• darkblurbg

04-03-2018: De preek van de derde zondag van de Veertigdaagse Vastentijd 2018
Op mijn vrije dag ga ik graag een aantal uren wandelen in de natuur. ’s Middags ga ik dan ergens iets eten en vaak zie ik dan mensen die content zijn. Ze hebben het met zichzelf getroffen. Ik vermoed dat ze hard gewerkt hebben, ze genieten van het leven met hun partner en vrienden. Ik gun het ze van harte, echt waar, vier wat er te vieren valt in het leven. Natuurlijk kan ik niet in de harten van mensen kijken, maar volgens mij leven de meesten van hen zonder God. Hoewel velen aan de verkeerde kant van de vijftig jaar zijn en ze eigenlijk mogen aftellen naar het einde, denken ze dat ze God niet nodig hebben. Ze missen God niet. Ik vind dat erg, heel erg. Ik zou ze zo graag met God, met Jezus Christus in contact willen brengen. Ze missen zoveel, Zijn liefde, Zijn vrede, Zijn vreugde. Hij leert ons zoveel: geduld, vergeving, verdraagzaamheid en nog zoveel meer. Maar, God, Jezus Christus, het interesseert hen niet. Hij is de Grote Onbekende in hun leven.

Dante Alighieri, een dichter en schrijver uit de 14de eeuw, beschrijft de hel met de duivel die zit op een troon van ijs. De duivel woont in een ijskelder waar geen liefde voor God is. Ieder van ons mag zich afvragen: bemin ik God? Heb ik een warme liefde voor God, of hoe is die liefde in mijn leven koel geworden? Als de liefde tot God koud wordt of is, is mijn eeuwige bestemming in gevaar. Trouwens, wat zijn de tekens die mij waarschuwen dat de liefde aan het afkoelen is of helemaal ijs is? Het eerste gebod “Bemin God met heel jouw hart” staat voorop. Bemin ik God? Zoek ik Hem? Bid ik tot Hem? Ja, mensen beminnen, dat is ook goed: “God beminnen én de medemens beminnen”. Maar zie ik mensen als een bedreiging, bijvoorbeeld: een ongeboren kind, een bejaarde, een zieke, een vreemdeling, iemand die in mijn weg loopt, iemand die niet beantwoord aan mijn verwachting? Of hoe sta ik zelf in het leven? Ben ik lui, egoïstisch, pessimistisch? Dit alles bekoelt de liefde. Zit ik misschien op een troon van ijs?

Deze Veertigdaagse Vastentijd en het Evangelie van deze zondag mag ons doen nadenken. Eigenlijk wil Jezus uw leven ook eens flink overhoop halen, zoals bij de Tempelreiniging, zodat u zich afvraagt: waar ben ik mee bezig? Hoe leef ik? Het valt op dat Jezus niet boos wordt op zondaars of zondaressen die zich willen bekeren tot God. Jezus wordt wel boos op zelfvoldane mensen die denken dat ze God niet nodig hebben; Hij wordt boos op mensen die uiterlijk-leven belangrijker vinden dan innerlijk-leven. Deze Veertigdaagse Vastentijd geeft drie geneesmiddelen om de liefde weer te laten ontvlammen: gebed, aalmoezen geven en vasten. Ten eerste: door meer te bidden ontdekken we in ons hart de ijspegels en komen we op de temperatuur van God. Hij is onze Hemelse Vader en wil ons leven hier bezielen zodat we warm lopen voor elkaar. Ten tweede: door een aalmoes te geven worden we bevrijd van egoïsme, en ontdekken we dat we broers en zussen zijn die elkaar moeten helpen. Wat ik bezit is niet van mij, maar ik heb het in bruikleen van God ons aller Vader. We kunnen geven aan een goed doel, en dan denk ik in de eerste plaats aan Christelijke/Katholieke goede doelen. De andere goede doelen worden wel gesponsord door niet-kerkelijke mensen. Iedere aalmoes is een kans om samen te werken met God die zorg heeft voor Zijn kinderen. Ten derde: vasten. We kunnen op vele manier vasten: minder eten, tv-kijken, sociale media. We ontdekken dat we met minder kunnen en dat er ruimte komt voor iets anders. Vasten maakt ons wakker en aandachtig voor God en de naaste, we krijgen honger naar God en we willen Hem gehoorzamen.

Drie geneesmiddelen: gebed, aalmoezen geven en vasten. God zij dank zijn er vele goede mensen, maar de liefde tot God is in velen gedoofd. Gelukkig niet in het hart van God. Hij bemint ons vurig en Hij geeft ons kansen om elke keer opnieuw te beminnen, om op Zijn temperatuur te komen. Zo bereiden we ons voor op Pasen. Het licht van Christus, die in glorie verrijst, zal de duisternis en de koude verdrijven. Ondertussen nodigt deze Vastentijd ons uit tot een tempelreiniging. Sinds de Verrijzenis van Jezus woont God niet meer in de Tempel, maar in het hart van de Christen. Wij zijn levende tempels, ons hart moet gereinigd worden. Doe het en ontdek dan de echte vreugde van een leven met God. Elke dag, het hele jaar door.

Amen.