• darkblurbg

16-12-2012: De preek van de derde zondag van de Advent 2012
Vaak eindig ik met een verhaal, vandaag begin ik ermee. De Heilige Jozef van Copertino was eens in de nacht aan het bidden in de oude basiliek van Assisi, bij het graf van de Heilige Franciscus. Onverwacht hoorde Jozef met geweld de deur van de kerk opengaan en ziet iets binnenkomen. De stappen waren zo luidruchtig en de voeten leken bedekt met ijzer en kettingen. Jozef bekeek alles en merkte dat, terwijl deze gestalte naderde, de lichten in de kerk doofden, een voor een, naargelang hij vooruitging, totdat alle licht gedoofd was en de indringer naast Jozef stond in de totale duisternis. Meteen daarop viel de duivel – want die was het – Jozef woedend aan. Hij wierp hem op de grond en probeerde hem te wurgen. Jozef aanriep Franciscus en zag hem uit de hemel neerdalen. Maar Sint Franciscus viel de duivel niet aan. In plaats daarvan maakte Franciscus alle licht weer aan, een voor een, met een kleine kaars. In het schitterende licht verdween de duivel. Voor Sint Franciscus was het geen geheim dat het licht de duivel overwint. 

Als priester probeer ik reeds 12½ jaar het licht aan te steken in deze wereld; maar ook ieder die gedoopt is heeft die taak. Overal waar het donker wordt en het licht uitgaat, mogen wij – Christenen – het licht weer aansteken. Maar over welk licht gaat het? In deze donkere dagen voor Kerstmis, in deze Adventsperiode, steken wij elke week een extra kaars aan op de Adventskrans. Vandaag branden er drie kaarsen. We steken deze kaarsen aan, een voor een, zodat elke week de kring van licht groeit. Waarom doen we dat? Deze kaarsen bereiden ons voor op de komst van het Licht der wereld: Jezus Christus, de Zoon van God. Hij heeft licht gebracht in het duister, en daar mogen wij van leven. Er is een lichtende toekomst met Hem. Ieder jaar mogen wij deze tijd voor Kerstmis, een tijd van vreugdevolle verwachting naar Zijn Licht beleven. Vandaag, derde zondag van de Advent, is het zondag Gaudete; oftewel: vreugdevolle zondag. Waarop verheugen we ons? Omdat God ingrijpt in de mensengeschiedenis, nog steeds. Het leven kan wel eens duister zijn; ik denk dan aan mensen die ziek zijn, die hun werk verliezen of zo hard moeten werken dat alle vreugde eruit is, relaties kunnen gespannen zijn. Mensen kunnen vast zitten in duisternis en geen uitweg meer zien. Gods Zoon Jezus kwam 2000 jaar geleden uit het Eeuwig Licht van de Hemel naar deze wereld, om Zich het lot van de mensen aan te trekken, om deze wereld te verlichten met Zijn aanwezigheid. Dat doet de Heer nog steeds, maar Hij heeft wel hulp nodig van mensen. Door Christenen wil Hij mensen verlichten en verlossen van hun zonden en hen de weg tonen naar God en naar elkaar. 

Vandaag horen we de profeet Sefanja: “Jubel van vreugde, juich (…) verheug u en wees blij (…) met heel uw hart (…) Hij heeft uw vijand verjaagd.” Dat gaat zo nog verder, maar het eindigt zo: “Door zijn liefde maakt Hij u nieuw; Hij jubelt om u van vreugde”. Kortom, wij mogen jubelen en ons verheugen omdat de Heer komt; maar God jubelt ook, om ons, om u! Waarom jubelt God? Omdat wij hier zijn, dicht bij Hem. “Wat moeten we doen?” vragen de mensen aan Johannes de Doper. En dan krijgt men praktische dingetjes te horen, die – als het goed is – wij allemaal doen: delen met elkaar, niemand uitplunderen of afpersen. Maar, wat kunnen we nog meer doen, zodat God zich om ons verheugt en jubelt? Ieder jaar verwachten wij de komst van de Heer Jezus en bereiden wij ons voor op Kerstmis. De lichtjes branden in de kerstboom, we maken het in deze donkere dagen thuis gezellig. Maar deze voorbereiding moet verder reiken dan een jaarlijks Kerstgebeuren. We worden uitgenodigd om in de tijd van voorbereiding en wachten, een levensstijl aan te nemen waardoor we blijvend aangenaam zijn aan God. Paulus spoort de Christenen van Filippi aan tot vreugde: “Verheugt u! (…) De Heer is nabij”. Broeders en zusters, Zie je Jezus komen? Hij steekt stap voor stap het licht aan, Hij is het Licht voor deze wereld, voor ieder van ons, voor u! En Paulus roept ook op tot gebed: “Laat uw wensen bij God bekend worden in gebed en smeking, en nooit zonder dankzegging”. En dan zal “de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, uw harten en gedachten behoeden in Christus Jezus”. De verwachting van de komst van de Heer Jezus moet voorbereid worden door gebed: een dringende oproep om uw gebed te vernieuwen. Begin er gewoon aan. 

Vijftig jaar geleden, in 1962 bij de opening van de grote kerkvergadering van het Tweede Vaticaans Concilie, zei Paus Johannes XXIII dat het ging om een hernieuwing van de ontmoeting met de Verrezen Heer Jezus Christus. Vijftig jaar later zei onze Paus Benedictus XVI in zijn brief ‘Porta Fidei – Poort van het Geloof’, waarin hij het Jaar van het Geloof aankondigt, ongeveer hetzelfde: “Ik wens dat velen tot een ontmoeting (hernieuwde ontmoeting) met de Verrezen Heer mogen komen”. Dat wens ik u toe, daar bid ik voor niet in de basiliek van Assisi, maar in de Heikese kerk waar ik vandaag mijn ‘twaalf en een half jaar’ priesterschap mag vieren. Ik bid – en ik hoop u met mij – dat er nog vele jaren mogen bijkomen om het Licht van de Verrezen Heer te laten stralen. Dankjewel.

Amen.