30-03-2018: De preek van Goede Vrijdag 2018
Iedere gebeurtenis in het leven van Jezus is de moeite waard om te bestuderen, te bemediteren. Wij lezen een tekst en we zien de oppervlakte, maar er zit een diepte in die haar bron heeft in de eeuwigheid. Als we ons verdiepen in Jezus’ leven draagt dat vruchten in ons eigen leven. In deze periode van het jaar mogen we kijken naar het Lijdensverhaal. We zien Jezus lichamelijk lijden, maar als we dieper kijken zien we het lijden in Zijn ziel. Hoewel Jezus God is, is Hij ook mens. Hij had een lichaam en een ziel. Hijzelf nam Zijn lichaam uit het vlees van de Maagd Maria en schiep de ziel. Zo werd God een volmaakt Mens met lichaam en ziel. Zijn lichaam had vlees en zenuwen, in staat om te lijden; zijn ziel was ook in staat om te lijden, zielenlijden. Lichamelijk werd Hij gevangen genomen, geslagen, gegeseld, een doornenkroon op het hoofd gezet, genageld aan een kruis. Al die dingen kun je zien als je naar een kruisbeeld kijkt. Je kunt het bestuderen, bemediteren. Het zielenlijden kun je niet uitdrukken in beelden, wel in woorden. In de Hof van Olijven zei Jezus: “Mijn ziel is bedroefd tot de dood toe”, Hij was bang. Sterker nog, we kunnen zeggen dat Jezus meer in zijn Ziel geleden heeft dan in zijn Lichaam. Jezus wist dat het onrechtvaardig was wat er met Hem gebeurde. Hij wist dat Hij onschuldig was, zelfs Zijn vervolgers zeiden dit. Bijvoorbeeld Judas: “Ik heb onschuldige bloed overgeleverd”; of Pilatus: “Ik ben onschuldig aan het bloed van deze rechtvaardige”; of de soldaat onder aan het Kruis: “Waarlijk, deze was een rechtvaardige”. Welke zielenpijn droeg Jezus in Zijn ziel? Hij moest dragen wat Hem onbekend was, maar waar wij alles van afweten: het gewicht van de zonde, de reuk en het vergif van de zonden van de hele wereld, uw zonden, mijn zonden. Voor ons is dat iets gemakkelijks, we voelen het niet eens. Wij verstaan niet dat zonde doen een daad is van een verrader, van opstand tegen God. Zonde is de doodsvijand van de Allerheiligste God. Hij jaagt de zonde, de zondaar, weg tot in de diepste duisternis. Geen zondaar komt binnen in de Hemel. Het lot van de zondaar is de dood, de eeuwige dood. Door vlees te worden is God ons systeem binnengekomen. Hij heeft aan den lijve ondervonden wat zonde doet. De tegenstrever vloog op Hem af en probeerde Hem te vernietigen: de nijd van de Farizeeërs, het verraad van Judas, de woede van het volk, de verloochening van Petrus... De dood van de mensgeworden God leert ons wat zonde is, het is horror en ellende.
In de Hof van Olijven knielde de Godmens neer, stuurde Zijn verwarde Engelen weg die met duizenden klaar stonden om Hem ter hulp te komen, Hij strekte Zijn armen uit en… Hij werd bekleed met het gewaad van de menselijke zonden. Hij werd de Vertegenwoordiger van alle mensen, Hij nam deel aan wat ons deel is. Hij identificeerde zich met mij, met u, met ons. Hij voelde zich als een zondaar. Hij droeg de zonden van alle levenden en doden, zelfs van hen die nog niet geboren waren, van grote zondaars en grote heiligen, van gereddenen en verlorenen. Allemaal zijn ze daar, zelfs zijn dierbaren: Petrus, Jakobus en Johannes, niet als troosters maar als zondaars. Wij staan daar ook bij. Allemaal zijn we daar, behalve één: Maria, de Onbevlekte die nooit gezondigd heeft. Maria kon Jezus troosten, daarom is Ze niet in de Hof van Olijven. Ze zal wel onder het Kruis staan. In de Hof van Olijven mag Maria met haar zuiver oog niet zien en met haar Onbevlekt Hart niet beseffen wat Jezus ziet en beseft. In de Hof van Olijven strijdt ziet Jezus onze gebroken beloften, onschuldigen die werden verraden, verharde jongeren, de ouderen die hervielen, rechtvaardigen die bezweken; in de Hof van Olijven ziet Jezus ons ongeloof, onze trots, hoogmoed, wroeging, schande, wanhoop; Jezus ziet de gedoofde lichten, verloren kansen, de dood. Niemand kon die zondelast dragen, behalve God. Hij neemt alles op Zich. Hij draagt het, Hij is het die ‘schuldig’ pleit met een kracht die oneindig groot is, groter dan van alle mensen samen. Hij sterft uiteindelijk van lichamelijke uitputting, maar Zijn Hart was het dat brak en Hij gaf Zijn Geest (Zijn Ziel) aan Zijn Hemelse Vader. God zij dank. Hij deed het voor ons, voor u en mij.
Kortom, zonde is de rode bloedlijn doorheen heel de mensengeschiedenis, alleen God kon die lijn doorbreken. Hij kan het nog steeds. Laten wij ons verdiepen in het leven van Jezus zodat het vruchten draagt in ons eigen leven. Laten we bidden tot Hem en dankbaar zijn voor wat onze Verlosser voor ons, voor u, heeft gedaan. Hij heeft de Hemel voor ons geopend. Wij gaan daar binnen door nu met Hem te leven en steeds meer te gelijken op Hem.
Amen.