23-09-2018: De preek van de vijfentwintigste zondag door het jaar 2018
Hoe kom je met God in contact? Wanneer heb je met God contact? Jezus geeft daarop antwoord. Hij begint met te spreken over zijn eigen dood. Dat is niet gemakkelijk. Je moet al goed bevriend zijn om daar met iemand over te spreken. Jezus maakt zijn leerlingen duidelijk dat Hij verwacht dat ze bij Hem zullen blijven, dat ze Hem niet alleen laten. Maar de leerlingen begrijpen het niet. Sterker nog, ze gaan onder elkaar ruzie maken over wie van hen de grootste is, de belangrijkste. Een oermenselijk thema: wie is de grootste? Ik vermoed dat Onze Lieve Heer niet blij was met het gesteggel van zijn leerlingen. Het moet Hem verdriet gedaan hebben. Hebben zijn leerlingen niet meer geleerd? Zijn ze niet wijzer geworden? Het gaat toch over andere dingen! Ik vermoed dat Onze Lieve Heer zich efkes heel alleen gevoeld moet hebben. Toch is Hij niet helemaal ontgoocheld. Hij stapt er overheen en gaat in op dat oermenselijk thema: wie is de grootste?
Het is het probleem van de macht. Volgens mij is het streven naar macht hét probleem dat zoveel onheil over de wereld brengt: ruzie, geweld, vechtpartijen, moord, oorlog. Als je in de wereld goed rondkijkt, dan zie je dat veel problemen tussen mensen veroorzaakt worden door een strijd om de macht. Ik wil de grootste zijn, de eerste, de beste. Door machtsdrang van de een worden andere mensen gekwetst, vernederd. Jezus neemt zijn leerlingen met hun machtshonger serieus. Eigenlijk heeft Jezus geen probleem met mensen die de grootste, de eerste, de beste willen zijn, maar… Hij zegt erbij hoe je daartoe komt. Als je naar boven wilt, ga dan naar beneden; als je nummer één wilt zijn, zet de ander dan voorop; als je heer en meester wilt zijn, wees dan dienstbaar; wie de grootste wil zijn, moet dienen. Jezus wil niet zeggen dat we over ons heen moeten laten lopen, we zijn geen deurmat. Je moet je niet laten uitbuiten. Maar Hij zegt heel duidelijk dat het groot-zijn in iets anders zit. Jezus leert dat je iemands grootheid niet kunt meten. Je bent groot als je aandacht hebt voor het kleine, het zwakke, de mens bijvoorbeeld die jou niet alles kan teruggeven of terugbetalen. Jezus weet wel dat er in de wereld andere regels gelden. In de wereld moet je met de ellebogen kunnen werken, over de rug van anderen naar boven klimmen. De Heer Jezus heeft dat in Zijn leven zelf meegemaakt, maar – zegt Hij – Ik leer jullie een andere weg. En als je Mij wilt volgen, is dat ook jullie weg. Als Jezus dan ziet dat zijn leerlingen er niets van snappen, roept Hij een klein kind dat op straat speelt en zegt: “Kijk naar dit kind, het is klein, onbeschermd, hulpeloos. Als jullie je niet te groot wanen om voor zo’n kind te zorgen, om zo’n kind in je hart op te nemen, dan neem je Mij op en Hem die Mij gezonden heeft”. Dat kind is ook ons voorbeeld. Het vertegenwoordigt alle mensen die zich niet meer kunnen behelpen: zieken, bejaarden, eenzame mensen, verbitterde en verdwaalde mensen, iemand die niet wil of kan vergeven. En Jezus zegt: “als je je niet te groot en te goed vindt, ga er dan naartoe. Je gaat dan ook naar Mij. Als je tijd maakt voor zo’n mens, dan maak je tijd voor Mij, voor God. Sterker nog: je ontmoet God. Je hebt dan contact met God! Hoe kom je met God in contact? Wanneer heb je met God contact? Niet door je terug te trekken in een ivoren torentje, niet door je ogen te sluiten, maar door je hart te openen, door naar hen te gaan die in stof en as liggen. Daar vind je God en Jezus Christus. Als dat waar is, dan zijn zo’n mensen in onze maatschappij geen last, ze zijn een kans om God te ontmoeten. Onze maatschappij ziet zo’n mensen dikwijls als een last. Maar door hulpelozen, zwakken, kleinen kun je in contact komen met God. Op je weg naar omlaag ga je naar boven. Je bent de eerste als je de laatste wilt zijn. De grootste is hij, die niet de grootste wil zijn, maar dienaar van allen.
God zelf heeft ons het voorbeeld gegeven. Hij kwam van al zo hoge en werd mens. Jezus Christus, de Zoon van God kwam Hij uit de Hemel naar ons, om ons te dienen. Wij mogen in Zijn voetstappen treden. En God, onze Hemelse Vader, heeft Hem verheven, hoog verheven, hemelhoog. Dat staat ook ons te wachten als we trouw blijven aan onze roeping van dienstbaarheid en christelijke naastenliefde.
Amen.