28-12-2014: De preek van de Heilige Familie 2014
De eerste zondag na Kerstmis viert de Kerk het Hoogfeest van de Heilige Familie. Jezus, Maria en Jozef, een modelfamilie die ons wordt voorgehouden. In het Evangelie van vandaag gaat het niet over de Heilige Familie in een kerststal, daarin herkennen we onszelf niet echt. We wonen niet in stallen en schuurtjes, zeker niet in Nederland. In het Evangelie van vandaag gaat het over een gezin dat ‘op weg’ is. Jezus, Maria en Jozef zijn op weg naar Jeruzalem. Eigenlijk zijn we allemaal ‘op weg’; op weg in dit leven, door dit leven, op weg naar het eeuwige Hemelse Jeruzalem, waar geen tranen meer zijn, waar geen leed meer is. In het Evangelie van vandaag zien we een gezin onderweg. Trouw zijn, een gezin stichten, kinderen opvoeden, jongeren de ruimte geven zich te ontplooien… dat is de lange weg. Dat kost tijd. Ziet ge ze gaan? Maria en Jozef, vol vreugde op weg naar Jeruzalem voor het Paasfeest: hand in hand, arm in arm, schouder aan schouder; misschien blij zingend. Maar ze krijgen daar ook iets te horen dat niet zo positief is: “uw ziel zal door een zwaard van droefheid worden doorboord”. Maar ze gaan verder: met vragen, misschien wat ongerust voor de toekomst; ze gaan wéér schouder aan schouder, arm in arm. Gelukkige mensen die elkaar kunnen ondersteunen op vreugdevolle momenten, maar ook als het moeilijk gaat in het leven. De Heilige Familie is zo’n familie; ze wordt gekenmerkt door toewijding, tederheid en blijvende trouw. Ik denk dat in onze tijd in het hart van vele mensen een heimwee leeft naar zo’n gezin, naar zo’n thuis. Toen aan een astronaut gevraagd werd naar zijn ervaring tijdens zijn ruimtereis, zei hij: “De maan was prachtig, de ruimte was groots en diep, de sterrenhemel was schitterend, maar ik moest toch altijd weer naar de blauwe aarde kijken, omdat ik wist dat daar mijn huis stond, dat daar mijn gezin leeft en dat daar mensen waren die aan mij dachten en van mij houden”. Beste mensen, ons hart is gemaakt voor de liefde, om te beminnen en om bemind te worden; ons hart is gemaakt om zich ergens thuis te voelen. De normale thuis is het gezin. De apostel Paulus schrijft: “Bekleedt u met tedere ontferming, met goedheid, deemoed en geduld” en Paulus is realistisch en zegt meteen: “En verdraagt elkaar en vergeeft elkaar als de een iets heeft tegen de ander. Zoals de Heer u vergeven heeft, zó moet ook gij elkaar vergeven!” En zo is het. Het leven loopt nooit rechtlijnig, als een pijl naar het geluk. Het is nooit zoals bij mooie dromen, ook niet in huize Nazareth. Want we zien het Gezin – de Heilige Familie – naar de tempel gaan. Jezus is in doeken gewikkeld. Twaalf jaar later horen we Maria tegen Jezus zeggen: “Jongen, waarom hebt Gij ons dit aangedaan? Uw vader en Ik hebben drie dagen lang naar U gezocht”. Angst heeft geklonken in de stem van Maria. En in onze gezinnen? Hoeveel vaders en moeders hebben aan hun kind gevraagd: “Jongen/meisje, waarom? Waarom doe je dit, waarom doe je dat?” En dan klinkt het eigenaardig antwoord van Jezus: “Wist ge niet dat Ik in het huis van Mijn Vader moest zijn?” Jezus heeft twee vaders: Sint Jozef, de pleegvader die voor Hem moest zorgen; God de Hemelse Vader. Weten wij nog, weten onze kinderen en kleinkinderen nog dat we twee vaders hebben? Want Jezus heeft ons geleerd dat we een God hebben die we Vader mogen noemen. Een mens mag thuis zijn in het eigen huis, maar ook in het huis van God de Vader. Misschien dat onze kinderen en kleinkinderen niet naar de Kerk gaan, maar ik hoop dat u zich thuis voelt in deze kerk, het is het Huis van de Vader. Hier kunnen we onze familie toevertrouwen aan God de Vader.
Broeders en zusters, Ik weet wel zeker dat als mensen zich meer thuis zouden voelen in de Kerk, de gezinnen ook een nog betere thuis worden. Hier kunnen wij onze kinderen en kleinkinderen bij God, onze Hemelse Vader, brengen. Hij heeft ook zorg voor hen. Als we de Kerk – en God – voorbijgaan, dan dreigt onze thuis een eiland te worden dat van het vasteland is afgesneden. Je kunt nog wel een brug bouwen, maar als er een keer flink stormt of een aardbeving plaatsvindt, dan stort de brug in en dan voel je je alleen op de wereld. Trouwens, in welk gezin is er nooit een storm of aardbeving? Dat komt overal wel eens voor.
In het Evangelie van vandaag lezen we dat Maria haar Kind Jezus in de armen legt van de oude Simeon. Hier in de Kerk gebeurt hetzelfde. Bij de Heilige Communie krijgen we de Levende Heer in onze handen. Hij leert ons wat liefde en trouw is, Hij leert ons tedere ontferming en vergeving. Van Hem leren we dat een mens geen eiland is. Van de Heer krijgen we de remedies tegen de tegenwoordige familieziekten. Moge uw gezinnen, mogen de families gelijken op het Gezin van Nazareth, de Heilige Familie.
Amen.