• darkblurbg

03-11-2013: De preek van de eenendertigste zondag door het jaar (Sint Hubertus)
Dit jaar valt 3 november op een zondag. Op veel plaatsen in Nederland en in Vlaanderen viert men op 3 november de Heilige Hubertus. Eeuwenlang namen de mensen brood mee naar de kerk om het te laten zegenen door de priester. Dit gebruik gaat terug op een verhaal over Hubertus die iemand genas van hondsdolheid. De mensen geven het gezegende brood aan de dieren of men eet het zelf op als bescherming. In onze tijd horen we niet veel over hondsdolheid, maar dit gebruik is niet voorbijgestreefd. Als we het hubertusbrood eten, geven we aan dat we vertrouwen op de voorspraak van Sint Hubertus bij Jezus, om ons te beschermen tegen alles wat ons kwaad kan doen. In de zegen die de priester bidt staat dat dit brood “tot heil moge strekken naar ziel en lichaam en moge beschermen tegen alle ziekten en tegen elke hinderlaag van de vijand”. Eigenlijk verwijst de broodzegening naar de Heilige Communie, naar Jezus zelf. We kunnen ons voeden met Hem die is het Levende Brood. De Heer helpt ons te volharden in onze goede levenskeuzes en helpt ons alles te verwijderen wat een ontmoeting met Hem en elkaar in de weg staat. '

Het bekeringsverhaal van Hubertus is indrukwekkend en lijkt in grote trekken op het bekeringsverhaal van Zacheüs, waarover we vandaag in het Evangelie hoorden. Net als Zacheüs was Hubertus van rijke afkomst. Maar ook al heb je veel geld, geluk en liefde kun je niet kopen. Ook als je rijk bent kan het leven keihard zijn. De vrouw van Hubertus was jong gestorven, Hubertus sloot zich daarna af van jan en alleman. Zacheüs was een belastingontvanger die sjoemelde, hij had geen vrienden. Hubertus ging op een Goede Vrijdag – de dag waarop onze Goede Heer Jezus stierf op het Kruis, en je toch even moet stilstaan bij dat moment waarop Jezus voor ieder van ons persoonlijk Zijn leven heeft gegeven – op Goede Vrijdag ging Hubertus jagen. In plaats van de wapens te laten rusten op zo’n belangrijke dag, ging Hubertus jagen. Plots zag Hubertus een groot hert en met honden liep hij er achteraan. Toen hij met zijn pijl en boog het hert kon neerschieten, keek het hert hem aan. Op dat moment verscheen er een lichtend kruis tussen het gewei van het hert en hij hoorde een stem, het was de Stem van onze Verlosser: “Hubertus, waarom verdoe je je tijd met dit soort bezigheden? Van nu af zul je geen dieren meer vangen, maar mensen”. Voor Hubertus was dit een Godservaring, hij zag in wie Jezus is. Hubertus ging naar de bisschop van Maastricht, Lambertus. Het was het begin van een totaal nieuw leven. Hubertus verkondigde het geloof in Brabant en in de Ardennen. In Nederland en België hebben vele kerken zijn naam.

Zacheüs heeft ook een Godservaring. Eerst probeert hij te zien ‘wie’ Jezus is. Er staat niet: “Zacheüs probeert Jezus te zien”. Neen, Zacheüs probeert te zien ‘wie’ Jezus is. Een zangeres, een sportman, een beroemdheid, een nieuwe koning kan men proberen te zien. Als je moeite doet kun je ze zien, maar dat is de buitenkant. Maar als je zoals Zacheüs wilt weten ‘wie’ Jezus is, als je iemand echt wilt leren kennen, dan moet je kijken naar de binnenkant. Zacheüs heeft natuurlijk al veel over Jezus gehoord: Zijn Blijde Boodschap, Zijn manier van leven, de wonderen die Jezus deed, de vergeving die Hij schenkt. En Zacheüs vraagt zich af: “Zou mijn leven veranderen als ik Hem zou ontmoeten?” Het is wel dezelfde Jezus die zegt: “Wat is het moeilijk voor een rijke om het Koninkrijk van God binnen te komen”, Zacheüs is rijk. Het is dezelfde Jezus die zegt: “Wat ge aan de minste van de Mijnen doet, hebt ge aan Mij gedaan”, Zacheüs heeft zovele mensen uitgeperst als een citroen. Het is dezelfde Jezus die zegt: “Als ge niet wordt als kleine kinderen…”, Zacheüs heeft altijd op zijn tenen gelopen om groot te zijn en om zich groot voor te doen. Het is dezelfde Jezus die zegt: “Mijn vrede geef Ik u”, Zacheüs zoekt al zolang naar vrede.

Beste mensen, Het Evangelie van toen is ook het Evangelie van vandaag. Als je probeert te zien ‘wie’ Jezus is, dan zegt Hij: “Vandaag moet ik in uw huis te gast zijn”. Vandaag! Niet gisteren of morgen of over een paar jaar. Vandaag! En Jezus zegt niet: “Vandaag ‘mag’ Ik in uw huis te gast zijn”, neen: “Vandaag ‘moet’ Ik in uw huis te gast zijn”. Als wij de deur van ons hart openen, dan gaat de Heer niet voorbij. Hij ‘moet’ binnenkomen als wij Hem uitnodigen. Want Jezus is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren en gekwetst is. Zacheüs en Hubertus vertellen ons over de zorg die de Verrezen Heer Jezus voor ons heeft, ook in lijden en beproeving. Wanneer het leven keihard is en we een gevoel hebben dat het niet meer loopt, dan is Hij er. En Hij laat ons nooit los, dat heeft Hij beloofd bij ons Doopsel. We kunnen zelfs de brokstukken van ons leven in Zijn Handen leggen en dan gaat de Heer er mee aan het werk. Er zullen zich wegen openen die wij niet voorzien of verwacht hebben. Zoals bij Zacheüs en Hubertus wil de Heer ook ons Zijn nabijheid laten voelen, Hij helpt ons te geloven dat er altijd vergeving van zonden is en dat het eeuwige leven de toekomst is. Jezus zegt ergens: “Wie in Mij gelooft zal leven”, dat geldt niet alleen na de dood, maar ook vóór de dood. Laten wij in ons leven Zacheüs en Hubertus navolgen in de liefde voor de Heer Jezus Christus.

Amen.