• darkblurbg

16-10-2016: De preek van de negenentwintigste zondag door het jaar 2016
Jezus spreekt over de onrechtvaardige rechter en de weduwe. Vlak daarvoor sprak Hij over zijn wederkomst. Zoals u weet – we bidden het ook in de geloofsbelijdenis – Jezus zal wederkomen om te oordelen levenden en doden (“et iterum venturus est cum gloria, iudicare vivos et mortuos” zingen we straks in de geloofsbelijdenis). Ondertussen zitten we in de tussentijd, tussen de Hemelvaart van Jezus en Zijn Wederkomst, op het einde van de tijd. Deze tussentijd is een tijd waarin het gaat zoals de weduwe tegenover de rechter. Zoals de weduwe vragen we veel. We bidden tot God, maar het lijkt er soms op of God ons niet hoort of niet wil verhoren. We roepen en roepen, bidden en bidden; we bidden dat jonge mensen gelovig mogen zijn, Jezus leren kennen, dat er vrede op aarde komt, zeker in Syrië. Maar de Heer schijnt – zoals de rechter – niet te luisteren, niet te willen helpen. De bekoring is om op te geven, te stoppen met bidden, alsof het zinloos is. Het is de situatie van elke Christen zolang de wereld duurt.

En toch, toch roept Jezus zijn leerlingen op om ‘altijd te bidden’. ‘Altijd bidden’ wil niet zeggen: altijd gebeden opzeggen, maar altijd in een gebedshouding leven, je innerlijk gericht houden op de Heer, of op Maria. Of je hart echt gericht is op God kun je merken. Bid je graag, ga je graag naar de kerk, heb je iets met God, Jezus en/of Maria? Luister je naar de preek. Ja, soms moet je jezelf overwinnen om naar de kerk te gaan, om te bidden. De moeilijkheid is dat wij God niet zien en niet in Zijn Hart kunnen kijken. Dat is ook met mensen: we zien mensen, maar wat in hun hart leeft, kunnen we niet zien. Om door te dringen tot iemands hart hebben we een ander vermogen: het geloof. Met ons geloof wordt het onzichtbare ‘zichtbaar’, of beter: waarneembaar, we ‘voelen’ iets. Je ‘voelt aan’ of er iemand iets om je geeft; je ‘voelt aan’ of er iets klikt of niet. Dat is zo bij mensen én bij God. Vanuit jouw geloof kun je – soms, niet altijd – ‘voelen’ dat Hij er is. En toch… hoewel we geloven en bidden, vragen we ons af: “zorgt onze Vader God voor mij? hoort Hij mij?” Vooral als je lang voor iets bidt, vraag je jezelf af: “Hoort de Heer mij?” Jezus zegt ‘ja’; Hij zegt: “Ik zeg u: God zal spoedig recht verschaffen”. Zo spoedig mogelijk! God ziet uit naar het ogenblik dat Hij ons kan helpen. Dat klinkt goed natuurlijk, maar waarom doet Hij het dan niet? Waarom komt er geen vrede, waarom lopen de kerken niet vol met jonge mensen?

Ik heb daarover een mooi verhaal dat ons helpt te volharden in gebed en geloof. Er was eens een man die sliep in zijn huis. Plots werd de hele kamer verlicht. Hij werd wakker en Jezus verscheen aan hem en zei tegen de man: “Je moet iets voor Me doen”. De Heer liet de man een grote rots zien die voor zijn huis lag en zei: “duw elke dag een flinke tijd en met al je kracht tegen die rots en houdt vol”. Na dat bezoek van de Heer deed die man dat, iedere dag opnieuw, jaar na jaar, elke morgen en elke avond en ook wel eens overdag, tussendoor. ’s Avonds ging de man slapen zonder dat de steen bewogen had. Na jaren kreeg die man het idee dat het totaal zinloos was. Toen de man de moed begon op te geven, kwam de bekoring. De Satan blies de gedachte in het hoofd van de man: “Je hebt nu al jaren tegen de rots geduwd, maar die ligt nog op precies dezelfde plaats.” Satan gaf de man de indruk dat hij gefaald had en deed hem zelfs twijfelen aan het bestaan van God. De Satan fluisterde hem nog in: “Waarom zoveel moeite doen? Steek er niet teveel energie in, of beter: stop helemaal.” De man wilde stoppen, maar ging nog eerst even naar God. “Heer”, zei hij, “ik heb lang en hard gewerkt in Uw dienst, maar na al die jaren is de rots geen millimeter verplaatst. Wat doe ik fout? Waarom faal ik?” De Heer antwoordde: “Vriend, toen Ik vroeg om iets voor Me te doen, en je het ook deed, heb Ik nooit gezegd dat de rots zou verplaatst worden. Je taak was te duwen. Je denkt gefaald te hebben? Is dat zo? Kijk eens naar jezelf. Door zo te duwen zijn je armen en rug sterk gespierd, je benen zijn sterk; ondanks enkele tegenslagen ben je wijzer geworden, Ik heb je geïnspireerd, je bent sterker dan ooit. Het is waar dat de rots niet verplaatst is, maar jouw roeping was tegen de rots te duwen en je geloof te bewaren en te vertrouwen in Mijn bijstand. Dat heb je gedaan! en Ik heb je al die tijd geholpen. Vriend, nu zal Ik voor jou die rots verplaatsen.”

Broeders en zusters, Dit verhaal mag een antwoord zijn op de vraag die veel mensen stellen of bidden helpt. Ja dus! De hulp van God is zeker, dat geeft Jezus aan in de parabel van vandaag. Maar Jezus draait het probleem om: “Zal de Mensenzoon (dat is Jezus) bij zijn komst het geloof op aarde vinden?” Anders gezegd: zullen de mensen het geloof in God bewaren? Als wij ons vertrouwen in Hem opgeven en God afschrijven, als we niet meer bidden, dan kan de Heer ons met Zijn hulp niet bereiken. Kortom, blijf duwen, blijf bidden en geloven, ook al gebeurt niet meteen waar je zo vurig voor bidt en hoopt en lopen de zaken anders. Wordt sterk in jouw geloof dat bergen kan verzetten, en geloof dat God het t.z.t. ook echt doet. Misschien pas bij Zijn Wederkomst.

Amen.