• darkblurbg

24-01-2016: De preek van de derde zondag door het jaar 2016
1963-1965. Het Tweede Vaticaans Concilie. Deze kerkvergadering leert dat de Kerk een lichaam is: het Lichaam van Christus (LG.7). We vinden dat terug in de tweede lezing van vandaag: “ieder van u is een lid van dit lichaam”. U kent allemaal Paulus als degene die vele brieven geschreven heeft; hij heette eerst Saul en toen was hij een gemene christenvervolger. Toen Saul op weg was naar de stad Damascus om Christenen op te pakken, wordt hij plots door licht omstraald, hij valt op de grond en hoort een stem: “Saul, Saul, waarom vervolg je Mij?” Saul vraagt: “Wie zijt gij, Heer?” en de stem zegt: “Ik ben Jezus, die gij vervolgt”. Jezus was al een aantal jaren ten Hemel opgestegen en toch zegt Jezus: “gij, Saul, vervolgt Mij”. Deze ervaring van Saul – na zijn bekering Paulus – leert ons hoe diep de eenheid is tussen gedoopten/Christenen, en Jezus Christus. We vormen één Lichaam. Toen Jezus ten Hemel opsteeg liet Hij ons dus niet als wezen achter. Door ons geloof, door de liefde tot Hem, zijn wij innig met de Heer verbonden. Zó innig dat we één zijn met Hem, één Lichaam. Het beeld van het lichaam met handen en voeten, met vele ledematen, helpt om de diepe band tussen Christus en de Kerk te begrijpen. Een lichaam is een levend iets. De Kerk is geen liefdadigheidsorganisatie, er wordt hier geen bezigheidstherapie gegeven, het is geen culturele of politieke organisatie; de Kerk is een levend Lichaam, werkzaam in de wereldgeschiedenis en onderweg door de tijden. Dit Lichaam heeft een Hoofd, Jezus Christus, die het Lichaam leidt en voedt. Hoe leidt Hij ons? door mensen. Hoe voedt Hij ons? door het gebed, door de Communie: ‘Lichaam van Christus’. Als we kijken naar een menselijk lichaam, dan kan dat niet overleven als men er het hoofd afhaalt; dan sterft het lichaam. Zo is het ook met de Kerk: blijf met Jezus verbonden, Hij is ons Hoofd, zonder Hem sterft het Lichaam, dan sterven wij. Zoals het bloed circuleert van hoofd naar lichaam en omgekeerd, zo moeten wij ook toelaten dat Zijn Woord ons in beweging zet en dat de Communie ons voedt en bezielt. Zijn liefde geeft ons de kracht om onze naaste lief te hebben.

En zo kom ik bij het tweede deel van mijn preekje. Sint Augustinus heeft een uitspraak: “Ama et fac et quod vis (Bemin en doe wat je wilt). Deze woorden zijn fundamenteel voor een Christen: bemin en doe! liefde en actie! bemin en doe wat je wilt. Maar welke liefde? Tegenwoordig wordt op vele dingen de stikker ‘liefde’ geplakt, maar het is geen liefde. Als je partner in naam van de liefde zegt dat hij of zij je verlaat omdat men van iemand anders houdt: boem! een rakket in het hart van de ander. Zo wordt de ander beschadigd. Tegenwoordig denkt men dat liefde te maken heeft met gevoel. Liefde en gevoel gaan vaak samen, maar niet altijd. Gevoelens uiten die mensen kwetsen tot in het diepste van hun hart… dat is niet de liefde die Jezus, Paulus en Augustinus bedoelt. Paulus schrijft: “Bemin elkaar hartelijk en acht anderen hoger dan uzelf” (Rom.12,9). Oftewel: zet de ander op de eerste plaats. In het Evangelie leest Jezus voor uit een boekrol: “God heeft mij gezonden om een genadejaar af te kondigen”. De wet van Mozes bepaalt dat er om de 50 jaar een genadejaar moest komen. In zo’n genadejaar moest alles wat scheefgegroeid was recht getrokken worden. Alle sociale ongelijkheid van de laatste 50 jaar moest ongedaan gemaakt worden. Of deze idealistische wet ooit echt uitgevoerd is, weten we niet. Maar als Christen mogen, beter: moeten, wij dit wel uitvoeren. Als gedoopten, als ledematen van Christus zijn we geroepen om Jezus’ zending verder te zetten in deze wereld. Dat betekent dat we aandacht moeten hebben voor de armen, dat we moeten strijden tegen sociale ongelijkheid en verdrukking. De Kerk, het Lichaam van Christus, moet ruimte bieden voor mensen die nergens tot hun recht komen. In dit door Paus Franciscus uitgeroepen ‘Jaar van Barmhartigheid’, ook een genadejaar, mogen wij Gods Barmhartigheid waar maken. De kern van onze zending is: de goedheid en mensenliefde van Jezus Christus zichtbaar maken, elke dag. Alleen zo zullen mensen God ontdekken en tot geloof komen. Zoals ik de vorige keer ook al zei: God heeft geen andere handen dan onze handen om vandaag Zijn werk te doen. Hij heeft geen voeten dan onze voeten om vandaag naar mensen toe te gaan. De Heer heeft geen stem, behalve de onze om de mensen elke dag de Boodschap van Bevrijding te melden. Wij zijn het Lichaam van Christus.

Amen.