09-05-2013: De preek van Hemelvaart 2013
De Hemelvaart van Jezus. De Hemel. Er zijn tegenwoordig heel wat vooroordelen i.v.m. het eeuwig leven in de Hemel. Vele mensen voelen zich ongemakkelijk bij de gedachte van een hiernamaals. De filosofen Marx, en Nietsche met zijn uitspraak “God is dood”, hebben invloed op het denken in de Westerse wereld. In andere continenten, Afrika, Azië, Zuid-Amerika, gelooft men makkelijker in een leven na de dood en de Hemel. Onze Westerse tijdgenoten hebben heel wat vragen over eeuwig leven en paradijs: “Geloven in de Hemel, is dat geen vaandelvlucht hier beneden? Als het leven niet gemakkelijk is, hoe kan men verlangen naar een leven dat geen einde heeft? Indien we geschapen werden voor de vreugde, waarom is er dan zoveel lijden? De verrijzenis van het lichaam, klinkt mooi, maar waar gaan we die lichamen zetten? Eens het doel bereikt, de Hemel, valt er niets meer uit te vinden, alles is gezegd, we zullen ons daar vervelen.” Conclusie: we denken niet meer aan de Hemel, onzin, het is hier en nu te doen! Het gevolg is dat we hier en nu werken voor en streven naar een paradijs op aarde. We maken en kopen vanalles om het hier beneden naar de zin te hebben. Is in het hart van een mens het verlangen naar een Hemels geluk onuitroeibaar? Verjaag het Hemelse paradijs en het komt in galop terug. In nagemaakte paradijzen op aarde: fata morgana’s met grote huizen, een vette bankrekening, mooie auto’s, verre vakanties, een leuke vrouw of man en ideale kinderen die altijd lief en aardig zijn. Waarom woekeren die nagemaakte paradijzen op aarde? Omdat we angst hebben voor de dood? Misschien omdat we bang zijn voor God die ons zonder ophouden overstijgt en dingen van ons zou kunnen vragen? Ons leven veranderen bijvoorbeeld, bekeren. Wat velen willen is een hemeltje voor zichzelf, op eigen enge maat: de eerste zijn in de wereld, volledig geslaagd in de school en op het werk en in je hobby’s, altijd het eerste en het laatste woord hebben, iedereen te slim af zijn. Als we dat denken vergissen we ons, want deze beschrijving van het paradijs is eerder een beschrijving van de hel. Een Hemels leven is leven van ontmoetingen. Op de eerste plaats: God ontmoeten. Vele mensen zien God als een concurrent. Maar zoals licht geen concurrent is voor kleuren, zo is God geen concurrent voor mensen. Integendeel, hoe meer licht, hoe meer kleur. Zonder licht is alles grauw en grijs en flets; doe het licht ’s avonds maar eens uit, dan zie je het. Maar als je het licht aandoet, hoe meer ik mij naar mijn Schepper-God richt, hoe meer ik Gods Licht toelaat in het leven, des te meer ‘kleur’ in het leven, des te meer ik mezelf ben en beter naar andere mensen kan gaan. Het hiernamaals, de Hemel, begint binnenin mij. Hoe meer ik mijn hart naar God keer, des te creatiever ik word, want God wil alleen onze vruchtbaarheid, hier beneden.
Zo bezien kunnen we de Hemel en de aarde niet meer tegen elkaar zetten als hier en ginder, als beneden en boven. “Het Rijk Gods is geen andere wereld, het is midden onder ons”. Ik denk dat als iemand de aarde op de eerste plaats zet, in de plaats van de Hemel, op het eind zal blijken dat de aarde al die tijd tot het gebied van de hel heeft behoord; maar als je de Hemel op de eerste plaats zet en daarna de aarde, zal blijken dat de aarde van het begin af een deel van de Hemel is geweest. De Hemel begint in ons hart. Degenen die denken na hun dood zich in het paradijs te zullen vervelen, in de eeuwigheid is geen tijd. We zullen God zien van aangezicht tot aangezicht. We zullen nooit ophouden ons over Hem te verwonderen. We kunnen ons afvragen: “Waarom zien we de Hemel niet beter? Waarom doet God niet méér aan marketing en reclame? Omdat we dan in een relatie van dwang zouden treden. God wil vrije mensen, mannen en vrouwen die niet gebukt gaan onder dwang. Trouwens, we hebben de Kerk en het Evangelie, de woorden en daden van Jezus.
En zo kijken we naar het Evangelie van vandaag. De apostelen hadden enkele jaren met Jezus doorgebracht, ze hielden van Hem. En dan is daar het grote afscheid: “Jezus werd ten Hemel opgenomen”. En dan staat daar iets bijzonders, iets wat me elk jaar weer verbaasd: “Ze keerden met grote blijdschap naar Jeruzalem terug”. ‘Grote blijdschap…’, ik denk dat als ik daarbij was, ik niet blij zou zijn als Jezus definitief vertrekt! Of… is er ook iets anders aan de hand? Ja! De apostelen zien dat Jezus leeft, Hij heeft de overwinning op de dood behaald, óók voor degenen die in Hem geloven en volgen. De apostelen ervaren ‘grote blijdschap’ omdat Jezus niet definitief weg is. Hij blijft bij hen, door het doopsel, door het gebed, door de Kerk, door de Heilige Geest die Hij zal sturen. Kortom, broeders en zusters, Laten wij ook blij zijn, vandaag. En laten we ons voorbereiden op Pinksteren, op de komst van de Heilige Geest die ons in een levend contact met Jezus Christus brengt. Over tien dagen is het Pinksteren, laten wij ons hart hier in de Kerk en de komende dagen openen. De Heilige Geest bereidt ons hier op aarde al voor op de Hemel.
Amen.