29-03-2013: De preek van Goede Vrijdag 2013
Als ik bij mensen op huisbezoek ga dan hoor je wat mensen meemaken in het leven. Uiteenlopende dingen: problemen in de familie, met kinderen, kleinkinderen, de gezondheid is niet optimaal, dierbaren zijn overleden. Soms is het wel veel wat mensen meemaken, teveel voor één mensenleven. Als Christen kijken we dan naar Jezus Christus, Hij wil ons helpen ons Kruis te dragen. De Heer doet dat meestal door andere mensen; als een Simon van Syrene kunnen wij medemensen, familie, bijstaan, hun Kruis helpen dragen. Als ik zo op huisbezoek ga zeggen mensen wel eens uit zichzelf: “Elk huisje heeft zijn Kruisje” en “Toch zou ik met niemand willen ruilen”.
Zo heb ik eens een verhaal gehoord – een verhaal, niet echt gebeurd, maar met een diepe waarheid. Er waren eens mensen die mopperden over hun Kruis dat ze moesten dragen in het leven. Ze morden tegen God: “Mijn Kruis is veel te zwaar”. Dit zeiden ze zo dikwijls dat God het beu werd. God sprak en vaardigde een decreet uit: “Iedereen moet zijn Kruis inleveren, maar zet je naam op de achterzijde”. De mensen deden dit en brachten hun Kruis naar een gigantisch magazijn. Ze dachten dat ze zo zonder Kruis in het leven gelukkig of gelukkiger zouden worden. Maar dat lukte niet zo best. Na een tijdje morden ze weer tegen God en ze zeiden: “God, kunt U ons gelukkig maken. Bij ons lukt dat niet zo goed”. God sprak: “Oké, ga naar het magazijn en kies een Kruis uit dat bij je past”. Ze begonnen te zoeken en te passen. Een Kruis dat goed op de schouders zat was moeilijk te vinden, het een was te breed, het ander te lang, dat zat moeilijk, dit scheurde het hart, weer een ander sneed wel erg diep in het vlees. Het was niet gemakkelijk, maar na lang zoeken vond iedereen een Kruis waarvan hij of zij zei: “Dit is het, dit past precies voor mij. Dit kan ik dragen”. God sprak: “Kijk nu eens welke naam op de achterkant staat”. Ze keken en… ze zagen dat hun eigen naam erop stond. Ze waren stom verbaasd, iedereen had zijn eigen Kruis weer terug. “Hoe is dat mogelijk” zeiden ze. En God sprak: “Ik zorg ervoor dat u niet te zwaar beproefd wordt door het leven en niet teveel moet lijden. Ik ben uw God en ben altijd bij jou en zorg voor jou. Ik help je zelfs je Kruis dragen. Ik help je door mensen die je helpen, zo word je gelukkig. Verbonden met mensen, met Mij en Mijn Kruis word je gelukkig”.
Beste mensen, Als gelovigen ervaren we ook Kruisjes en Kruisen in het leven. Het oude spreekwoord leert: “Elk huisje heeft zijn Kruisje”, maar als gelovigen weten we dat we er niet alleen voor staan. We hebben elkaar, de Lieve Heer die door mensen werkt. We hebben de Kerk waar we de samenkomen om elkaar te bemoedigen, te sterken en de Heer te ontmoeten. Zo mogen we geloven dat we er nooit alleen voor staan. Bij ons doopsel heeft de Heer beloofd met ons mee te gaan door het leven. Ik denk hier aan het welbekende gedicht: “Ik droomde eens en zie ik liep – aan ’t strand bij lage tij. Ik was daar niet alleen, want ook de Heer liep aan mijn zij. We liepen zo het leven door – en lieten in ’t zand – een spoor van stappen, twee aan twee. De Heer liep aan mijn hand. Ik stopte en keek achter mij – en zag mijn levensloop – in tijden van geluk en vreugd – van diepe smart en hoop. Maar toen ik goed het spoor bekeek, zag ik langs heel de baan – daar waar het juist het moeilijkst was – maar één paar stappen staan… Ik zei toen: ‘Heer, waarom dan toch?! Juist toen ik U zo nodig had. Juist toen ik zelf geen uitkomst zag – op het zwaarste deel van mijn pad…’ God keek mij vol liefde aan – gaf antwoord op mijn vragen: “Mijn lieve kind, toen het moeilijk was, toen heb ik jou gedragen…”.
Amen.