04-02-2018: De preek van de vijfde zondag door het jaar 2018
Ik mag hopen dat de meeste mensen graag leven. Als christen zien we het leven als een geschenk van God. Toch kunnen er momenten zijn zoals in het leven van Job (in de 1ste lezing): ’s avonds dacht Job: wanneer wordt het morgen? en ’s morgens: wanneer wordt het avond? Mijn dagen lopen af, de draad is ten einde… Job twijfelt of hij ooit gelukkig wordt. Ergens is het te begrijpen, hij heeft zoveel tegenslag gehad. Er zijn zeker mensen die zich herkennen in Job. Job zei ook: “Moet de mens niet zwoegen op aarde?” Ja, zou Paulus zeggen. Paulus werkte hard om de Blijde Boodschap te verkondigen. In de 2de lezing getuigt Paulus enthousiast hoe hij zich tot slaaf van allen maakt om zoveel mogelijk mensen voor Jezus Christus te winnen. Alles doet hij voor de Blijde Boodschap van het Evangelie. Als mensen in de put zitten zoals Job, is die Blijde Boodschap meer dan welkom.
Wat is die Blijde Boodschap? Als we naar het Evangelie kijken, trekt Jezus rond en geneest mensen. Vandaag horen we hoe Jezus de schoonmoeder van Petrus geneest. Door wonderen te doen, toont Jezus dat eens de tijd komt dat aan alle lijden en ellende een eind komt. Een mens is niet gemaakt om ongelukkig te zijn en te lijden. Job zei: “mijn leven is een ademtocht” en dat klopt, het is zo voorbij. Als we het leven hier op aarde vergelijken met de eeuwigheid in de Hemel, is het leven op aarde maar een fractie van een seconde. Het is moeilijk te vatten met ons kleinmenselijk verstand. Voor veel mensen is het leven van Jezus iets wat lang geleden gebeurd is. Toch heeft Jezus woorden die krachtig zijn, ook in onze tijd, voor ons leven. De kern van het Evangelie is dat Jezus nu bij ons is, zeker als we verzameld zijn in Zijn Naam, hier in de kerk. De Heer is hier en Hij wil ons hier en nu gelukkig maken, ondanks alles. We kunnen de Heer Jezus in ons hart binnenlaten; zonder Hem blijft ons hart leeg. Je kunt je hart wel proberen te vullen met iets anders: liefde van mensen, rijkdom, eer, spulletjes, maar ons oneindig groot hart kan pas volledig gevuld worden door de oneindig grote God. Vele mensen zoeken bewust of onbewust naar vervulling en naar de zin van het leven, zoals in het Evangelie: “Iedereen zoekt U!” Wanneer iemand Jezus Christus gevonden heeft en in Hem gelooft, gebeurt er iets met die mens. En toch, toch zijn er ook Christenen die zich af en toe voelen zoals Job. In het Evangelie lezen we hoe Jezus het vol hield: “Vroeg, nog diep in de nacht, stond Hij op, ging naar buiten en begaf zich naar een eenzame plaats waar Hij bleef bidden.” Bidden, dat is de sleutel tot vrede en rust, in hoofd en hart. Zorg dat je in de drukte van het leven tijd maakt voor momenten van stilte en gebed. Ook al staat jouw agenda vol met afspraken, zorg dat er ook afspraken in staan om even stil te zijn:’s morgens, ’s avonds. Ik ken iemand die ’s nachts niet goed kan slapen, maar een paar uurtjes, maar de rest van de nacht is voor haar geen verloren tijd. Ze bidt. Ze bidt voor de mensen die niet meer bidden; ze bidt voor de vrede in de wereld, voor mensen in nood. Als u ’s nachts goed slaapt, prima! Maar zorg er voor dat je dan overdag een afspraak hebt met de Heer en zeg die afspraken nooit af. Denk niet dat het verloren tijd is, integendeel, door die momenten zul je het leven beter aankunnen. Het dagelijks moment of de dagelijks momenten van contact met de Heer Jezus, net zoals de wekelijkse Mis, zijn geen tijdverlies maar tijdwinst. Door die momenten krijg je kracht en ga je de dingen anders bekijken. Je voelt je dan niet alleen, maar je leeft dan met de Heer van het leven en Hij houdt je overeind in elke situatie.
En wat dan met de dingen die moeilijk zijn, echt moeilijk? Ik heb een mooi verhaal om te illustreren hoe je daar mee om kunt gaan. Voor het huis van een man lag een rots die in de weg lag. Eens vroeg Jezus aan die man: “Wil je iets voor me doen? Duw tegen die rots en houdt vol.” De man deed het, dag in dag uit, jaar na jaar. Elke dag ging hij slapen zonder dat de rots verplaatst was. Hij begon de moed op te geven en toen kwam de bekoring. Satan blies hem de gedachte in dat het stom was om te duwen en de man begon zelfs te twijfelen of Jezus het gevraagd had. Hij wilde stoppen, maar zei nog even in gedachten tot de Heer: “Ik heb gedaan wat U vroeg, maar de rots heeft geen millimeter bewogen. Wat doe ik fout?” Jezus antwoordde: “Ik heb je gevraagd te duwen, maar heb nooit gezegd dat de rots zou bewegen. Je denkt dat het zinloos is, maar kijk eens naar jezelf. Je armen en benen zijn sterk, je bent gespierd en sterker dan ooit. Je karakter is gevormd. Jouw taak was het te duwen, het geloof te bewaren en te vertrouwen op Mijn bijstand. Al die tijd was Ik bij je. Vriend, nu zal Ik die rots voor je verplaatsen.” Dit verhaal mag een antwoord zijn op de vraag of God helpt. Ja dus. Onze taak is het vol te houden in gebed, in geloof, hoop en liefde, en te vertrouwen op Gods bijstand. Soms is die bijstand merkbaar, meestal onmerkbaar, maar altijd verandert er iets in ons… als we bidden.
Amen.