22-07-2018: De preek van de zestiende zondag door het jaar 2018
We hebben de zegetocht van de Rode Duivels op het WK-voetbal in Rusland gezien. Het beroerde niet alleen Belgische voetbalfans, maar ook vele Nederlanders. De wedstrijden brengen mensen samen om op een Belgisch plein of café of in de zitkamer samen naar de match te kijken. In België wapperden de vlaggen en sjaals aan gevels en auto’s. Er ging een collectieve vreugde door het land die jong en oud, stad en platteland, oudkomers en nieuwkomers, rijk en arm verbindt. Ook het verlies tegen Frankrijk werd samen verwerkt. Het gevoel samen iets te beleven en deel te mogen uitmaken van een groot gebeuren, mis ik wel eens in de samenleving. Mensen hebben het druk. We hebben tijd tekort, er wordt zoveel van ons verwacht. De Kerk kan een rol spelen om mensen samen te brengen. Maar als je mensen vraagt om regelmatig naar de Mis te komen of iets te doen voor de parochie, hoor je regelmatig: “Ik wil wel, maar ik heb het zo druk”. Het zal wel zo zijn, maar men moet prioriteiten stellen in het leven. Wat is belangrijk? Wat niet? Wat zal uiteindelijk de maat en ons gewicht zijn als we worden gewogen als we op het eind van ons leven voor de Heer staan, zo vlak voor de Hemelpoort? Als we kijken naar Jezus, dan zien we dat ook Hij een heel druk bestaan had. Met zijn leerlingen ging Hij van stad tot stad, ze hadden amper tijd om te eten. Hij verkondigde het Woord van God en mensen ontdekten Gods aanwezigheid in Jezus. Jezus had het ook druk. Hoe hield Hij dat drukke bestaan vol? We zien dat Jezus regelmatig tijd maakt voor gebed en rust. Zo zegt Hij tegen de apostelen nadat ze verslag hadden uitgebracht van wat ze gedaan en gezegd hadden: “Komt nu eens zelf mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en rust daar wat uit.” Wel, dat doen wij hier ook. Wij brengen verslag uit bij Jezus. We kunnen ons leven, onze week, onze dag open leggen voor de Heer. We rusten hier wat uit bij Hem en Hij zal ons weer inspireren voor de komende dagen. Want het gevaar bestaat dat je jezelf voorbijloopt. Druk, druk, druk, altijd bezig, geen tijd.
Zo was er eens een vrouw die zichzelf voorbij liep. Als ze ’s morgens aan tafel zat dacht ze al na wat ze ’s avonds zou eten. Als ze ’s avonds in bed lag piekerde ze al over de volgende dag. Als ze op straat liep, kon niemand haar bijhouden, zo snel; als ze fietste hetzelfde; met de auto was het laag vliegen. Vrienden en bekenden hadden haar wel eens gezegd: “Doe het wat rustiger aan. Vergeet niet te leven”. Deze mevrouw was ook vooral in gesprek met zichzelf, om met anderen te praten had ze geen tijd. Dikwijls zei ze: “Ik moet nog even dit, ik moet nog even dat, laat ik nog gauw even dit doen”. Tot ze op een bepaald moment met een priester sprak. Eigenlijk had ze daar ook geen tijd voor, maar allee, toch even laten zien dat je gelovig bent, eventjes maar. De priester had al snel in de gaten dat ze tegen honderd per uur leefde en toen hij haar uitnodigde om regelmatig even te zitten en te rusten bij de Heer, zei ze: “Ik heb daar geen tijd voor. Ik moet nog even dit doen en nog even dat doen”. De priester zei: “Je vergeet de L. Zet de L voor EVEN en dan heb je LEVEN. Als je dat doet ga je anders LEVEN”. “Goed, goed” zei de vrouw haastig. Toen ze weer in volle vaart vertrok schrok ze even later van zichzelf. In haar gedachten zette ze een L voor EVEN en ze ontdekte: Ik moet nog LEVEN, laat ik gauw eens LEVEN, ik kan nog LEVEN. Ze ging op een stoel zitten en dacht er over na. Vanaf dat moment begon ze anders te leven. Ze ontdekte weer haar Christelijk geloof en las de Bijbel waarin Jezus zich presenteert als de Goede Herder. Vandaag lezen we dat “toen Hij een grote menigte zag Hij medelijden voelde met hen, want ze waren als schapen zonder herder; Hij begon hen uitvoerig te onderrichten”. Om onderricht te worden moet je stil worden. De vraag is: durf ik het stil maken, met Jezus, en naar een eenzame plaats gaan – in de Kerk bijvoorbeeld – om bij Hem wat uit te rusten? Als je dat niet doet kun je je afvragen: leef ik of word ik geleefd? De drukte van het leven kan je soms ontmenselijken.
Het WK-voetbal zit er op, de Tilburgse kermis is net begonnen, de Ronde van Frankrijk dendert over de straten van Frankrijk, maar over een week is het ook gedaan. Het leven gaat verder. Geniet van het leven, ja, maar weet dat u kunt samenleven met de Heer Jezus Christus. Hij is er altijd. Dit ‘leven met de Heer’ is dan het draagvlak voor het hele leven en komt de dienstbaarheid, naastenliefde en solidariteit onder mensen ten goede. Je zult de mens worden zoals God het bedoeld heeft. Laten wij hier de Heilige Mis vieren waar de Heer Jezus aanwezig is, die mensen verbindt en ons laat aanvoelen dat we één grote familie zijn, broeders en zusters van elkaar, kinderen van God onze Vader. En als we dan straks voor de Hemelpoort staan, horen we Hem zeggen: “Kom binnen, wij kennen elkaar”.
Amen.