24-12-2017: De preek van Kerstavond 2017
Als ik ergens naartoe ga dan toets ik de bestemming op mijn iPhone of Tom Tom in. Heel praktisch als je ergens naar toe wilt: het wijst je de weg. Ik maak er ook wel eens gebruik van als ik een wandeling in het bos maak en even wil kijken waar ik ben. Het brengt mij in de meeste gevallen waar ik wezen wil.
Aansluitend aan het Evangelie zeggen de herders: “Kom, laten we naar Betlehem gaan”. Dat geldt voor Maria en Jozef, voor de herders en later voor de wijzen. De herders zijn enthousiast. Ze hebben de Engel gezien en ze komen in beweging om het Kind te zoeken. Als ze het gevonden hebben zijn ze vol vreugde. Ze ontmoeten het kleine kindje, het kerstkindje, de Zoon van God, en het veranderde hun leven. Ze hadden geen Tom Tom die hen de weg wees. Misschien hebben de herders onderweg gevraagd waar ze naartoe moesten. De Wijzen hadden een ster die hen de weg wees en mensen in Jerusalem zullen hen verder geholpen hebben. De Wijzen komen tot aanbidding bij het zien van het goddelijk kind. Wat ze gemeenschappelijk hebben is: ze komen in beweging. In het Kerstevangelie is volop beweging: Maria en Jozef hebben hun woonplaats verlaten, de Engel die komt, de Herders die op zoek gaan, de Wijzen die van ver komen en via Jerusalem naar Betlehem gaan.
De Herders en de Wijzen gaan op pad omdat ze vertrouwen hebben in de boodschap. Ze hadden ook op een kritische afstand kunnen blijven en vragen stellen bij de boodschap van de Engel. Ze kunnen wel hun vragen gehad hebben, maar ze zijn desondanks in beweging gekomen. Ze gaan op naar Bethlehem. Ze hebben vertrouwen in de boodschap van God, door een Engel gegeven. En zo ervaren ze het geluk en komen heel dicht bij het kindje Jezus. Kom laten ook wij naar Bethlehem gaan om het Kerstkind te ontmoeten, en dan niet het plaatsje dat op twee tot drie uur lopen ligt van Jerusalem ligt en waar je met de Tom Tom naar toe kunt. Maar laten we op zoek gaan naar de plaats waar we het Kerstkind kunnen vinden in ons eigen leven. Waar ligt nu Betlehem? Waar vind ik God? Daarvoor moeten we net als de Herders en de wijzen moeite doen. Ze moesten van ver komen. Ze hebben gezocht en ze hebben anderen nodig gehad om hen de weg te wijzen. Hun moeite wordt beloond.
Degene die het kindje niet vindt is koning Herodus. Hij doet geen moeite om het kindje Jezus te vereren. Hij is bang dat hij zijn macht moet delen. Hij is vol van zichzelf, en dan is er geen ruime voor een ander. God komt in de wereld op een eenvoudige plaats in een stalletje, in eenvoud wil God ons ontmoeten. Hij nodigt uit om Hem te ontmoeten. Jezus is niet in de Hemel gebleven bij zijn Hemels Vader. Hij komt naar ons toe. Dat doet hij om ons. Uit liefde voor ons. Hij is op zoek naar ons. Met Kerstmis vieren wij dat God naar ons is toegekomen. God is mens geworden zodat we hem makkelijker zouden herkennen.
We worden aangesproken door Hem, en in Jezus zien we hoe we bedoeld zijn te leven. Wij zijn op zoek op zoek naar geluk, naar geborgenheid, naar Goddelijke liefde. Met Kerstmis Komt God naar ons. Waar is ons Bethlehem? Het is de plaats waar God in ons leven komt. God laat zich op veel plaatsen vinden.
Hier in de Kerk waar we God danken om wat Hij ons geeft: het leven zelf en zoveel meer dat ons Gods grootheid doet loven.
We vinden Hem als je in de bijbel leest, en als je dat op een biddende manier, dat wil zeggen dat je openstaat om Gods Woord binnen te laten komen in je hart.
God kun je vinden in je gezin, in de familie, in liefdevolle verbondenheid die verwijst naar God.
Je kunt God ontmoeten bij een Alpha-cursus, bij geloofsgesprekken waarin je wilt onderzoeken hoe God met jou en anderen meeloopt.
God laat zich vinden in de ontmoeting met de ander in een goed gesprek, als je op en diep niveau bij elkaar bent en betekenisvol bent voor elkaar. Zo kun je iets van God ervaren: Daar is ons Bethlehem
In de herberg was er geen plaats voor het kindje Jezus. Wij willen herbergzaam zijn van hart, niet alleen vol zijn van onszelf.
God komt niet als een inbreker. Hij wil ons onze vrijheid niet afnemen; daarvoor is Hij niet uit de hemel gekomen. Hij klopt aan de deur van ons hart en vraagt om plaats. Hij is de schepper. En Hij houdt van ons. Daarom komt Hij naar de aarde. God wordt mens.
Kom, laten we naar Bethlehem gaan! God komt ons tegemoet, want met Kerstmis laat God zien dat Hij heel dicht bij ons wil zijn.
Amen.