02-12-2012: De preek van de eerste zondag van de Advent 2012
Veel mensen hebben in onze tijd het gevoel dat de bron waaruit ze leven troebel is geworden. Ze is vertroebeld door een manier van leven die niet goed is voor hun ziel, of door emoties die van buitenaf een bron vervuilen die oorspronkelijk zuiver was. Vele mensen verlangen naar helderheid die verfrist en leven geeft. We kunnen zeggen dat het Christelijk geloof een bron is die nooit opdroogt en die we nooit in zijn geheel kunnen omvatten. De ouderen onder ons kennen nog hun ‘akte van geloof’: “Ik geloof in alles wat God geopenbaard heeft en in dat wat de Kerk me voorhoudt te geloven”, maar als het bij dat zinnetje blijft is het mager. De onmetelijke rijkdom van het mysterie van Jezus Christus moet mijn hart binnenkomen en mijn leven zinvol maken.
Zoiets gebeurt in het kerkelijk, of beter: liturgisch jaar. We zijn het dit weekend begonnen. Mijn armen zijn te kort om de hele geloofsboodschap te omhelzen. We kunnen niet tegelijk de geboorte, de dood en de Verrijzenis van Jezus vieren. Maar in de loop van het komende jaar komt elk mysterie weer aan bod. Als u zich vermoeid en afgetobd voelt, en zich verdiept in en verenigt met het lijden van Jezus, komt na de Goede Week de Paastijd, en zo vermijd u eenzijdigheid. U hoeft niet bang te zijn belangrijke elementen van het geloof te vergeten. Het kerkelijk, of beter: liturgisch jaar, herinnert me aan de Heilige Geest die inspireert, aan Maria die ook onze Moeder is, aan alle grote Heiligen, mijn eigen Engelbewaarder. Ze verschijnen allen op het podium van onze aandacht, de een na de ander, een heel jaar lang. Het liturgisch jaar is een onuitputtelijke bron van de Kerk, een juweel dat de vrucht is van eeuwenlange meditatie, van samenwerking met de kerkelijke hiërarchie en de Heiligen. We beginnen vandaag het kerkelijk, beter: liturgisch jaar, en we zien weer met nieuwe ogen naar de bron die ons leven wil bevloeien. Voor velen van ons is alles herhaling en toch weer helemaal nieuw. We kunnen alle Christelijke gevoelens die in ons hart leven weer laten rijpen en vruchtbaar maken voor onszelf en anderen. Verlangen, vreugde, lijden, vrede, liefde, medelijden, het ‘vermorzeld’ hart, aanbidding, dankbaarheid, nederigheid, niets wordt vergeten. De Heer Jezus zelf wil ons inwijden en opvoeden tot Christelijk leven, zodat we denken en voelen zoals Jezus zelf. Ik raad u aan in uw boekje de tweede lezing van Paulus aan de Christenen van Tessalonica nog maar eens te lezen.
Het liturgisch jaar begint met de Advent. Advent betekent: wachten op het komen van het Kind. In onze tijd willen vele mensen hun toekomst zelf maken door vooral eigen inspanning. De mens kan veel, maar de Advent is de toekomst van de Christen, de toekomst die naar je ‘toekomt’. Een toekomst die je niet hoeft te ‘maken’ maar die van boven wordt geschonken. Je hoeft niet met je ellebogen naar het Rijk Gods toe te werken. Het Rijk Gods daalt uit de Hemel op de aarde neer.
Het adventslied ‘Rorate Caeli” zegt het duidelijk: “Dauwt, Hemelen, uit den hoge en laat de Gerechtige als regen uit de wolken neerdalen”. De profeet Jeremia (in de eerste lezing) spreekt van een “afstammeling, die het land rechtvaardig en eerlijk bestuurt”; dit is: Jezus Christus, Hij komt van den Hoge naar ons toe. In de Advent besef je dat het leven eigenlijk één lange Advent is. De Heilige Bernardus spreekt van een drievoudige Advent, een drievoudig komen van de Heer: tussen (één) Maria’s verwachting van de geboorte van Jezus, en (twee) Zijn uiteindelijke wederkomst op het eind (we hoorden het in het Evangelie), ligt (drie) de komst van de Heer in de tijd. De Heer komt tot ons als we bidden, als we Zijn Woord in de Bijbel lezen, als we Hem ontvangen in de Sacramenten, vooral de Communie. In de Advent, die we vandaag begonnen zijn, kunnen we die levenshouding weer inoefenen.
Broeders en zusters, Wij Christenen beschikken met ons Christelijk geloof over een prachtige bron. Mensen die geen bron hebben, of een vervuilde bron hebben waaraan ze zich laven, zijn zoals paarden: ze slaan op hol. Ze lopen zo hard tot het schuim hen op de bek staat. Ik weet niet of u al eens een kudde paarden op hol gezien hebt? Ze vertrappen alles en iedereen die hen in de weg loopt, ze raken vermoeid en uitgeput. Als je met de Verrezen Heer Jezus leeft, als je in Hem gelooft, maakt dat diep gelukkig. Het geloof in Hem is een pigment dat kleur geeft aan heel het leven. Heel ons wezen, heel het handelen en de verhouding tot mensen is verbonden met ons geloof in de Heer die komt: met Kerstmis, op het einde van de tijden, en tussendoor in ons leven.
Broeders en zusters, Laten we leven vanuit ons Christelijk geloof; je vindt het in de kleine dingen van alledag, en zo geeft het peper en zout aan het leven. Smaakvol leven.
Amen.