04-04-2015: De preek van de Paaswake 2015
We zijn in een donkere kerk begonnen. We zijn vanuit de duisternis van het graf naar het licht gegaan, in een biddend wachten. Het heet niet voor niets paaswake. We vieren dat de Heer uit de doden is opgestaan. Hij is verrezen. Het licht van de paaskaars symboliseert dat. De paaskaars is achter in de kerk ontstoken aan het nieuwe gezegende vuur. Christus is het licht in een voor ons vaak duistere wereld. Het licht wordt doorgegeven aan elkaar als een lopend vuur. Het is doorgegeven zoals het geloof in de verrijzenis. Het licht wordt steeds sterker. Christus geeft hoop, hoop op eeuwig leven. Hij ìs het eeuwige leven. Als eerste heeft Hij de dood overwonnen en zo is er voor ons ook leven. We zijn dankbaar, en we drukken dat uit in het zingen van het triomfantelijk lied, nl. de Paasjubelzang: Laat juichen om die grote koning.
We hebben geluisterd naar verschillende lezingen uit de Heilige Schrift. We zijn begonnen bij het beginpunt: de schepping, de schepping van de mens. Zo vieren we vandaag de herschepping. Het nieuwe leven waar we deel aan krijgen omdat Jezus uit de doden is opgestaan. Dan horen we over de bevrijding van het volk Israël uit Egypte waar ze als slaven van de Farao de piramiden moesten bouwen. God komt hen met Mozes als leidsman bevrijden. Het volk trekt door de Rode Zee en weet zo de Egyptische achtervolgers achter zich te laten. Ze beginnen een nieuw leven in het beloofde land. "Want wat gij eens met machtige hand hebt gedaan om één volk te bevrijden uit de greep van de Farao, doet gij nu voor het heil van alle volkeren door het water van de wedergeboorte", zo hebben we net gebeden gebed na de lezing uit Exodus.
Heel toepasselijk vieren we de doop vandaag. Ook hier: door het doopwater komen we naar het beloofde land. We dragen de kleur wit. Wit is de kleur van het licht en zuiverheid. Door het doopsel wordt je vrij van de smetten van de zonde. Koen, je wordt vanavond gedoopt. Door het doopsel bevestig je dat je Kind van God wilt zijn. Je wordt opgenomen in de geloofsgemeenschap. Daar heb je lang naar uitgekeken en je lang op voorbereid. Door het doopsel begint een mens een nieuw leven verbonden met Christus', mogelijk gemaakt door diens overwinning op de dood. Samen hernieuwen we de doopbeloften met alle gelovigen. Na de hernieuwing van de doopbelofte komen we in aanraking met het gezegende water. In het Heilig Vormsel wordt je meer ontvankelijk voor de H. Geest, dat de H. Geest meer in je hart kan komen.
Eucharistie
Vanavond vieren we, voor het eerst sinds de avondmis van Witte Donderdag, weer de eucharistie. Wij moeten ons feest vieren, niet met de oude zuurdesem, de zuurdesem van slechtheid en boosheid, maar met het ongezuurde brood van reinheid en waarheid (1 Kor. 5, 7-8). Jezus heeft een blijvend teken van zijn aanwezigheid achtergelaten. Hij laat ons niet aan ons lot over. Hij geeft ons door de Eucharistie, de communie. Als persoon komt Hij onder ons, Hij komt heel nabij. De pasgedoopte Koen wordt daarbij genodigd om met peter en meter: Kevin en Lorrain, onder twee gedaanten: brood én wijn, te communiceren.
We vieren Pasen
In het evangelie hoorden we hoe enkele vrouwen op de derde dag na Jezus dood naar het graf zijn gegaan. De derde dag na Jezus' dood, Goede Vrijdag en de zondag meegerekend. In alle vroegte gaan de vrouwen naar zijn graf, het zal nog wel nacht geweest zijn. Ze hadden alles bij zich om het dode lichaam te balsemen. Ze zijn verbaasd. Ze schrikken. Ze zien het open graf, de steen is weggerold en het graf is leeg. Wel zien ze een man in witte kleding. Hij zegt: “Jezus, de gekruisigde, is verrezen. Vertel dit goede nieuws aan zijn leerlingen”. Ze horen het niet alleen voor zichzelf. De verrezene wil niet verborgen blijven maar laat zich zien. Er is verbazing en ongeloof, heel begrijpelijk. Wat is dat toch: Verrijzenis uit de doden? Ook de leerlingen geloven de vrouwen eerst niet en gaan zelf op onderzoek uit. De leerlingen ontmoeten de Heer zelf. Hij laat zijn kruiswonden zien in zijn handen en voeten om aan te geven dat er over zijn identiteit geen twijfel is. Jezus de gekruisigde is verrezen. Hij verschijnt vele keren aan de leerlingen, vaak door eerst te zeggen: “Vrede zij U”.
Verrijzenis is niet een verlenging van het leven hier op aarde. Het is niet een reanimatie van een dood lichaam. Jezus zelf heeft mensen uit de dood gehaald en weer levend gemaakt, maar die zijn een tijd daarna weer gestorven. Verrijzenis is iets heel nieuws. Jezus heeft de dood overwonnen en sterft niet meer. Een soort mutatiesprong voor de mensheid. Een sprong in ontwikkeling, nu is de dood overwonnen, er is eeuwig leven. Dat geeft een diepe vreugde. We vieren met Pasen dat de verrijzenis van Jezus Christus ook voor ons betekenis heeft. Ook voor ons is de dood niet het einde maar een nieuw begin. Bij God leven we verder. Dat betekent dat je hier op aarde al anders leeft omdat je een ander perspectief hebt. Alles wat tijdelijk en beperkt is op aarde, alles wat vergankelijk is: daar kijk je anders tegen aan als je het Paasgeloof hebt.
Het licht van Pasen verlicht mijn dagelijks bestaan. Ons dagelijks bestaan is met God verbonden, in de kleine en grote dingen. God is ons nabij. Hij heeft zijn leven voor ons, voor u en mij, gegeven. Dat maakt dat ik Hem kan ervaren. Er is altijd hoop want zelfs de dood is overwonnen.
Dat nieuwe geestelijke leven ervaren, dat wens ik u toe, dan is het een Zalig Pasen.
Amen.