• darkblurbg

21-10-2018: De preek van de negenentwintigste zondag door het jaar 2018
Als je een krant leest of de tv bekijkt of de sociale media volgt, dan zie je welke grote rol ‘macht’ speelt. Heel de samenleving is doordrenkt van macht. Haast iedereen wil de eerste, de grootste, de beste zijn. Zelfs over de rug van anderen heen en ten koste van vriendschappen. Men werkt met de ellebogen totdat men op de hoogste plaats staat. Dit streven naar macht is aanwezig in de maatschappij, zelfs in de Kerk. Natuurlijk had elke tijd zijn eigen tijdsgeest, maar om het ‘goede’ door te drukken verbond de Kerk zich met rijken en machtigen, soms ten koste van het goede. Maar kijken we ook naar onszelf, want het begint bij onszelf. Als je niet tegen verlies kunt, als je altijd gelijk wilt krijgen, als je stiekem blij bent dat het anderen niet zo goed gaat... zoiets gaat ten koste van anderen. Ja, zo zijn mensen. Zo waren ook de apostelen.

Jakobus en Johannes willen hogerop. Ze hebben ambitie. Ze hebben met elkaar afgesproken om samen naar Jezus te gaan met een dringend verzoek: “Meester, wij willen dat U voor ons doet, wat wij U vragen”. Jezus, luisterbereid als altijd en dienstbaar zoals Hij is, vraagt: “Wat wilt ge dat Ik voor u doe?” Zonder met hun ogen te knipperen vragen ze: “Laat ons in Uw glorie, de een links, de ander rechts van U zitten”. Ze willen een soort minister zijn naast Jezus zodra Hij aan de macht komt. Ja, Jezus straalde macht uit. Tegen Zijn leerlingen had Hij gezegd dat ze Hem zouden zien komen op de wolken met grote macht en heerlijkheid. Hij had ook al machtige daden gedaan: zieken genezen, onreine geesten verjaagd, Hij had macht over wind en water, macht over de sabbat en Hij kon zonden vergeven. Hij sprak over naastenliefde en dienstbaarheid, machtig mooi. Jezus hield die macht niet voor Zichzelf. Zijn apostelen mochten erin delen en kregen macht om duivels uit te drijven, zieken te genezen, om het Woord van God te verkondigen. Maar machtshongerig als ze zijn was die macht blijkbaar niet genoeg, ze wilden macht om als minister over mensen te heersen, naast Jezus. Het antwoord van Jezus is eigenlijk verpletterend: “Ge weet niet wat ge vraagt”. Jakobus en Johannes snappen niets van Jezus’ Blijde Boodschap. De apostelen zijn al zo lang bij Hem en ze begrijpen de kern van wat Jezus leert niet. Misschien klinkt in de zin “Ge weet niet wat ge vraagt” ook een beetje droefheid. Toch wordt Jezus niet boos. Hij zegt ook niet dat ze beter wat bescheidener moeten zijn. Jezus spreekt alleen over zijn eigen levensweg. De ‘macht’ van Jezus is anders dan de macht van de wereld. Jezus wordt niet machtig door de revolutie te prediken, maar door de kelk van zijn lijden te drinken, door beproevingen te doorstaan. Om niet misverstaan te worden geeft Jezus nog wat commentaar: “Politieke leiders heersen met ijzeren vuist, de groten maken misbruik van hun macht. Dit mag bij jullie niet het geval zijn”. Jezus is daar superduidelijk over, het is een – mooi gezegd – conditio sine qua non, een noodzakelijke voorwaarde, er valt niet over te discussiëren. Macht is wezensvreemd aan de Blijde Boodschap van Jezus Christus. De ‘macht’ die Jezus wil is deze: “Wie bij jullie groot en machtig wil worden, moet dienaar zijn. Wie de eerste wil zijn, moet slaaf zijn, slavenwerk doen”. De apostelen zullen zeker eens geslikt hebben, een bittere pil, maar ook voor ons is het even slikken. Geen heerser zijn, maar dienaar/dienares van iedereen.

Mensen dienen niet zo graag. Waarom weigeren in onze tijd velen deze pil te slikken? Onze Westerse cultuur is een cultuur van ikke-ikke-ikke, en de rest… Zelf mopperen we ook wel eens als we iets ‘moeten’ doen. Op kleine schaal en in intieme kring lukt het nog wel: een moeder heeft zorg voor haar kind/kinderen, een man wil graag voor zijn vrouw zorgen, vrienden hebben ook wel wat voor elkaar over. Maar Jezus spreekt over “slaaf van allen” zijn. Nu en in de toekomst zul je Christenen daaraan herkennen: inspringen waar niemand inspringt, helpen waar niemand anders wil helpen, verdraagzaam zijn, vergeven, kiezen voor het leven, opkomen voor het leven van anderen. Zo wordt de ‘macht’ van Jezus Christus duidelijk, een Blijde Boodschap voor alle mensen, niet alleen voor het intieme kringetje. Als wij hier Jezus in de Heilige Communie ontvangen, verklaren we ons bereid om zijn lot te delen en om zelf ook te delen in Christelijke naastenliefde en dienstbaarheid. Ook al doet het soms wat pijn, we zullen de vruchten plukken, zoals we in de Tweede Lezing lezen: “We zullen naderen tot de troon van Gods genade, om barmhartigheid te verkrijgen en tijdige hulp.”

Amen.