01-11-2012: De preek van Allerheiligen 2012
Beste mensen, Ik weet niet of u ooit in het Vlaamse Gent geweest bent, in de kathedraal, bij het beroemde schilderij: het Lam Gods van Van Eyck. Het kunstwerk wordt sinds kort opnieuw gerestaureerd en zal straks weer zo mooi zijn als in het begin. In het midden van het kunstwerk staat op een altaar het Lam, oftewel Jezus Christus. Rond het Lam de Pausen, de Rechters, de Maagden en de Belijders, de grote Heiligen. Als je goed kijkt, kun je een aantal Heiligen onderscheiden. Maar de groep die ons vandaag het meest zou moeten aanspreken, is de groep op het rechter zijpaneel. Deze groep bestaan uit eenvoudige mensen; onder leiding van Sint Christoffel zijn ze ‘op weg’ langs een doodgewone Vlaamse landweg. Mensen van alle rangen en standen. Die groep spreekt ons aan omdat we daarin onszelf herkennen. We zouden het schilderij van Van Eyck kunnen leggen op het boek van de Apocalyps: de Openbaring van de apostel Johannes (we hebben daarnet eruit voorgelezen). Johannes leert ons dat de groep van de grote Heiligen en de groep van de eenvoudige mensen verbonden wordt door ‘één weg’. De weg van Jezus Christus. Johannes spreekt van de “grote menigte die niemand tellen kon, uit alle rassen en stammen en volken en talen”. Ze staan vóór het Lam Gods, oftewel Jezus Christus. Johannes vraagt zich af: “Wie zijn die mensen, waar komen ze vandaan?” Het antwoord is: “Zij komen uit de grote verdrukking”. Broeders en zusters, De “grote verdrukking” is ‘de weg’ die ons met hen verbindt. Onze levensweg is niet altijd een weg over rozen, er zijn ook wel eens dorens. Maar ‘de weg’ van de eenvoudige pelgrims is dezelfde weg als die de grote Heiligen zijn gegaan. Zij zijn aangekomen, wij zijn nog onderweg. En de weg, onze weg, wordt duidelijk gemaakt in het Evangelie: de acht zaligheden.
“Zalig de armen van geest.” Arm van geest zijn, betekent verdrukt worden. Christenen hebben het in onze samenleving niet gemakkelijk, er worden kerken gesloten, wie nog bidt wordt scheef bekeken. Maar toen in het bijna heidens geworden Frankrijk van de 19de eeuw de pastoor van Ars naar zijn parochie ging en verdwaalde in de mist, kwam hij een jongen tegen aan wie hij de weg vroeg, de weg naar Ars. De jongen wees hem de weg, en toen zei de pastoor: “Jij hebt me de weg gewezen naar Ars, ik zal je de weg wijzen naar de Hemel!” En de mensen van Ars lachten: “Onze nieuwe pastoor, ’t is maar ne simpele van geest. Hij gelooft nog in de Hemel”. De verdrukking begon. Zeven jaar heeft die pastoor gebeden tot Jezus Christus, het resultaat was mager. Maar de mist verdween. Vele mensen buiten Ars ontdekten de weg naar Ars, en zo de weg naar de Hemel. Grote Heilige Pastoor van Ars, bid voor ons, kleine pelgrims op weg. “Zalig de treurenden”. Wat ‘treuren’ is, kunnen we aan de Heilige Monica vragen. Haar zoon Augustinus leefde als een heiden, zonder geloof, zonder Jezus Christus. Hij zocht het allemaal zelf wel uit. Zijn moeder Monica leed en bad onophoudend. Een priester zei tot haar: “Een zoon van zoveel tranen gaat niet verloren”. En die zoon werd de grote Heilige Augustinus. Grote Heilige Monica, bid voor ons, kleine pelgrims op weg. “Zalig de zachtmoedigen”. Thomas More was een goede zachtaardige vader. Zijn eerste vrouw stierf jong en hij moest zorgen voor zijn vier kinderen. Hij hertrouwde en zijn tweede vrouw was zo goed voor zijn kinderen dat hij schreef: “Zij is de uitzondering onder de stiefmoeders”. Thomas More werd kanselier van koning Hendrik VIII van Engeland. Maar toen de koning zich tegen Rome en de Paus keerde omdat de Kerk en de Paus de heiligheid van het huwelijk verdedigden, werd de zachtmoedige Thomas More een moedige verdediger van de Kerk en de onverbreekbaarheid van het huwelijk. Hij werd in Londen in ‘The Tower’ opgesloten en later onthoofd. Moedige Thomas More, bid voor ons, pelgrims onderweg.
Ik kan zo nog héél lang verdergaan. Er zijn vele “Zalige barmhartigen”, zoals pater Damiaan op Molokai die de melaatsen ging verzorgen, of een pater Pio die in de biechtstoel de mensen met de Barmhartige God verzoende, of een Moeder Teresa van Calcutta die mensen van de straat opraapte om een menswaardig einde te geven. Er zijn vele “Zalige vervolgden”, zoals Pater Kolbe die in de plaats van een huisvader in een concentratiekamp stierf. Er zijn vele “Zalige zuiveren van hart”, zoals Maria Goretti. Allemaal zijn ze door de “grote verdrukking” gegaan. Jezus zegt het trouwens in het Evangelie hé: “Zalig zijt gij wanneer men u beschimpt, vervolgt en lasterlijk van allerlei kwaad beticht omdat ge van Mij zijt: Verheugt u en juicht, want groot is uw loon in de Hemel”. De weg naar de Hemel is de weg van het kruis, de weg van de verdrukking. U vraagt zich misschien af: “Hoe hebben ze dat volgehouden? Moeten wij ook die weg gaan? Hoe?” De oplossing staat in de eerste lezing. Johannes schrijft: “Ze hebben hun gewaden witgewassen in het bloed van het Lam”. En dat gebeurt hier, in de Mis. Zo meteen hoort ge, Jezus zegt het: “Dit is Mijn Bloed, dat voor u vergoten wordt”. ‘Voor u’, staat er, “tot vergeving van de zonden”, om uzelf ‘wit’ te wassen! Als we de Heer Jezus hier ontmoeten in de Communie, dan krijgen we de kracht om ons geloof ‘in de verdrukkingen van het leven’ stand te houden. Er is veel dat ons geloof kan terneerdrukken, verdrukken. Maar als we de Heer Jezus ontmoeten, zullen we eens delen in die grote groep van Heiligen in de Hemel.
Ja, in onze tijd reageren mensen bijna allergisch als je spreekt over God, Jezus, eeuwig leven, hel of Hemel. Toch is Jezus Christus de Weg die ons op weg helpt naar de Hemel. We nemen daarom op het eind geen afscheid van het leven, maar we vinden het leven, het volle leven, eeuwig, bij alle Heiligen. Dat is ons Katholiek geloof. Dat is onze hoop, als ieder op zijn of haar manier op weg gaat met Jezus Christus in liefde.
Amen.