieke Kerk inspireren tot opbouw van onszelf, onze naasten en de wereld. Als we in dit geloof leven en straks sterven, dan zitten we nu op de veilige weg naar het eeuwig leven in de Hemel.

Amen.