23-09-2012: De preek van de drieëntwintigste zondag door het jaar 2012
De drie lezingen van deze zondag hebben één thema: alle drie spreken over God als middelpunt van de werkelijkheid en het middelpunt van ons persoonlijk leven. “Hier is uw God!” roept de profeet Jesaja ons in de eerste lezing toe. De brief van de apostel Jacobus en het Evangelie zeggen op hun manier hetzelfde. Ze willen ons naar God leiden en ons leven zo op de goede en juiste weg zetten. Als we God een plaats geven in ons leven, zullen we zeker aandacht hebben voor elkaar, zodat de gerechtigheid en de liefde in de wereld mogen groeien. Dat wordt in de tweede lezing verwoord door Jacobus. Hij schrijft zijn brief naar een gemeente waar men trots is dat er ook rijke en voorname mensen in hun midden zijn, terwijl men de zorg voor de armen dreigt te verwaarlozen. Jacobus – een familielid van Jezus, Jezus was zijn neef – zegt dat God mens werd, een Eenvoudige onder de eenvoudigen. Gods Zoon zette zich niet neer op een gouden troon, maar stierf in uiterste armoede op het Kruis.
Een paar weken geleden zei ik in mijn preek dat volgens mij het grootste probleem in onze samenleving is dat men God uit onze samenleving wil bannen. Velen proberen een leven zonder God op te bouwen. Dit heeft grote gevolgen. Mensen zwalpen door het leven zonder echt doel en samenhang en bepalen zelf wat ‘goed en kwaad’ is. Volgens mij is Godsdienst of de dienst aan God – en dan bedoel ik wel degelijk de Christelijke, Katholieke – belangrijk. En ja, in onze van God los geslagen samenleving klinkt dat fanatiek. Maar de Heer zorgt er voor dat ons leven en onze samenleving geordend blijft, gericht op het goede, gericht op de naastenliefde. Als we bidden “Uw Rijk kome”, bidden we niet voor iets dat ver weg is. We bidden dan dat Gods wil de onze mag worden, dat Hij mag bepalen wat goed is. Ieder mens die vanuit God denkt en leeft, wordt gelijk aan God, wordt vrij en er ontstaat echte broeder- en zusterschap. Want God is Vader en wij zijn Zijn kinderen, broers en zussen van elkaar met zorg en aandacht voor elkaar. Als Jesaja in de eerste lezing over God spreekt – hier is uw God! – dan wijst hij naar die ordening, dan spreekt hij over God, wiens kinderen wij zijn. We kunnen zeggen dat onze naastenliefde de toetssteen is van ons geloof en onze liefde tot God onze Vader. Kortom, laten wij God, en Gods Zoon Jezus, een plaats geven in ons leven, daar wordt iedereen beter van. Laten we daarom de Heer ontmoeten tijdens de Mis die we elke week vieren.
Als we kijken naar het Evangelie van vandaag dan geneest Jezus een doofstomme. De Heer Jezus heeft aandacht voor de lijdenden, voor degenen die het moeilijk hebben in het leven. En dat is nog zo, tot in onze tijd. Hij geneest en opent voor ons de mogelijkheid samen met anderen te leven en Hij leidt ons zo tot gelijkheid en broederschap. Zoiets gaat ons allemaal aan. Want er is niet alleen fysieke doofheid die mensen afsnijdt van een sociaal leven. Er is ook de hardhorendheid met betrekking tot God. Daaraan lijden wij juist in deze tijd. We kunnen God dikwijls niet horen, omdat er zovele frequenties in ons oor suizen. Wat over Jezus gezegd wordt, lijkt niet wetenschappelijk, dus niet passend in onze tijd. Met onze hardhorendheid, sommigen zijn zelfs helemaal doof voor God, gaat natuurlijk ons vermogen verloren om met Hem te spreken. Op deze manier verliezen we onze innerlijke zintuigen. Onze zintuigen voor dienstbaarheid, aandacht voor een ander, aandacht voor schoonheid en goedheid sterven af. Zo wordt de horizon van ons leven wel heel erg beperkt: “Als het met mij maar goed gaat. Als mijn boterham maar gesmeerd wordt”. De actieradius van ons leven wordt heel klein.
In het Evangelie van vandaag steekt Jezus zijn vinger in de oren van de dove en zegt “Effeta, ga open!” De Evangelist heeft het originele Aramese woord opgeschreven en zo leidt hij ons binnen in dat moment. Wat daar gebeurde was eenmalig, maar toch gebeurt het niet in een ver verleden: Jezus doet vandaag – op nieuwe wijze – precies hetzelfde bij ons. We worden door de Heer Jezus aangeraakt: “Effeta, Ga open!” en stelt ons zo in staat om naar Hem te luisteren en daardoor ook met Hem te kunnen spreken. Hij opent een weg, leidt ons binnen in een gemeenschap van mensen die horen en spreken met God en met elkaar. En ja, het is een groeiproces; langzaam leven we een leven met God en krijgen een andere kijk op mensen en op de schepping. Trouwens, vele mensen ervaren Gods grootheid in de schepping, in de natuur. Onlangs overleed Neil Armstrong, hij was de eerste mens die een stap op de maan zette. De ouderen onder ons weten nog wel wanneer dat gebeurde. Het was een grote stap in de mensengeschiedenis. Toch bleef Neil Armstrong heel bescheiden. Toen hij eens een bezoek bracht aan Israël werd hij rondgeleid door een archeoloog. Op de tempelberg vroeg Armstrong of Jezus daar was geweest. De archeoloog zei: “Dit zijn de trappen die leiden naar de tempel, dus Jezus moet hier dikwijls gelopen hebben”. “Dus Jezus stapte hier! Ik moet zeggen dat het me méér doet over deze stenen te lopen, dan toen ik op de maan liep”.
Beste mensen, om als mens vooruit te gaan, is het nodig om in de voetstappen van Jezus Christus te lopen en te geloven in God. Hem kennen en liefhebben, ons hart tot Hem bekeren… pas dan zal er verzoening mogelijk zijn tussen mensen en volkeren en kan vrede en liefde in ons hart en vanuit ons hart in onze wereld groeien.
Amen.