05-03-2017: De preek van de eerste zondag van de Veertigdagentijd 2017
Paus Franciscus heeft onlangs gezegd: “Het Christelijk leven is een strijd” en hij moedigt de Christenen ‘die een beetje lui zijn’ deze geestelijke strijd aan te gaan. Wat bedoelt de Paus? De relatie met God de Heer moet verdedigd worden, men moet weerstand bieden en strijden om erin voort te gaan. Als je die strijd aangaat en je overwint, geeft dat vreugde en word je gelukkig. Waartegen wordt gestreden? De drie vijanden van het Christelijk leven zijn: de duivel, de wereld en het vlees; oftewel: de hartstochten, de bekoringen en beproevingen die ons regelmatig overvallen.
In deze Veertigdaagse Vastentijd mogen wij de wapens van God ter hand nemen: het gebed, het vasten en de naastenliefde. We worden uitgenodigd in deze tijd wat meer te bidden dan anders, wat te vasten door iets te doen of te laten, onze medemensen nog vriendelijker te bejegenen en te helpen. De Paus was ook duidelijk over de duivel. Hij zei: “de strijd speelt zich af tegen onzichtbare krachten, de machten van de duisternis die de wereld beheersen, de geesten van het kwaad die boven ons staan”. De Paus durft! Waar hoor je in onze tijd nog over de duivel? In onze tijd zijn veel mensen ervan overtuigd dat de duivel niet bestaat, dat het een mythe is, iets van het verleden, een symbool voor het kwade om ons heen. De Paus zegt: “de duivel bestaat en men moet tegen hem strijden”. Waar komt de duivel vandaan? De Christelijke Traditie leert dat de duivel een gevallen Engel is. God is goed en Hij had in het begin de goede Engelen geschapen, maar een gedeelte van de Engelen kwam in opstand tegen het plan van God en ze werden duivel, geesten van het kwaad. Vandaag lezen we in het boek Genesis over deze slang die de mensen verleidt, heel geniepig, je zou er zelf ook intrappen. Wij zien om ons heen dat het goede soms aangetast is en soms scheefgroeit, waardoor er een neiging is naar minder goede zaken. We ontdekken dat we waarheid niet altijd kunnen onderscheiden van onwaarheid; we kiezen soms voor iets verkeerds in plaats van iets goeds; ons geheugen is onstandvastig en denkt aan van alles, zodat we onrustig worden. In de Tweede Lezing staat dat de zonde in de wereld gekomen is en de dood heerst. In het Evangelie gaat Jezus de strijd aan met het kwade. De Heer wordt (net zoals wij) op de proef gesteld, veertig dagen lang, en… overwint. Uiteindelijk zal Hij overwinnen door te Verrijzen uit de dood. Als we het Evangelie van vandaag bekijken wordt Jezus op drie terreinen beproefd: rijkdom, macht en aanzien, de drie grote bekoringen van alle tijden. Bij de 1ste beproeving: “verander deze stenen in brood”, doe iets voor jezelf, zorg dat je zelf genoeg hebt, rijkdom. Bij de 2de beproeving: “spring van de tempel”, doe iets spectaculairs zodat iedereen u bewondert, macht. Bij de 3de beproeving: “kniel voor mij neer (zegt de duivel) ik zal U alles geven wat Je maar wilt”, aanzien. Telkens verwijst Jezus naar God Zijn Vader, Hij is Zijn steun. Diezelfde beproevingen maken wij ook mee. We laten ons soms makkelijk meeslepen door de hartstochten rijkdom, macht en aanzien. Als we hierin meegaan schaden we onszelf, onze medemensen en onze relatie met God. Toch mogen we ons niet laten ontmoedigen, want de Heer is met ons om ons te versterken en te bemoedigen.
Zoekt u een bijzonder puntje om te doen in deze jaarlijkse Veertigdaagse Vastentijd? Misschien kan ik u een tip geven. Bijvoorbeeld: spreek in uw leven de taal van Jezus Christus. Getuig van Hem in uw dagelijks leven, zodat de mensen in uw spreken en doen kunnen zien dat u Christen bent. Wanneer wij ontdekken dat mensen niet gelovig zijn, hebben we snel de neiging om ons geloof te verzwijgen of te verdoezelen. Dat is niet nodig. Zo was ik een tijd geleden bij een familie om de uitvaart van hun moeder voor te bereiden. De kinderen vertelden me dat ze aan alles konden zien dat hun moeder gelovig was. Ze brandde regelmatig een kaarsje bij Maria, ze ging naar de kerk, ze bad. Hoewel de kinderen en kleinkinderen weinig met hun geloof deden, getuigde moeder van haar geloof door te zeggen dat ze van Jezus en Maria hield en dat ze God soms heel nabij voelde. Moeder was de enigste die voor het eten aan tafel een kruisje maakte. Moeder bestelde elk jaar voor vader een Mis, een jaargetijde, ook al kwam het grootste gedeelte van het gezin niet mee. Nu moeder gestorven was, spraken de kinderen en kleinkinderen vol bewondering over het geloof van moeder en oma. Ik had de indruk dat ze stiekem een beetje jaloers waren én trots op haar geloof. Ze was dus haar taal als Christen blijven spreken, ook al sprak bijna iedereen in haar omgeving een andere taal. Beste mensen, Blijf strijden en blijf getuigen van uw geloof, blijf de Christelijke taal spreken in uw gewone doen en laten van elke dag. Verdedig uw relatie met God de Heer en je zult samen met Hem overwinnen. Trouwens, waarschijnlijk zal de Heer uw getuigenis gebruiken om een medemens – vroeg of laat –op Zijn Weg te brengen. Het is de weg van de liefde. De Heer geeft vreugde en geluk en maakt anderen gelukkig.
Amen.