13-01-2013: De preek van de doop van de heer 2013
Na onze reis door Advent en Kersttijd, vieren we vandaag het feest van de Doop van de Heer. In de Advent speelt Johannes de Doper een belangrijke rol. Interessant is dat bij de geboorte van Johannes de Doper zijn tijd getypeerd werd met de woorden: “Het gebeurde ten tijde van koning Herodus, koning van Judea”. Dan zitten we in de Joodse geschiedenis. Johannes opent de deur voor Jezus. Maar ook bij Jezus’ geboorte horen we: “In die tijd kwam er een besluit van keizer Augustus”. Een Keizer wordt genoemd om de tijd aan te duiden: we komen nu in de wereldgeschiedenis. Jezus komt niet alleen voor het Joodse volk, het heil gaat verder het wordt universeel. Hij komt voor ons. Jezus komt in de tijd, in de concrete geschiedenis, hij komt niet in een tijdloze, mythische periode.
De doop van Jezus komt in een tijd waarin het moeilijk was om in God te geloven, vergelijkbaar met onze tijd. Maar het was ook een tijd van verwachting. “Er komt iemand die sterker is dan ik”, zegt Johannes. Het licht van de wereld geboren. De doop toont ons de weg naar en met God.
Jezus komt uit het meer ongelovige Galilea, uit Nazareth ten noorden van Jeruzalem, waarover elders gezegd wordt dat daar niets goeds vandaan kan komen. De anderen die zich lieten dopen door Johannes de Doper, komen overwegend uit Judea en Jeruzalem. Ook hier gaat het Heil en Gods belofte verder dan een beperkt gebied. God gaat een verbond aan met alle mensen; God wil verbonden zijn met ons, met u en mij.
Wat staat het verbond in de weg? Dat is niet moeilijk te zegen: het is de zonde. Met de zonde keer je je af van God. Tijdens de doop van Johannes worden de zonden beleden. De doop was ook bij Johannes de Doper een be-kering, een je toekeren tot God. De doop is zonden-vergevend. Als je geboren wordt dan erf je ook de aantrekkingskracht van de zonde waarmee je besmet bent. Het doopwater wast de zonde weg, met dit verschil dat bij de doop van Jezus de dopeling zuiverder is dan het water. Voor de joden die de doop meemaken, verwijst het water van de doop naar het water van de Rode Zee waar ze doorheen trokken.
Nadat ze eeuwen slaaf geweest waren onder de farao, trokken de Joden door het water van de Rode Zee heen en bereikten het beloofde land. Niet voor niets is het mooiste moment om gedoopt te worden de Paasnacht waarin we het Bijbelgedeelte lezen van de doortocht door de Rode Zee. Door het water van de doop, leggen we de zonde af, de kleine wereld van egoïsme, van onvrijheid en verslavingen. We kunnen als vrije mensen leven. Pasen geeft geestelijk Leven.
Met de doop begin je een nieuw leven, een leven verbondenheid met God. God de Vader neemt je aan als zijn kind. Je wordt kind van God. We worden broeders en zusters van elkaar en we worden opgenomen in de in de geloofsgemeenschap van de Kerk.
Jezus geeft ons het voorbeeld. Jezus ontvang het doopsel uit handen van Johannes de Doper die zijn neef is. Elk sacrament is iets dat je ontvangt.
Na de doop is Jezus in gebed. Met wie bidt hij, met wie is hij in gesprek? Met zijn hemelse Vader. De communicatie gaat tussen God de Vader en Zijn Zoon. Op alle belangrijke momenten richt Jezus zich tot zijn Vader. Een intens religieus moment van Godsontmoeting. En God de Vader antwoordt. Een van de zeldzame momenten dat we God de Vader horen: “Gij zijt mijn Zoon de welbeminde. In U heb ik mijn welbehagen”. Het is de publieke bevestiging, het begin van Jezus’ openbare optreden. Doop als scharniermoment, ook in het leven van Jezus. De Vader bevestigt voor de omstanders de roeping van Jezus, Hij bevestigt wie Jezus is: “Gij zijt mijn zoon”, en de H. Geest is aanwezig: Vader Zoon en Heilige Geest. Hier zien we de structuur van de geloofsbelijdenis die ons bij de doop wordt aangereikt en die bevestigd wordt in ons vormsel. We worden gedoopt te midden van de gemeenschap die ook bij Jezus aanwezig was. De doop is dan ook niet een geheim gebeuren, maar een openbaar gebeuren, waarin en waardoor je wordt opgenomen in de geloofsgemeenschap.
Bij de doop gaat de hemel open omdat je God in je leven toelaat. Je blijft niet opgesloten in het binnenwereldse, maar de deur naar God, naar eeuwig leven gaat open. Wie zou dat willen missen eeuwig leven met God verbonden leven in een geloofsgemeenschap? Doopsel met H. Geest en met vuur zoals het evangelie ons zegt. Door de doop wordt de H. Geest concreter, als het ware tastbaar in een duif. De doop maakt ons geestelijk sterker. De doop is iets wat je iedereen zou gunnen. En al zou je niet meer als gedoopte willen leven en dat kenbaar maken, dan word je hier niet achter in de kerk met foto en al opgehangen.
Wel is het jammer als Gods liefde en zijn verbond worden afgewezen. Aan ons de taak om als gedoopten te leven zodat ook zichtbaar is dat het verschil maakt of je gedoopt bent of niet.
Als we nadenken over de doop van Jezus, moeten we ook nadenken over onze eigen doop. Immers doop is de meest fundamentele van alle sacramenten, het is de sleutel tot het ontvangen van alle andere. En laten we nooit vergeten om God ervaar te danken dat onze ouders ons hebben laten dopen. Het was waarschijnlijk het belangrijkste wat ze voor ons konden doen. Jezus geeft ons het voorbeeld. Aan ons de taak om naar het doopsel te leven, aan ons de taak om wat we in de knop ontvangen hebben, tot bloei te laten komen. Dat vraagt om de relatie met de hemelse Vader te onderhouden zoals Jezus dat bij de doop doet door in gebed te gaan. Met een opdracht in het leven om de blijde boodschap waar te maken. hoe doen we dat? Een vraag voor vandaag…….
Amen.