• darkblurbg

14-01-2018: De preek van de tweede zondag door het jaar 2018
Heb je het ook al eens meegemaakt? Je zoekt een adres, maar je kunt het niet vinden. Je weet dat het vlakbij is, maar welke straat is het ook al weer? Je vraagt aan een voorbijganger: “Mag ik iets vragen? Weet u waar deze straat is?” “Eerste links, tweede rechts. Ongeveer”. Na nog een paar keer vragen heb je het gevonden. Ook op geloofsgebied zijn mensen aan het zoeken. Echte atheïsten zijn aan het uitsterven. Je moet wel een heel groot geloof hebben om te geloven dat alles ‘toevallig’ ontstaan is. Veel mensen beseffen dat er ‘meer’ is. Er zijn ongeveer vijf miljoen zoekers in Nederland, maar ze zoeken het niet in de Kerk; ze zoeken links, rechts, ongeveer. Maar, waar vind je iets dat echt waardevol is? iets dat je dichter brengt bij het ‘grote geheim’ van het menselijk bestaan?

Jonge mensen staan dikwijls open voor iets nieuws. Jonge mensen zoeken links, rechts naar ‘meer’. Velen zoeken naar zin in het leven en willen wel eens iets nieuws proberen, iets testen. Wist u dat zo de Kerk ontstaan is? Jonge Joodse mannen en vrouwen waren op zoek. Al eeuwenlang was er sprake van dat er ‘iemand’ zou komen: de Messias. Hij zou ‘zin’ aan het leven geven. Johannes de Doper gaf die mensen een eerste duwtje in de rug, de goede kant uit. Hij stak zijn vinger uit in de richting van Jezus en zei: “Kijk, zie, het Lam van God”. In de oren van de Joden klonk dat wel heel bijzonder: het Lam Gods dat de zonden van de wereld wegneemt… dat is een speciaal iemand. Is Jezus de Messias? Als dat waar is, dan opent dat enorme mogelijkheden. Enkelen die Johannes zo hoorden spreken, gingen Jezus achterna: “Wat verlangt gij? Wat willen jullie” vraagt Jezus. Hij begint niet te spreken over goed en kwaad, over wat mag en niet mag. Wat doet Hij dan wel? Hij peilt het verlangen van die jonge mensen: “Wat verlangt gij?” Het antwoord van die jonge mensen is geweldig: “Meester, waar houdt Gij U op?” Ze antwoorden ook met een vraag omdat ze veel vragen hebben. “Waar houdt Gij U op” of “Waar bent U mee bezig? Wat bezielt U? Hoe leeft Gij? Wij voelen aan dat Gij een ‘Rabbi’, een ‘Meester in het leven’ bent.” Het antwoord van Jezus is eenvoudig: “Gaat mee om het te zien”. Ze gingen mee met Jezus. Ze ontdekten waar Jezus mee bezig was, namelijk God, de God die het Joodse volk zo dikwijls bevrijd heeft. Het Evangelie van Johannes is rond het jaar 90 geschreven. Zoveel indruk moet die eerste ontmoeting met Jezus gemaakt hebben dat hij 60 jaar later nog precies wist dat het “ongeveer het tiende uur was”. Die jonge mensen ontdekken in Jezus de Messias. Ze zeggen het ook: “Wij hebben de Messias, de Gezalfde, gevonden!” Ze volgen Hem. Samen met Hem willen zij hun leven inzetten voor het Rijk van God: voor liefde en gerechtigheid, voor vrede en vreugde; ze willen leven vanuit God met een hart voor zieken, armen, vluchtelingen.

Het Evangelie van Jezus is geschreven voor onze tijd, 2018. En weet u dat Jezus nog steeds rondtrekt? Elke keer als wij het Evangelie horen, is het Jezus die ons aanspreekt. Wij mogen hopen en bidden dat na meer dan 2000 jaar er nog steeds jonge mensen zijn die Jezus ontmoeten die tegen hen zegt: “Wat verlangen jullie?” en “Kom mee, volg Mij”. Als kapelaan nodig ik ieder van u uit – jong en oud – tot een gezonde nieuwsgierigheid. Het is de gezonde nieuwsgierigheid die o.a. de wetenschap voortstuwt. Om iets nieuws te ontdekken moet je nieuwsgierig zijn, én je hebt geduld nodig én je moet vasthoudend zijn. Niet opgeven! We weten allemaal dat de Kerk in West-Europa het moeilijk heeft. Toch zijn er nog altijd miljoenen mensen die God erkennen, Jezus willen volgen. Elke zondag zijn er meer mensen in de verschillende kerken samen dan in de verschillende voetbalstadions. Velen vinden hun geluk bij Jezus Christus in Zijn Kerk. De Heilige Kerkvader Augustinus zei het al in het jaar 400: “Onrustig is ons hart, tot het rust vindt bij God”. Als er zoveel mensen op zoek zijn, hebben wij allemaal de rol van ‘wegwijzer’. Wij zijn ‘wegwijzers’, niet omdat we het allemaal beter weten, niet hoogmoedig, maar eerder als bedelaar. De ene bedelaar kan tot de andere bedelaar zeggen waar er brood te vinden is. Als priester-bedelaar mag ik u zeggen dat we hier in de Kerk, tijdens de Communie, Hemels Brood krijgen. Jezus zelf wil u voeden op uw tocht door het leven. We hebben plaatsen nodig waar de Heer Jezus te ontdekken en te ervaren is. Moge onze Kerk zo’n plaats zijn.

Amen.