02-04-2017: De preek van de vijfde zondag in de Veertigdagentijd 2017
“Gedenk mens, dat gij stof zijt en tot stof zult weerkeren”. Dit werd ons gezegd op Aswoensdag, toen we het askruisje konden ontvangen. Eén week vóór de Goede Week komen de Schriftlezingen daarop terug. Het is zoals het is: als God ons niet komt verlossen en bevrijden, eindigen mensen in het graf met een grote steen op hun buik en ze vergaan tot stof. In onze tijd zijn er veel mensen die denken dat het zo eindigt. Vanuit het standpunt van mensen die niet geloven, zijn Christenen dwazen die een illusie najagen. Jezus die Verrezen is, opgestaan uit de dood… ze kunnen daar niets mee, het zegt hun niets. Toch willen vele ongelovige mensen op hun manier voortleven: in hun kinderen, in dat wat ze bereikt hebben, in hun dromen… Vaak lees ik in de krant, bij de rouwadvertenties, dat ze hun vader of moeder “nooit zullen vergeten”. Mooi natuurlijk, mensen voelen de dood aan als een grens die doorbroken moet worden. We vinden dit ook terug in de Bijbel.
Toen de Joden in ballingschap gingen, weg van hun huis en dorp en land, dachten ze na over wat hun overkwam. Het was een tijd dat alles in elkaar zakte. De Joodse ballingen dachten na over het einde van het volk; ze dachten ook na over de dood. Het volk was verbannen, weggevoerd van hun eigen grond en het dreigde van de aardbodem te verdwijnen. In die tijd stond een profeet op, Ezechiël, met een bemoedigend visioen: God opent de graven, stort zijn Geest uit over de dorre beenderen en er komt leven in. Ze zullen her-leven en God zal hen vestigen op hun eigen grond, de grond van Israël. In onze tijd leven we ook in een soort ‘ballingschap’; mensen die God niet kennen, die Hem negeren, die zonder Hem leven, zijn ‘ballingen’. Voor hen is het echte leven alleen maar verbonden met het hier en nu; velen zijn gefocust op geld, aanzien, genieten (en dat mag ook natuurlijk); maar sommigen zoeken het in de extremen van drank, drugs, seks. En er zijn nog vele andere afgoden die op de plaats van de levende God kunnen staan.
En zo komen we terecht bij de tegenstelling die Paulus uitwerkt, de tegenstelling tussen ‘vlees’ en ‘geest’. Het is opgesloten zitten ‘in jezelf’ (in je vlees) of open staan voor God (voor Zijn Geest). Het is een keuze tussen de fouten van gisteren en het leven van morgen. Het is een keuze tussen dood (vlees) en eeuwig leven (geest)… God is de Gever van het leven, en als mensen zich afkeren van God, keren ze zich – zonder het echt te beseffen – af van het Leven. Ik hoop en bid dat mensen die zonder God leven, maar hun geweten volgen en er naar streven om goed te leven en goed te doen, uiteindelijk bij God uitkomen. Maar zeker weet ik het niet. Toch ligt het verlangen om volop te leven en zich naar God te keren in het hart van ieder mens. Wat is dan het nieuwe dat Jezus Christus gebracht heeft? Hij IS het leven. Als we Hem aanvaarden als onze Redder en Heer, zegt Paulus: “Als Christus in u is, blijft uw lichaam wel door de zonde de dood gewijd, maar uw geest lééft!” Als de levende Heer Jezus in je woont, wordt je leven omgevormd en hoef je niets te vrezen, zelfs de dood niet.
En zo kijken we naar het Evangelie. Jezus brengt Lazarus weer tot leven. Dat doet Jezus om ons geloof in Hem te vergroten. De opwekking van Lazarus is een wonder, mooi, wondermooi, maar nog belangrijker is het dat wij in Jezus geloven en Hem vertrouwen en Hem liefhebben. Voor mensen die niet geloven, die Jezus niet vertrouwen en Hem niet liefhebben, blijft de dood een onoverwinnelijke grens. Marta en Maria spreken hun vertrouwen in Jezus uit: “Heer, als Gij hier waart geweest, zou mijn broer niet gestorven zijn”. Jezus zegt dan: “Ik ben de Verrijzenis en het Leven. Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is men gestorven”, en Jezus vraagt: “Gelooft gij dit?” Zonder te twijfelen zegt ze: “Ja, Heer, ik geloof vast dat Gij de Messias zijt, de Zoon van God die in de wereld komt.”
Volgende week gaan we de Goede Week in. Die week is een week van bewustwording, een oproep tot een keuze en geloof, dat Jezus Christus door Zijn dood en Verrijzenis de mens heeft verlost. Het graf is geen eindpunt. De zege IS behaald. Christus heeft de dood overwonnen. Er is slechts één probleempje: bent u bereid om Jezus te aanvaarden als uw Verlosser en Hem te beminnen en Hem welkom te heten in uw leven?
Amen.