29-07-2018: De preek van de zeventiende zondag door het jaar 2018
Veel mensen doen mee aan de loterij, de Postcode Loterij of de Staatsloterij. Velen spelen al jarenlang iedere week. Het spelletje is heel simpel. Je geeft een klein beetje geld en je kunt duizenden euro’s winnen, soms meer dan een miljoen, enkele miljoenen zelfs. De meeste mensen hebben nog nooit gewonnen of niet veel, maar ze blijven doorgaan, week na week, in de hoop dat het lot hen eens gunstig gezind zal zijn en ze schatrijk zijn. Al hun zorgen in één klap verdwenen. Alle zorgen?
Toen ik eerder deze week het Evangelie van vandaag las, de wonderbare broodvermenigvuldiging, moest ik denken aan een loterij. We kunnen er ons iets bij voorstellen: het meer van Galilea, Jezus en zijn leerlingen op een berg, duizenden mensen aan Jezus’ voeten, honger. Op festivals en waar vele mensen samenkomen – Tilburgkermis bijvoorbeeld – staan hamburger-, hotdog- en frietkramen, maar in Jezus’ tijd bestond dat nog niet. Jezus ziet de nood, de honger van de mensen. “Hoe moeten wij brood kopen om deze mensen te laten eten?” vraagt Hij aan de apostelen. De apostel Filippus denkt logisch na en zegt dat ze failliet zijn als ze voor al die mensen brood moeten kopen. Met het geld dat ze hebben kunnen ze niet veel kopen, “maar een klein stukje voor ieder” zegt hij. De apostel Andreas zegt dan iets wat onnozel klinkt: “Er is hier een jongetje met vijf gerstebroden en twee vissen, maar wat betekent dat voor zo’n aantal?” Voor Jezus is dat genoeg. Met dat brood en die visjes kan Hij duizenden mensen te eten geven. Sterker nog, ze houden twaalf manden met brokken over. Wat kunnen wij van deze gebeurtenis leren? Bij de Lotto of de Postcode Loterij moet je maar afwachten of jouw paar euro’s iets opbrengen. Meestal niets. Maar als we iets kleins aan Jezus geven kan Hij er iets groots mee doen. Wat kun je dan aan Jezus geven? Je tijd, we komen hier naar de Mis om Jezus te ontmoeten; je gebed, je kunt hier bidden maar ook thuis; je leven kun je Hem in handen geven. Met dat wat je aan Jezus geeft, doet Hij grote dingen. Bij Jezus win je altijd. In zovele dingen mogen wij dat zien en soms ook voelen.
Die wonderbare broodvermenigvuldiging zie je terug in de Sacramenten, er zijn er zeven. Kent u ze? Ten eerste het doopsel; ouders brengen hun kindje naar de Kerk en in het beetje water dat over het hoofdje stroomt, belooft God dat Hij grote dingen door dit kindje wil doen. Ten tweede de Heilige Communie; door die kleine Heilige Hostie die je ontvangt belooft de Heer je te voeden op jouw tocht door het leven om er iets moois van te maken; door de Heilige Communie maakt de Heer je sterk in geloof, hoop en liefde. Ten derde het Vormsel; je wordt gezalfd met olie en de Heer maakt je soepel om met Zijn inspirerende Goede Geest het leven in te gaan en van je geloof met daden te getuigen. Ten vierde het Sacrament van Boete en Verzoening (de biecht); als je een keer vastzit in de modder van het leven, spreekt de Barmhartige Heer vrij en zet je weer op weg. Ten vijfde het huwelijk; “Ja, ik wil” zeg je tegen jouw man of vrouw, maar dat is nogal wat, een heel leven lang; toch gaat de Heer met jullie mee om sterk te zijn in de liefde voor elkaar. Ten zesde het priesterschap (maar ook het religieuze leven); als een man of vrouw met alle onvolmaaktheden het leven legt in de handen van de Heer, zal Hij daar grootse dingen mee doen; als kapelaan mag ik dat zelf regelmatig ervaren. Ten zevende de ziekenzalving; dikwijls op het einde van het leven of bij ziekte. De overgave aan de Heer geeft rust, vrede, vertrouwen op de toekomst die ook een Hemelse toekomst is. Kortom, alles wat je aan de Heer geeft, hoe klein ook, maakt Hij vruchtbaar. De Heer doet daar grootse dingen mee tot opbouw van jezelf, de medemensen en de samenleving. Dat gebeurt ook buiten de zeven Sacramenten. Uw inzet voor de Kerk of de parochie zal de Heer gebruiken om andere mensen de grote schat van ons geloof te laten ontdekken.
U weet ondertussen dat onze Grootste Schat Jezus Christus zelf is, de Levende Heer die van u houdt en die we definitief ontmoeten aan de overkant van dit leven in het eeuwig leven. Door uw inzet als christen kan Jezus misschien binnenkomen in een mensenhart dat honger heeft. Met die paar broodjes die wij hebben en die twee visjes kan Hij grootse dingen doen. Je kunt niet zeggen: “Ik kan niets; ik ben te oud, te jong, ik heb daarvoor niet gestudeerd”. Zet je in met datgene wat je hebt en de Heer zal het vermenigvuldigen. O ja, met de Lotto kun je winnen, heel soms en dan meestal niet veel, en als je heel veel wint ben je nog niet meteen uit de zorgen. Meestal beginnen de zorgen dan pas. Maar alles wat je aan Jezus geeft, hoe klein ook, daar maakt Hij een fortuin van, een schat. Denk even na wat uw vijf broden en twee visjes zijn die je aan de Heer kunt geven.
Amen.