• darkblurbg

14-05-2015: De preek van Hemelvaart 2015
“Vandaag stijgt de Heer Jezus Christus ten Hemel. Laat ons hart opstijgen samen met Hem” zegt Augustinus in een preek over Hemelvaart. De apostelen hadden deze vrome aansporing niet nodig. Toen Jezus opsteeg, volgde hun hart Hem mee; “ze stonden gespannen naar de Hemel te kijken” lezen we in de Handelingen van de apostelen. Ze wilden dicht bij Jezus zijn, liefst voor altijd bij Hem blijven. Voor de meesten onder ons is het anders. We lopen geen gevaar teveel naar de Hemel te kijken. We hebben zoveel te doen op deze aarde, zo druk, dat we amper tijd hebben om aan de Hemel te denken. We hebben dan ook een dubbele houding tegenover leven en dood: enerzijds vinden we het leven hard en jammeren over tegenslag en ongeluk; anderzijds lezen we in de Bijbel dat in de Hemel elke traan wordt gedroogd, waar we oneindig gelukkig zullen zijn, voor altijd samen met de Heer! Maar… wie wil er naartoe? Als God heel subtiel een teken geeft, op wat voor manier dan ook: de gezondheid laat je in de steek, je bent boven de vijftig of boven de tachtig en je komt tot de ontdekking ervan, een leeftijdgenoot overlijdt… , een teken dat het ogenblik nadert om dit tranendal te verlaten en dat je verwacht wordt in de Hemelse eindeloze vreugde en liefde van de Hemel… dan ben je teleurgesteld. Je voelt je bedroefd, je moppert. Je vindt het zelfs tactloos als iemand je wijst op je mooie grijze haren, je leeftijd  of je schone gerimpeld gezicht. Je wilt graag jong blijven, vitaal. Je wil dat anderen je bevestigen in de illusie dat je nog jááren mag genieten van dit aardse leven. ‘Ad multos annos’, ook al kan het voor sommige mensen een nachtmerrie zijn of worden. Rare logica hé! Ik denk dat ongelovigen met ons lachten als we met zoveel tegenzin naar de Hemel willen gaan; we zingen toch geestdriftig over die mooie hemel “Alleluia, alleluia!”!?

Op het feest van Christus’ Hemelvaart steekt de Kerk een handje uit naar ons, om de Hemel – voor velen veraf, abstract – levensnabij te maken, concreet. Concreter, want het blijft geloof, een geloofswaarheid jazeker. Je vaderland is in de Hemel, zegt de Kerk samen met de Bijbel, dáár ben je thuis, daar vind je het volle leven. “Streef naar wat boven is, waar Jezus Christus zit aan de rechterhand van God” (Kol.3,1). Dankzij de Hemelvaart van de Heer Jezus zijn Hemel en aarde niet van elkaar gescheiden. Jezus is het Hoofd, de Kerk is het Lichaam van Christus. Ons Hoofd is in de Hemel, Jezus, en Hij trekt het hele Lichaam mee naar boven. We zijn al een stukje op weg, met één been in de Hemel, ook al voelen of zien we het niet. Beste mensen, als je écht als een Christen wilt leven, dan laat je Jezus – het Hoofd – beslissen wat je doet, wanneer je het doet, hoe je het doet. Het Hoofd in de Hemel, Jezus Christus, wil u gebruiken als instrument op deze wereld. De liefde, vrede, goedheid, het geduld van de Heer, mogen wij handen en voeten geven in deze wereld. Wij zijn het lichaam van Christus. De Heer heeft geen andere handen en voeten dan onze handen en voeten om naar mensen te gaan en te helpen. Als je telkens ‘ja’ zegt tegen Hem, dan draagt ons leven veel vruchten. En – hoe oud of jong je ook bent – je bent nooit aan het eind van die vruchtbaarheid, want ieder ‘ja’ tegen de Heer voert naar nieuwe opdrachten in dit aardse leven.

De Hemelvaart van Jezus… Hij laat ons niet alleen, maar Hij trekt ons – als een geweldige magneet – naar zich toe, de Hemel in. De Hemelvaart van de Heer, 2000 jaar geleden en ook nu in deze viering, is het begin van onze eigen hemelvaart. Er wordt geen definitief afscheid genomen, daarom treurt de Kerk vandaag niet. Ze zingt in de liturgie: “Alle volken, klapt in de handen, jubelt voor God met blij geroep.” Want we hopen in de Hemel onze dierbaren weer te ontmoeten, niet met grijze haren of op leeftijd en een rimpelig gezicht, maar eeuwig jong, fris en vrolijk. Augustinus indachtig: “Vandaag stijgt de Heer Jezus Christus ten Hemel. Laat ons hart opstijgen samen met Hem”.

Amen.